Nederlands [Veranderen]

القرآن الكريم / جزئها ١٨ / صفحة ٣٤٩

Al-Mu'minun 105-118, Koran - Djuz' 18 - Pagina 349

Djuz'-18, Pagina-349 - Koran recitatie door Abu Bakr al Shatri
Djuz'-18, Pagina-349 - Koran recitatie door Maher Al Mueaqly
Djuz'-18, Pagina-349 - Koran recitatie door Mishary al Afasy
vorig
volgende
share on facebook  tweet  share on google  print  
أَلَمْ تَكُنْ آيَاتِي تُتْلَى عَلَيْكُمْ فَكُنتُم بِهَا تُكَذِّبُونَ ﴿١٠٥﴾
23/Al-Mu'minun-105: Alam takun ayatee tutla AAalaykum fakuntum biha tukaththiboona
Zijn Mijn Verzen dan niet aan jullie voorgedragen? Toen plachten jullie ze te loochenen. (105)
قَالُوا رَبَّنَا غَلَبَتْ عَلَيْنَا شِقْوَتُنَا وَكُنَّا قَوْمًا ضَالِّينَ ﴿١٠٦﴾
23/Al-Mu'minun-106: Qaloo rabbana ghalabat AAalayna shiqwatuna wakunna qawman dalleena
Zij zelden: "Onze Heer, wij zijn overwonnen door ons ongeluk en wij waren een dwalend volk. (106)
رَبَّنَا أَخْرِجْنَا مِنْهَا فَإِنْ عُدْنَا فَإِنَّا ظَالِمُونَ ﴿١٠٧﴾
23/Al-Mu'minun-107: Rabbana akhrijna minha fa-in AAudna fa-inna thalimoona
Onze Heer, haal ons hieruit! Als wij het herhalen: voorwaar, dan zijn wij onrechtvaardigen." (107)
قَالَ اخْسَؤُوا فِيهَا وَلَا تُكَلِّمُونِ ﴿١٠٨﴾
23/Al-Mu'minun-108: Qala ikhsaoo feeha wala tukallimooni
Hij zei: "Blijft daarin en lijdt. En spreekt niet tot Mij." (108)
إِنَّهُ كَانَ فَرِيقٌ مِّنْ عِبَادِي يَقُولُونَ رَبَّنَا آمَنَّا فَاغْفِرْ لَنَا وَارْحَمْنَا وَأَنتَ خَيْرُ الرَّاحِمِينَ ﴿١٠٩﴾
23/Al-Mu'minun-109: Innahu kana fareequn min AAibadee yaqooloona rabbana amanna faighfir lana wairhamna waanta khayru alrrahimeena
Voorwaar, er is een groep onder Mijn dienaren die zegt: "Onze Heer, wij geloofden, vergeef ons daarom en schenk ons Barmhartigheid en U bent de Beste der Bamhartigen." (109)
فَاتَّخَذْتُمُوهُمْ سِخْرِيًّا حَتَّى أَنسَوْكُمْ ذِكْرِي وَكُنتُم مِّنْهُمْ تَضْحَكُونَ ﴿١١٠﴾
23/Al-Mu'minun-110: Faittakhathtumoohum sikhriyyan hatta ansawkum thikree wakuntum minhum tadhakoona
Toen maakten jullie hen tot een onderwerp van bespotting, totdat jullie vergaten Mij te gedenken. En jullie plachten ben uit te lachen. (110)
إِنِّي جَزَيْتُهُمُ الْيَوْمَ بِمَا صَبَرُوا أَنَّهُمْ هُمُ الْفَائِزُونَ ﴿١١١﴾
23/Al-Mu'minun-111: Innee jazaytuhumu alyawma bima sabaroo annahum humu alfa-izoona
Voorwaar, Ik gaf hun op die Dag een beloning omdat zij geduldig waren: en voorwaar, zij zijn de winnaars. (111)
قَالَ كَمْ لَبِثْتُمْ فِي الْأَرْضِ عَدَدَ سِنِينَ ﴿١١٢﴾
23/Al-Mu'minun-112: Qala kam labithtum fee al-ardi AAadada sineena
Hij (Allah) zei: "Hoeveel jaren verbleven jullie op de aarde?" (112)
قَالُوا لَبِثْنَا يَوْمًا أَوْ بَعْضَ يَوْمٍ فَاسْأَلْ الْعَادِّينَ ﴿١١٣﴾
23/Al-Mu'minun-113: Qaloo labithna yawman aw baAAda yawmin fais-ali alAAaddeena
Zij zeiden: "Wij verbleven daar een dag of een gedeelte van een dag, vraag het aan de rekenaars." (113)
قَالَ إِن لَّبِثْتُمْ إِلَّا قَلِيلًا لَّوْ أَنَّكُمْ كُنتُمْ تَعْلَمُونَ ﴿١١٤﴾
23/Al-Mu'minun-114: Qala in labithtum illa qaleelan law annakum kuntum taAAlamoona
Hij (Allah) zei: "Jullie verbleven er maar kort, als jullie het weten. (114)
أَفَحَسِبْتُمْ أَنَّمَا خَلَقْنَاكُمْ عَبَثًا وَأَنَّكُمْ إِلَيْنَا لَا تُرْجَعُونَ ﴿١١٥﴾
23/Al-Mu'minun-115: Afahasibtum annama khalaqnakum AAabathan waannakum ilayna la turjaAAoona
Dachten jullie dat Wij jullie zo maar geschapen hebben? En dat jullie niet tot Ons terugkeren?" (115)
فَتَعَالَى اللَّهُ الْمَلِكُ الْحَقُّ لَا إِلَهَ إِلَّا هُوَ رَبُّ الْعَرْشِ الْكَرِيمِ ﴿١١٦﴾
23/Al-Mu'minun-116: FataAAala Allahu almaliku alhaqqu la ilaha illa huwa rabbu alAAarshi alkareemi
Verheven is Allah, de Ware Koning er is geen god dan Hij, Heer van de Edele Troon. (116)
وَمَن يَدْعُ مَعَ اللَّهِ إِلَهًا آخَرَ لَا بُرْهَانَ لَهُ بِهِ فَإِنَّمَا حِسَابُهُ عِندَ رَبِّهِ إِنَّهُ لَا يُفْلِحُ الْكَافِرُونَ ﴿١١٧﴾
23/Al-Mu'minun-117: Waman yadAAu maAAa Allahi ilahan akhara la burhana lahu bihi fa-innama hisabuhu AAinda rabbihi innahu la yuflihu alkafiroona
En wie een andere god aanroept naast Allah, waarvoor hij geen bewijs heeft: voorwaar, zijn afrekening is bij zijn Heer. Voorwaar, de ongelovigen zullen niet welslagen. (117)
وَقُل رَّبِّ اغْفِرْ وَارْحَمْ وَأَنتَ خَيْرُ الرَّاحِمِينَ ﴿١١٨﴾
23/Al-Mu'minun-118: Waqul rabbi ighfir wairham waanta khayru alrrahimeena
En zeg: "Vergeef en begenadig, en U bent de Beste van de Bamhartigen." (118)