Nederlands [Veranderen]

القرآن الكريم / جزئها ١٧ / صفحة ٣٣٤

Al-Hajj 16-23, Koran - Djuz' 17 - Pagina 334

Djuz'-17, Pagina-334 - Koran recitatie door Abu Bakr al Shatri
Djuz'-17, Pagina-334 - Koran recitatie door Maher Al Mueaqly
Djuz'-17, Pagina-334 - Koran recitatie door Mishary al Afasy
vorig
volgende
share on facebook  tweet  share on google  print  
وَكَذَلِكَ أَنزَلْنَاهُ آيَاتٍ بَيِّنَاتٍ وَأَنَّ اللَّهَ يَهْدِي مَن يُرِيدُ ﴿١٦﴾
22/Al-Hajj-16: Wakathalika anzalnahu ayatin bayyinatin waanna Allaha yahdee man yureedu
En zo hebben Wij hem (de Koran) neergezonden, als duidelijke Verzen. En voorwaar, Allah leidt wie Hij wenst. (16)
إِنَّ الَّذِينَ آمَنُوا وَالَّذِينَ هَادُوا وَالصَّابِئِينَ وَالنَّصَارَى وَالْمَجُوسَ وَالَّذِينَ أَشْرَكُوا إِنَّ اللَّهَ يَفْصِلُ بَيْنَهُمْ يَوْمَ الْقِيَامَةِ إِنَّ اللَّهَ عَلَى كُلِّ شَيْءٍ شَهِيدٌ ﴿١٧﴾
22/Al-Hajj-17: Inna allatheena amanoo waallatheena hadoo waalssabi-eena waalnnasara waalmajoosa waallatheena ashrakoo inna Allaha yafsilu baynahum yawma alqiyamati inna Allaha AAala kulli shay-in shaheedun
Voorwaar, degenen die geloven en de Joden en de Sabiërs en de Christenen en de magiërs en degenen die deelgenoten (aan Allah) toekennen: voorwaar, Allah zal tussen hen oordelen op de Dag der Opstanding. Voorwaar, Allah is van alle zaken Getuige. (17)
أَلَمْ تَرَ أَنَّ اللَّهَ يَسْجُدُ لَهُ مَن فِي السَّمَاوَاتِ وَمَن فِي الْأَرْضِ وَالشَّمْسُ وَالْقَمَرُ وَالنُّجُومُ وَالْجِبَالُ وَالشَّجَرُ وَالدَّوَابُّ وَكَثِيرٌ مِّنَ النَّاسِ وَكَثِيرٌ حَقَّ عَلَيْهِ الْعَذَابُ وَمَن يُهِنِ اللَّهُ فَمَا لَهُ مِن مُّكْرِمٍ إِنَّ اللَّهَ يَفْعَلُ مَا يَشَاء* ﴿١٨﴾
22/Al-Hajj-18: Alam tara anna Allaha yasjudu lahu man fee alssamawati waman fee al-ardi waalshshamsu waalqamaru waalnnujoomu waaljibalu waalshshajaru waalddawabbu wakatheerun mina alnnasi wakatheerun haqqa AAalayhi alAAathabu waman yuhini Allahu fama lahu min mukrimin i
Zie jij dan niet dat alles zich voor Allah neerknielt wat er in de hemel en op de aarde is, en de zon en de maan en de sterren en de bergen en de bomen en de dieren en een groot deel van de mensen? Maar voor velen is de bestraffing verplicht. En wie er door Allah vemederd wordt: voor hem zijn erdan geen eerbewijzers. Voorwaar, Allah doet wat Hij wil. (18)
هَذَانِ خَصْمَانِ اخْتَصَمُوا فِي رَبِّهِمْ فَالَّذِينَ كَفَرُوا قُطِّعَتْ لَهُمْ ثِيَابٌ مِّن نَّارٍ يُصَبُّ مِن فَوْقِ رُؤُوسِهِمُ الْحَمِيمُ ﴿١٩﴾
22/Al-Hajj-19: Hathani khasmani ikhtasamoo fee rabbihim faallatheena kafaroo quttiAAat lahum thiyabun min narin yusabbu min fawqi ruoosihimu alhameemu
Dit zijn twee tegenstanders die over hun Heer twisten. Voor degenen die niet geloven zulten daarom gewaden uit vuur gesneden worden, van boven hun hoofden zal kokend water worden uitgegoten. (19)
يُصْهَرُ بِهِ مَا فِي بُطُونِهِمْ وَالْجُلُودُ ﴿٢٠﴾
22/Al-Hajj-20: Yusharu bihi ma fee butoonihim waaljuloodu
Wat zich in hun buiken bevindt zal erdoor smelten en (ook) de huiden. (20)
وَلَهُم مَّقَامِعُ مِنْ حَدِيدٍ ﴿٢١﴾
22/Al-Hajj-21: Walahum maqamiAAu min hadeedin
En voor ben zijn er knotsen van ijzer. (21)
كُلَّمَا أَرَادُوا أَن يَخْرُجُوا مِنْهَا مِنْ غَمٍّ أُعِيدُوا فِيهَا وَذُوقُوا عَذَابَ الْحَرِيقِ ﴿٢٢﴾
22/Al-Hajj-22: Kullama aradoo an yakhrujoo minha min ghammin oAAeedoo feeha wathooqoo AAathaba alhareeqi
Telkens wanneer zij van ellende eruit willen gaan, worden zij erin teruggebracht (en wordt gezegd:) "Proeft de brandende bestraffing!" (22)
إِنَّ اللَّهَ يُدْخِلُ الَّذِينَ آمَنُوا وَعَمِلُوا الصَّالِحَاتِ جَنَّاتٍ تَجْرِي مِن تَحْتِهَا الْأَنْهَارُ يُحَلَّوْنَ فِيهَا مِنْ أَسَاوِرَ مِن ذَهَبٍ وَلُؤْلُؤًا وَلِبَاسُهُمْ فِيهَا حَرِيرٌ ﴿٢٣﴾
22/Al-Hajj-23: Inna Allaha yudkhilu allatheena amanoo waAAamiloo alssalihati jannatin tajree min tahtiha al-anharu yuhallawna feeha min asawira min thahabin walu/lu-an walibasuhum feeha hareerun
Voorwaar, Allah zal degenen die geloven en goede daden verrichten de Tuinen (het Paradijs) binnen doen gaan, waar de rivieren onder doof stromen. Daarin zullen zij gesierd worden met gouden armbanden en parels en hun kleding er in is van zijde. (23)