Nederlands [Veranderen]

القرآن الكريم / جزئها ١٨ / صفحة ٣٤٧

Al-Mu'minun 75-89, Koran - Djuz' 18 - Pagina 347

Djuz'-18, Pagina-347 - Koran recitatie door Abu Bakr al Shatri
Djuz'-18, Pagina-347 - Koran recitatie door Maher Al Mueaqly
Djuz'-18, Pagina-347 - Koran recitatie door Mishary al Afasy
vorig
volgende
share on facebook  tweet  share on google  print  
وَلَوْ رَحِمْنَاهُمْ وَكَشَفْنَا مَا بِهِم مِّن ضُرٍّ لَّلَجُّوا فِي طُغْيَانِهِمْ يَعْمَهُونَ ﴿٧٥﴾
23/Al-Mu'minun-75: Walaw rahimnahum wakashafna ma bihim min durrin lalajjoo fee tughyanihim yaAAmahoona
En als Wij hen zouden begenadigen en Wij zouden opheffen wat er aan tegenspoed bij hen is: dan zouden zij blijven doorgaan met hun dwalingen. (75)
وَلَقَدْ أَخَذْنَاهُم بِالْعَذَابِ فَمَا اسْتَكَانُوا لِرَبِّهِمْ وَمَا يَتَضَرَّعُونَ ﴿٧٦﴾
23/Al-Mu'minun-76: Walaqad akhathnahum bialAAathabi fama istakanoo lirabbihim wama yatadarraAAoona
En voorzeker, Wij hebben hen met de bestraffing getroffen, toch werden zij niet ootmoedig tegenover hun Heer en zij werden niet nederig. (76)
حَتَّى إِذَا فَتَحْنَا عَلَيْهِم بَابًا ذَا عَذَابٍ شَدِيدٍ إِذَا هُمْ فِيهِ مُبْلِسُونَ ﴿٧٧﴾
23/Al-Mu'minun-77: Hatta itha fatahna AAalayhim baban tha AAathabin shadeedin itha hum feehi mublisoona
Totdat, wanneer Wij voor hen de deur van een zware bestraffing openden, zij in wanhoop verkeerden. (77)
وَهُوَ الَّذِي أَنشَأَ لَكُمُ السَّمْعَ وَالْأَبْصَارَ وَالْأَفْئِدَةَ قَلِيلًا مَّا تَشْكُرُونَ ﴿٧٨﴾
23/Al-Mu'minun-78: Wahuwa allathee anshaa lakumu alssamAAa waal-absara waal-af-idata qaleelan ma tashkuroona
En Hij is Degene Die voor jullie het gehoor en gezichtsvermogen en de harten geschapen heeft. Weinig dankbaarheid tonen jullie! (78)
وَهُوَ الَّذِي ذَرَأَكُمْ فِي الْأَرْضِ وَإِلَيْهِ تُحْشَرُونَ ﴿٧٩﴾
23/Al-Mu'minun-79: Wahuwa allathee tharaakum fee al-ardi wa-ilayhi tuhsharoona
En Hij is Degene Die juuie deed groeien op de aarde en tot Hem worden jullie verzameld. (79)
وَهُوَ الَّذِي يُحْيِي وَيُمِيتُ وَلَهُ اخْتِلَافُ اللَّيْلِ وَالنَّهَارِ أَفَلَا تَعْقِلُونَ ﴿٨٠﴾
23/Al-Mu'minun-80: Wahuwa allathee yuhyee wayumeetu walahu ikhtilafu allayli waalnnahari afala taAAqiloona
En Hij is Degene Die doet leven en doet sterven. En aan Hem behoort het afwissden van de dag en de nacht Begrijpen jullie dan niet? (80)
بَلْ قَالُوا مِثْلَ مَا قَالَ الْأَوَّلُونَ ﴿٨١﴾
23/Al-Mu'minun-81: Bal qaloo mithla ma qala al-awwaloona
Integendeel, zij zeggen hetzelfde als de vroegeren zeiden. (81)
قَالُوا أَئِذَا مِتْنَا وَكُنَّا تُرَابًا وَعِظَامًا أَئِنَّا لَمَبْعُوثُونَ ﴿٨٢﴾
23/Al-Mu'minun-82: Qaloo a-itha mitna wakunna turaban waAAithaman a-inna lamabAAoothoona
Zij zeiden: "Wanneer wij dood zijn en tot aarde en beenderen geworden zijn, zullen wij dan zeker worden opgewckt? (82)
لَقَدْ وُعِدْنَا نَحْنُ وَآبَاؤُنَا هَذَا مِن قَبْلُ إِنْ هَذَا إِلَّا أَسَاطِيرُ الْأَوَّلِينَ ﴿٨٣﴾
23/Al-Mu'minun-83: Laqad wuAAidna nahnu waabaona hatha min qablu in hatha illa asateeru al-awwaleena
Voorzeker, dit werd vroeger aan ons en onze vaderen beloofd: dit zijn slechts fabels van de vroegeren." (83)
قُل لِّمَنِ الْأَرْضُ وَمَن فِيهَا إِن كُنتُمْ تَعْلَمُونَ ﴿٨٤﴾
23/Al-Mu'minun-84: Qul limani al-ardu waman feeha in kuntum taAAlamoona
Zeg: "Aan wie behoort de aarde en alles wat zich daarop bevindt, als jullie het weten?" (84)
سَيَقُولُونَ لِلَّهِ قُلْ أَفَلَا تَذَكَّرُونَ ﴿٨٥﴾
23/Al-Mu'minun-85: Sayaqooloona lillahi qul afala tathakkaroona
Zij zullen zeggen: "Aan Allah." Zeg: "Waarom laten jullie je dan niet vermanen?" (85)
قُلْ مَن رَّبُّ السَّمَاوَاتِ السَّبْعِ وَرَبُّ الْعَرْشِ الْعَظِيمِ ﴿٨٦﴾
23/Al-Mu'minun-86: Qul man rabbu alssamawati alssabAAi warabbu alAAarshi alAAatheemi
Zeg: "Wie is de Heer van de zeven hemelen en de Heer van de Geweldige Troon? (86)
سَيَقُولُونَ لِلَّهِ قُلْ أَفَلَا تَتَّقُونَ ﴿٨٧﴾
23/Al-Mu'minun-87: Sayaqooloona lillahi qul afala tattaqoona
Zij zullen zeggen: "Aan Allah." Zeg: "Waarom vrezen jullie (Allah) dan niet?" (87)
قُلْ مَن بِيَدِهِ مَلَكُوتُ كُلِّ شَيْءٍ وَهُوَ يُجِيرُ وَلَا يُجَارُ عَلَيْهِ إِن كُنتُمْ تَعْلَمُونَ ﴿٨٨﴾
23/Al-Mu'minun-88: Qul man biyadihi malakootu kulli shay-in wahuwa yujeeru wala yujaru AAalayhi in kuntum taAAlamoona
Zeg: "In Wiens handen is de heerschappij over alles? En Hij beschermt en Hij wordt niet beschermt, als jullie het weten." (88)
سَيَقُولُونَ لِلَّهِ قُلْ فَأَنَّى تُسْحَرُونَ ﴿٨٩﴾
23/Al-Mu'minun-89: Sayaqooloona lillahi qul faanna tusharoona
Zij zullen zeggen: "Aan Allah." Zeg: "Waarom zijn jullie dan misleid?" (89)