Nederlands [Veranderen]

القرآن الكريم / جزئها ١ / صفحة ٢٠

Al-Baqarah 127-134, Koran - Djuz' 1 - Pagina 20

Djuz'-1, Pagina-20 - Koran recitatie door Abu Bakr al Shatri
Djuz'-1, Pagina-20 - Koran recitatie door Maher Al Mueaqly
Djuz'-1, Pagina-20 - Koran recitatie door Mishary al Afasy
vorig
volgende
share on facebook  tweet  share on google  print  
وَإِذْ يَرْفَعُ إِبْرَاهِيمُ الْقَوَاعِدَ مِنَ الْبَيْتِ وَإِسْمَاعِيلُ رَبَّنَا تَقَبَّلْ مِنَّا إِنَّكَ أَنتَ السَّمِيعُ الْعَلِيمُ ﴿١٢٧﴾
2/Al-Baqarah-127: Wa-ith yarfaAAu ibraheemu alqawaAAida mina albayti wa-ismaAAeelu rabbana taqabbal minna innaka anta alssameeAAu alAAaleemu
En (gedenkt) toen Ibrâhîm de grondvesten van het Huis legde, samen met Isma'îl (biddend): "Onze Heer, aanvaard het van ons: voorwar, U bent de Alhorende, de Alwetende. (127)
رَبَّنَا وَاجْعَلْنَا مُسْلِمَيْنِ لَكَ وَمِن ذُرِّيَّتِنَا أُمَّةً مُّسْلِمَةً لَّكَ وَأَرِنَا مَنَاسِكَنَا وَتُبْ عَلَيْنَآ إِنَّكَ أَنتَ التَّوَّابُ الرَّحِيمُ ﴿١٢٨﴾
2/Al-Baqarah-128: Rabbana waijAAalna muslimayni laka wamin thurriyyatina ommatan muslimatan laka waarina manasikana watub AAalayna innaka anta alttawwabu alrraheemu
Onze Heer, maak ons beiden tot mensen die zich overgeven aan U en (maak) onze nakomelingen tot een volk dat zich overgeeft aan U en onderwijs ons de gebruiken (van o.a. de Haddj) en aanvaard ons berouw, voorwaar, U bent de Meest Berouwaanvaardende, de Meest Barmhartige. (128)
رَبَّنَا وَابْعَثْ فِيهِمْ رَسُولاً مِّنْهُمْ يَتْلُو عَلَيْهِمْ آيَاتِكَ وَيُعَلِّمُهُمُ الْكِتَابَ وَالْحِكْمَةَ وَيُزَكِّيهِمْ إِنَّكَ أَنتَ العَزِيزُ الحَكِيمُ ﴿١٢٩﴾
2/Al-Baqarah-129: Rabbana waibAAath feehim rasoolan minhum yatloo AAalayhim ayatika wayuAAallimuhumu alkitaba waalhikmata wayuzakkeehim innaka anta alAAazeezu alhakeemu
Onze Heer! En zend tot hen een Boodschapper van hun eigen volk, die hen Uw Verzen voordraagt en die hen het Boek (de Koran) en de Wijsheid onderwijst en die hen reinigt. Voorwar, U bent de Almachtige, de Alwijze." (129)
وَمَن يَرْغَبُ عَن مِّلَّةِ إِبْرَاهِيمَ إِلاَّ مَن سَفِهَ نَفْسَهُ وَلَقَدِ اصْطَفَيْنَاهُ فِي الدُّنْيَا وَإِنَّهُ فِي الآخِرَةِ لَمِنَ الصَّالِحِينَ ﴿١٣٠﴾
2/Al-Baqarah-130: Waman yarghabu AAan millati ibraheema illa man safiha nafsahu walaqadi istafaynahu fee alddunya wa-innahu fee al-akhirati lamina alssaliheena
En wie keert zich af van de godsdienst van Ibrâhîm, anders dan wie zichzelf voor de gek houdt? En voorzeker hebben Wij hem uitverkoren in de wereld, en voorwaar, hij behoort in het Hiernamaals tot de oprechten. (130)
إِذْ قَالَ لَهُ رَبُّهُ أَسْلِمْ قَالَ أَسْلَمْتُ لِرَبِّ الْعَالَمِينَ ﴿١٣١﴾
2/Al-Baqarah-131: Ith qala lahu rabbuhu aslim qala aslamtu lirabbi alAAalameena
En (gedenkt) toen zijn Heer tot hem zei: "Onderwerp jezelf (aan Mij)." Hij zei: "Ik onderwerp mij aan de Heer der Werelden." (131)
وَوَصَّى بِهَا إِبْرَاهِيمُ بَنِيهِ وَيَعْقُوبُ يَا بَنِيَّ إِنَّ اللّهَ اصْطَفَى لَكُمُ الدِّينَ فَلاَ تَمُوتُنَّ إَلاَّ وَأَنتُم مُّسْلِمُونَ ﴿١٣٢﴾
2/Al-Baqarah-132: Wawassa biha ibraheemu baneehi wayaAAqoobu ya baniyya inna Allaha istafa lakumu alddeena fala tamootunna illa waantum muslimoona
En Ibrâhîm droeg aan zijn kinderen en aan Ya'qoeb op: "O mijn kinderen, voorwaar, Allah heeft de godsdienst voor jullie gekozen, sterft daarom niet, behalve als jullie overgegevenen zijn." (132)
أَمْ كُنتُمْ شُهَدَاء إِذْ حَضَرَ يَعْقُوبَ الْمَوْتُ إِذْ قَالَ لِبَنِيهِ مَا تَعْبُدُونَ مِن بَعْدِي قَالُواْ نَعْبُدُ إِلَهَكَ وَإِلَهَ آبَائِكَ إِبْرَاهِيمَ وَإِسْمَاعِيلَ وَإِسْحَقَ إِلَهًا وَاحِدًا وَنَحْنُ لَهُ مُسْلِمُونَ ﴿١٣٣﴾
2/Al-Baqarah-133: Am kuntum shuhadaa ith hadara yaAAqooba almawtu ith qala libaneehi ma taAAbudoona min baAAdee qaloo naAAbudu ilahaka wa-ilaha aba-ika ibraheema wa-ismaAAeela wa-ishaqa ilahan wahidan wanahnu lahu muslimoona
Of waren jullie getuigen toen Ya'qoeb de dood nabij was (en) hij tot zijn kinderen zei: "Wat zullen jullie aanbidden na mij?" Zij zeiden: "Wij zullen uw God aanbidden, de God van uw vaderen, Ibrâhîm, en Isma'îl en Ishaq, als de Ene God, en wij heebn ons aan Hem overgegeven." (133)
تِلْكَ أُمَّةٌ قَدْ خَلَتْ لَهَا مَا كَسَبَتْ وَلَكُم مَّا كَسَبْتُمْ وَلاَ تُسْأَلُونَ عَمَّا كَانُوا يَعْمَلُونَ ﴿١٣٤﴾
2/Al-Baqarah-134: Tilka ommatun qad khalat laha ma kasabat walakum ma kasabtum wala tus-aloona AAamma kano yaAAmaloona
Dat was een gemeenschap die waarlijk heen is gegaan. Voor haar is wat zij heeft verworven en voor jullie is wat jullie hebben verworven en jullie zullen niet worden ondervraagd over wat zij plachten te bedrijven. (134)