Nederlands [Veranderen]

القرآن الكريم / جزئها ١١ / صفحة ٢٠٩

Yunus 7-14, Koran - Djuz' 11 - Pagina 209

Djuz'-11, Pagina-209 - Koran recitatie door Abu Bakr al Shatri
Djuz'-11, Pagina-209 - Koran recitatie door Maher Al Mueaqly
Djuz'-11, Pagina-209 - Koran recitatie door Mishary al Afasy
vorig
volgende
share on facebook  tweet  share on google  print  
إَنَّ الَّذِينَ لاَ يَرْجُونَ لِقَاءنَا وَرَضُواْ بِالْحَياةِ الدُّنْيَا وَاطْمَأَنُّواْ بِهَا وَالَّذِينَ هُمْ عَنْ آيَاتِنَا غَافِلُونَ ﴿٧﴾
10/Yunus-7: Inna allatheena la yarjoona liqaana waradoo bialhayati alddunya waitmaannoo biha waallatheena hum AAan ayatina ghafiloona
Voorwaar, degenen die de ontmoeting met Ons niet verwachten en die tevreden zijn met het wereldse leven en die zich er gerust in voelen en zij die achteloos tegenover Onze Tekenen staan. (7)
أُوْلَئِكَ مَأْوَاهُمُ النُّارُ بِمَا كَانُواْ يَكْسِبُونَ ﴿٨﴾
10/Yunus-8: Ola-ika ma/wahumu alnnaru bima kanoo yaksiboona
Zij zijn degenen wiens verblijfplaats de Hel is, wegens wat zij plachten te verrichten. (8)
إِنَّ الَّذِينَ آمَنُواْ وَعَمِلُواْ الصَّالِحَاتِ يَهْدِيهِمْ رَبُّهُمْ بِإِيمَانِهِمْ تَجْرِي مِن تَحْتِهِمُ الأَنْهَارُ فِي جَنَّاتِ النَّعِيمِ ﴿٩﴾
10/Yunus-9: Inna allatheena amanoo waAAamiloo alssalihati yahdeehim rabbuhum bi-eemanihim tajree min tahtihimu al-anharu fee jannati alnnaAAeemi
Voorwaar, degenen die geloven en goede werken verrichten. hun Heer zal ben leiden vanwege hun geloof, (naar de plaats) waar onder door de rivieren stromen in de Tuinen van gelukzaligheid (het Paradijs). (9)
دَعْوَاهُمْ فِيهَا سُبْحَانَكَ اللَّهُمَّ وَتَحِيَّتُهُمْ فِيهَا سَلاَمٌ وَآخِرُ دَعْوَاهُمْ أَنِ الْحَمْدُ لِلّهِ رَبِّ الْعَالَمِينَ ﴿١٠﴾
10/Yunus-10: DaAAwahum feeha subhanaka allahumma watahiyyatuhum feeha salamun waakhiru daAAwahum ani alhamdu lillahi rabbi alAAalameena
Zij smeken daarin: "Soebhânaka Allahoemma," (Heilig bent U, O Allah) en hun begroeting daarin is: "Salâm!" (Vrede, veiligheid). En hun laatste smeekbede is: "Alhamdoe lillâhi Rabbil Âlamin!" (Alle lof zij Allah, de Heer der Werelden.) (10)
وَلَوْ يُعَجِّلُ اللّهُ لِلنَّاسِ الشَّرَّ اسْتِعْجَالَهُم بِالْخَيْرِ لَقُضِيَ إِلَيْهِمْ أَجَلُهُمْ فَنَذَرُ الَّذِينَ لاَ يَرْجُونَ لِقَاءنَا فِي طُغْيَانِهِمْ يَعْمَهُونَ ﴿١١﴾
10/Yunus-11: Walaw yuAAajjilu Allahu lilnnasi alshsharra istiAAjalahum bialkhayri laqudiya ilayhim ajaluhum fanatharu allatheena la yarjoona liqaana fee tughyanihim yaAAmahoona
En als Allah het kwade voor de mensen zou bespoedigen zoals zij om bcspoediging van het goede vragen, dan zou hun termijn zeker reeds zijn beëindigd. En Wij laten degenen die de ontmoeting met Ons niet verwachten rusteloos verkeren in hun buitensporigteid. (11)
وَإِذَا مَسَّ الإِنسَانَ الضُّرُّ دَعَانَا لِجَنبِهِ أَوْ قَاعِدًا أَوْ قَآئِمًا فَلَمَّا كَشَفْنَا عَنْهُ ضُرَّهُ مَرَّ كَأَن لَّمْ يَدْعُنَا إِلَى ضُرٍّ مَّسَّهُ كَذَلِكَ زُيِّنَ لِلْمُسْرِفِينَ مَا كَانُواْ يَعْمَلُونَ ﴿١٢﴾
10/Yunus-12: Wa-itha massa al-insana alddurru daAAana lijanbihi aw qaAAidan aw qa-iman falamma kashafna AAanhu durrahu marra kaan lam yadAAuna ila durrin massahu kathalika zuyyina lilmusrifeena ma kanoo yaAAmaloona
En wanneer tegenslag de mens treft, dan roept hij Ons aan, liggend, zittend of staande. En als Wij dan de tegenslag van hem hebben weggenomen, dan vervolgt hij (zijn slechte pad) alsof hij Ons nooit heeft aangeroepen wegens een tegenslag die hem trof. Zo is voor de buitensporigen schoonschijnend gemaakt wat zij plachten te doen. (12)
وَلَقَدْ أَهْلَكْنَا الْقُرُونَ مِن قَبْلِكُمْ لَمَّا ظَلَمُواْ وَجَاءتْهُمْ رُسُلُهُم بِالْبَيِّنَاتِ وَمَا كَانُواْ لِيُؤْمِنُواْ كَذَلِكَ نَجْزِي الْقَوْمَ الْمُجْرِمِينَ ﴿١٣﴾
10/Yunus-13: Walaqad ahlakna alquroona min qablikum lamma thalamoo wajaat-hum rusuluhum bialbayyinati wama kanoo liyu/minoo kathalika najzee alqawma almujrimeena
En voorwaar, Wij hebben de generaties vóór hen vernietigd tom zij onrecht pleegden, terwijl hun Boodschappers tot hen waren gekomen met de duidelijke bewijzen, maar zij geloofden niet Zo vergolden Wij het boosaardige volk. (13)
ثُمَّ جَعَلْنَاكُمْ خَلاَئِفَ فِي الأَرْضِ مِن بَعْدِهِم لِنَنظُرَ كَيْفَ تَعْمَلُونَ ﴿١٤﴾
10/Yunus-14: Thumma jaAAalnakum khala-ifa fee al-ardi min baAAdihim linanthura kayfa taAAmaloona
Vervolgens maakten Wij juli ie tot gevohnachtigden op aarde zodat Wij zouden zien hoe jullie handelen. (14)