Nederlands [Veranderen]

Al-Inshiqaq 1-25, Soera De Scheuring (84/Al-Inshiqaq)

Soera Al-Inshiqaq - Koran recitatie door Abu Bakr al Shatri
Soera Al-Inshiqaq - Koran recitatie door Maher Al Mueaqly
Soera Al-Inshiqaq - Koran recitatie door Mishary al Afasy
volgende
vorig
share on facebook  tweet  share on google  print  

سورة الانشقاق

Soera Al-Inshiqaq

Bismi Allahi alrrahmani alrraheemi

إِذَا السَّمَاء انشَقَّتْ ﴿١﴾
84/Al-Inshiqaq-1: Itha alssamao inshaqqat
Wanneer de hemel verscheurd wordt. (1)
وَأَذِنَتْ لِرَبِّهَا وَحُقَّتْ ﴿٢﴾
84/Al-Inshiqaq-2: Waathinat lirabbiha wahuqqat
En hij (de hemel) naar zijn Heer luistert en zijn plicht vervult. (2)
وَإِذَا الْأَرْضُ مُدَّتْ ﴿٣﴾
84/Al-Inshiqaq-3: Wa-itha al-ardu muddat
En wanneer de aarde uitgespreid wordt. (3)
وَأَلْقَتْ مَا فِيهَا وَتَخَلَّتْ ﴿٤﴾
84/Al-Inshiqaq-4: Waalqat ma feeha watakhallat
En uitwerpt wat in haar is en zich ledigt. (4)
وَأَذِنَتْ لِرَبِّهَا وَحُقَّتْ ﴿٥﴾
84/Al-Inshiqaq-5: Waathinat lirabbiha wahuqqat
En zij naar haar Heer luistert en haar plicht vervult. (5)
يَا أَيُّهَا الْإِنسَانُ إِنَّكَ كَادِحٌ إِلَى رَبِّكَ كَدْحًا فَمُلَاقِيهِ ﴿٦﴾
84/Al-Inshiqaq-6: Ya ayyuha al-insanu innaka kadihun ila rabbika kadhan famulaqeehi
O mens: voorwaar, jij streeft moeizaam naar jouw Heer en jij zult Hem ontmoeten. (6)
فَأَمَّا مَنْ أُوتِيَ كِتَابَهُ بِيَمِينِهِ ﴿٧﴾
84/Al-Inshiqaq-7: Faama man ootiya kitabahu biyameenihi
Wat betreft degene die dan zijn boek in zijn rechterhand wordt gegeven. (7)
فَسَوْفَ يُحَاسَبُ حِسَابًا يَسِيرًا ﴿٨﴾
84/Al-Inshiqaq-8: Fasawfa yuhasabu hisaban yaseeran
Hij zal een lichte afrekening berekend worden. (8)
وَيَنقَلِبُ إِلَى أَهْلِهِ مَسْرُورًا ﴿٩﴾
84/Al-Inshiqaq-9: Wayanqalibu ila ahlihi masrooran
En hij zal verheugd tot zijn familie terugkeren. (9)
وَأَمَّا مَنْ أُوتِيَ كِتَابَهُ وَرَاء ظَهْرِهِ ﴿١٠﴾
84/Al-Inshiqaq-10: Waamma man ootiya kitabahu waraa thahrihi
En wat betreft degene die dan zijn boek achter zijn rug wordt gegeven. (10)
فَسَوْفَ يَدْعُو ثُبُورًا ﴿١١﴾
84/Al-Inshiqaq-11: Fasawfa yadAAoo thubooran
Hij zal om vernietiging schreeuwen. (11)
وَيَصْلَى سَعِيرًا ﴿١٢﴾
84/Al-Inshiqaq-12: Wayasla saAAeeran
En hij zal in Sa'îr (de Hel) binnengaan. (12)
إِنَّهُ كَانَ فِي أَهْلِهِ مَسْرُورًا ﴿١٣﴾
84/Al-Inshiqaq-13: Innahu kana fee ahlihi masrooran
Voorwaar, bij zijn familie was hij verheugd. (13)
إِنَّهُ ظَنَّ أَن لَّن يَحُورَ ﴿١٤﴾
84/Al-Inshiqaq-14: Innahu thanna an lan yahoora
Voorwaar, hij dacht dat hij nooit (naar zijn Heer) zou terugkeren. (14)
بَلَى إِنَّ رَبَّهُ كَانَ بِهِ بَصِيرًا ﴿١٥﴾
84/Al-Inshiqaq-15: Bala inna rabbahu kana bihi baseeran
Nee! Voorwaar, zijn Heer sloeg hem gade. (15)
فَلَا أُقْسِمُ بِالشَّفَقِ ﴿١٦﴾
84/Al-Inshiqaq-16: Fala oqsimu bialshshafaqi
Ik zweer bij het avondrood. (16)
وَاللَّيْلِ وَمَا وَسَقَ ﴿١٧﴾
84/Al-Inshiqaq-17: Waallayli wama wasaqa
En bij de nacht en wat hij omhult. (17)
وَالْقَمَرِ إِذَا اتَّسَقَ ﴿١٨﴾
84/Al-Inshiqaq-18: Waalqamari itha ittasaqa
En bij de maan wanneer zij vol is. (18)
لَتَرْكَبُنَّ طَبَقًا عَن طَبَقٍ ﴿١٩﴾
84/Al-Inshiqaq-19: Latarkabunna tabaqan AAan tabaqin
Jullie zullen zeker voortgaan, van fase naar fase. (19)
فَمَا لَهُمْ لَا يُؤْمِنُونَ ﴿٢٠﴾
84/Al-Inshiqaq-20: Fama lahum la yu/minoona
Wat is er met hen, dat zij niet geloven? (20)
وَإِذَا قُرِئَ عَلَيْهِمُ الْقُرْآنُ لَا يَسْجُدُونَ* ﴿٢١﴾
84/Al-Inshiqaq-21: Wa-itha quri-a AAalayhimu alqur-anu la yasjudoona
En wanneer de Koran aan hen wordt voorgedragen knielen zij niet neer. (21)
بَلِ الَّذِينَ كَفَرُواْ يُكَذِّبُونَ ﴿٢٢﴾
84/Al-Inshiqaq-22: Bali allatheena kafaroo yukaththiboona
Degenen die niet geloven loochenen zelfs. (22)
وَاللَّهُ أَعْلَمُ بِمَا يُوعُونَ ﴿٢٣﴾
84/Al-Inshiqaq-23: WaAllahu aAAlamu bima yooAAoona
Maar Allah weet het beste wat zij verbergen. (23)
فَبَشِّرْهُم بِعَذَابٍ أَلِيمٍ ﴿٢٤﴾
84/Al-Inshiqaq-24: Fabashshirhum biAAathabin aleemin
Verkondig hun dan een pijnlijke bestraffing. (24)
إِلَّا الَّذِينَ آمَنُواْ وَعَمِلُواْ الصَّالِحَاتِ لَهُمْ أَجْرٌ غَيْرُ مَمْنُونٍ ﴿٢٥﴾
84/Al-Inshiqaq-25: Illa allatheena amanoo waAAamiloo alssalihati lahum ajrun ghayru mamnoonin
Behalve degenen die geloven en goede daden verrichten, voor hen is er een oneindige beloning. (25)