Nederlands [Veranderen]

القرآن الكريم / جزئها ١ / صفحة ١٠

Al-Baqarah 62-69, Koran - Djuz' 1 - Pagina 10

Djuz'-1, Pagina-10 - Koran recitatie door Abu Bakr al Shatri
Djuz'-1, Pagina-10 - Koran recitatie door Maher Al Mueaqly
Djuz'-1, Pagina-10 - Koran recitatie door Mishary al Afasy
vorig
volgende
share on facebook  tweet  share on google  print  
إِنَّ الَّذِينَ آمَنُواْ وَالَّذِينَ هَادُواْ وَالنَّصَارَى وَالصَّابِئِينَ مَنْ آمَنَ بِاللَّهِ وَالْيَوْمِ الآخِرِ وَعَمِلَ صَالِحاً فَلَهُمْ أَجْرُهُمْ عِندَ رَبِّهِمْ وَلاَ خَوْفٌ عَلَيْهِمْ وَلاَ هُمْ يَحْزَنُونَ ﴿٦٢﴾
2/Al-Baqarah-62: Inna allatheena amanoo waallatheena hadoo waalnnasara waalssabi-eena man amana biAllahi waalyawmi al-akhiri waAAamila salihan falahum ajruhum AAinda rabbihim wala khawfun AAalayhim wala hum yahzanoona
Voorwaar, degenen die geloven, en degenen die het Jodendom belijden en de Christenen en de Sabiërs; (zij allen) geloven in Allah en in de Laatste Dag, en zij verrichten goede werken: voor hen is hun beloning bij hun Heer en geen vrees zal er over hen zijn noch zullen zij treuren. (62)
وَإِذْ أَخَذْنَا مِيثَاقَكُمْ وَرَفَعْنَا فَوْقَكُمُ الطُّورَ خُذُواْ مَا آتَيْنَاكُم بِقُوَّةٍ وَاذْكُرُواْ مَا فِيهِ لَعَلَّكُمْ تَتَّقُونَ ﴿٦٣﴾
2/Al-Baqarah-63: Wa-ith akhathna meethaqakum warafaAAna fawqakumu alttoora khuthoo ma ataynakum biquwwatin waothkuroo ma feehi laAAallakum tattaqoona
En (gedenkt) toen Wij jullie belofte aanvaardden en de (berg) Thôer boven jullie verhieven, (zeggend:) "Houdt stevig vast aan wat Wij aan jullie gegeven hebben en gedenkt wat er in staat, hopelijk zullen jullie (Allah) vrezen." (63)
ثُمَّ تَوَلَّيْتُم مِّن بَعْدِ ذَلِكَ فَلَوْلاَ فَضْلُ اللَّهِ عَلَيْكُمْ وَرَحْمَتُهُ لَكُنتُم مِّنَ الْخَاسِرِينَ ﴿٦٤﴾
2/Al-Baqarah-64: Thumma tawallaytum min baAAdi thalika falawla fadlu Allahi AAalaykum warahmatuhu lakuntum mina alkhasireena
Vervolgens wendden jullie je af, en als er niet de gunst van Allah over jullie en Zijn Barmhartigheid was geweest, dan zouden jullie zeker tot de verliezers behoren. (64)
وَلَقَدْ عَلِمْتُمُ الَّذِينَ اعْتَدَواْ مِنكُمْ فِي السَّبْتِ فَقُلْنَا لَهُمْ كُونُواْ قِرَدَةً خَاسِئِينَ ﴿٦٥﴾
2/Al-Baqarah-65: Walaqad AAalimtumu allatheena iAAtadaw minkum fee alssabti faqulna lahum koonoo qiradatan khasi-eena
En voorzeker, jullie kennen degenen die in overtreding waren onder jullie (volk) betreffende de Sabbat, Wij zeiden immers tot hen: "Weest verachte apen." (65)
فَجَعَلْنَاهَا نَكَالاً لِّمَا بَيْنَ يَدَيْهَا وَمَا خَلْفَهَا وَمَوْعِظَةً لِّلْمُتَّقِينَ ﴿٦٦﴾
2/Al-Baqarah-66: FajaAAalnaha nakalan lima bayna yadayha wama khalfaha wamawAAithatan lilmuttaqeena
Zo maakten Wij deze (bestraffing) tot een waarschuwing voor die tijd en de tijd erna en een vermaning voor de Moettaqôen. (66)
وَإِذْ قَالَ مُوسَى لِقَوْمِهِ إِنَّ اللّهَ يَأْمُرُكُمْ أَنْ تَذْبَحُواْ بَقَرَةً قَالُواْ أَتَتَّخِذُنَا هُزُواً قَالَ أَعُوذُ بِاللّهِ أَنْ أَكُونَ مِنَ الْجَاهِلِينَ ﴿٦٧﴾
2/Al-Baqarah-67: Wa-ith qala moosa liqawmihi inna Allaha ya/murukum an tathbahoo baqaratan qaloo atattakhithuna huzuwan qala aAAoothu biAllahi an akoona mina aljahileena
En (gedenkt) toen Môesa tot zijn volk zei: "Voorwaar, Allah beveelt jullie dat jullie een koe slachten." Zij zeiden: "Maak jij ons tot (onderwerp van) bespotting?" Hij antwoordde: "Ik zoek bescherming bij Allah dat ik tot de dommen zou behoren." (67)
قَالُواْ ادْعُ لَنَا رَبَّكَ يُبَيِّن لّنَا مَا هِيَ قَالَ إِنَّهُ يَقُولُ إِنَّهَا بَقَرَةٌ لاَّ فَارِضٌ وَلاَ بِكْرٌ عَوَانٌ بَيْنَ ذَلِكَ فَافْعَلُواْ مَا تُؤْمَرونَ ﴿٦٨﴾
2/Al-Baqarah-68: Qaloo odAAu lana rabbaka yubayyin lana ma hiya qala innahu yaqoolu innaha baqaratun la faridun wala bikrun AAawanun bayna thalika faifAAaloo ma tu/maroona
Zij zeiden: "Roep voor ons jouw Heer aan, op dat Hij ons duidelijk maakt wat voor koe het moet zijn." Hij zei: "Voorwaar, Hij zegt: 'Het us een koe die niet oud is en niet jong, maar van een leeftijd daartussen'. Doe dan wat jullie bevolen is." (68)
قَالُواْ ادْعُ لَنَا رَبَّكَ يُبَيِّن لَّنَا مَا لَوْنُهَا قَالَ إِنَّهُ يَقُولُ إِنّهَا بَقَرَةٌ صَفْرَاء فَاقِعٌ لَّوْنُهَا تَسُرُّ النَّاظِرِينَ ﴿٦٩﴾
2/Al-Baqarah-69: Qaloo odAAu lana rabbaka yubayyin lana ma lawnuha qala innahu yaqoolu innaha baqaratun safrao faqiAAun lawnuha tasurru alnnathireena
Zij zeiden: "Roep voor ons jouw Heer aan, opdat Hij ons duidelijk maakt wat haar kleur is.' Hij zei: "Hij zeg dat het een koe met een heldere gele kleur is, die de toeschouwers verheugt." (69)