Nederlands [Veranderen]

القرآن الكريم / جزئها ٢ / صفحة ٣٥

Al-Baqarah 220-224, Koran - Djuz' 2 - Pagina 35

Djuz'-2, Pagina-35 - Koran recitatie door Abu Bakr al Shatri
Djuz'-2, Pagina-35 - Koran recitatie door Maher Al Mueaqly
Djuz'-2, Pagina-35 - Koran recitatie door Mishary al Afasy
vorig
volgende
share on facebook  tweet  share on google  print  
فِي الدُّنْيَا وَالآخِرَةِ وَيَسْأَلُونَكَ عَنِ الْيَتَامَى قُلْ إِصْلاَحٌ لَّهُمْ خَيْرٌ وَإِنْ تُخَالِطُوهُمْ فَإِخْوَانُكُمْ وَاللّهُ يَعْلَمُ الْمُفْسِدَ مِنَ الْمُصْلِحِ وَلَوْ شَاء اللّهُ لأعْنَتَكُمْ إِنَّ اللّهَ عَزِيزٌ حَكِيمٌ ﴿٢٢٠﴾
2/Al-Baqarah-220: Fee alddunya waal-akhirati wayas-aloonaka AAani alyatama qul islahun lahum khayrun wa-in tukhalitoohum fa-ikhwanukum waAllahu yaAAlamu almufsida mina almuslihi walaw shaa Allahu laaAAnatakum inna Allaha AAazeezun hakeemun
Over de wereld en het Hiernamaals. En zij vragen jou over de wezen. Zeg: "Het juiste beheer van hun zaken is een goede daad, en als jullie je bezittingen met die can hen vermengen, dan zijn zij jullie broeders. An Allah weet de verderfzaaier van de goede beheerder te onderscheiden. En als Allah het wilde, zou Hij jullie in moeilijkheden gebracht hebben. Voorwaar, Allah is Almachtig, Alwetend. (220)
وَلاَ تَنكِحُواْ الْمُشْرِكَاتِ حَتَّى يُؤْمِنَّ وَلأَمَةٌ مُّؤْمِنَةٌ خَيْرٌ مِّن مُّشْرِكَةٍ وَلَوْ أَعْجَبَتْكُمْ وَلاَ تُنكِحُواْ الْمُشِرِكِينَ حَتَّى يُؤْمِنُواْ وَلَعَبْدٌ مُّؤْمِنٌ خَيْرٌ مِّن مُّشْرِكٍ وَلَوْ أَعْجَبَكُمْ أُوْلَئِكَ يَدْعُونَ إِلَى النَّارِ وَاللّهُ يَدْعُوَ إِلَى الْجَنَّةِ وَالْمَغْفِرَةِ بِإِذْنِهِ وَيُبَيِّنُ آيَاتِهِ لِلنَّاسِ لَعَلَّهُمْ يَتَذَكَّرُونَ ﴿٢٢١﴾
2/Al-Baqarah-221: Wala tankihoo almushrikati hatta yu/minna walaamatun mu/minatun khayrun min mushrikatin walaw aAAjabatkum wala tunkihoo almushrikeena hatta yu/minoo walaAAabdun mu/minun khayrun min mushrikin walaw aAAjabakum ola-ika yadAAoona ila alnnari waAllahu yadAAoo
En huwt niet met de veelgodenaanbidsters totdat zij gelovigen zijn geworden, en een gelovige slavin is zeker beter dan een veelgodenaanbidster, ook al is zij aantrekkelijk voor jullie. En huwelijkt (de gelovige vrouwen) niet uit aan de veelgodenaanbidders, totdat zij gelovigen zijn geworden. En een gelovige slaaf is zeker beter dan een veelgodenaanbidder, ook al bevalt hij jullie. Zij nodigen uit tot de Hel, terwijl Allah tot het Paradijs en tot de vergeving uitnodigt, met Zijn verlof. Hij maakt Zijn Verzen duidelijk aan de mensen, hopelijk zullen zij (de vermaning) ter harte nemen. (221)
وَيَسْأَلُونَكَ عَنِ الْمَحِيضِ قُلْ هُوَ أَذًى فَاعْتَزِلُواْ النِّسَاء فِي الْمَحِيضِ وَلاَ تَقْرَبُوهُنَّ حَتَّىَ يَطْهُرْنَ فَإِذَا تَطَهَّرْنَ فَأْتُوهُنَّ مِنْ حَيْثُ أَمَرَكُمُ اللّهُ إِنَّ اللّهَ يُحِبُّ التَّوَّابِينَ وَيُحِبُّ الْمُتَطَهِّرِينَ ﴿٢٢٢﴾
2/Al-Baqarah-222: Wayas-aloonaka AAani almaheedi qul huwa athan faiAAtaziloo alnnisaa fee almaheedi wala taqraboohunna hatta yathurna fa-itha tatahharna fa/toohunna min haythu amarakumu Allahu inna Allaha yuhibbu alttawwabeena wayuhibbu almutatahhireena
En zij vragen jou over de menstruatie (Haid). Zeg: "Dat is een onreinheid, vermijdt daarom (sexueel contact met) de vrouwen gedurende de ongesteldheid. En nadert hen niet totdat zij rein zijn. Wanneer zij zich dan gereinigd hebben, dan mogen jullie tot hen komen, zoals Allah jullie bevolen heeft. Voorwaar, Allah heeft de berouwvollen lief en Hij heeft hen lief die zich reinigen. (222)
نِسَآؤُكُمْ حَرْثٌ لَّكُمْ فَأْتُواْ حَرْثَكُمْ أَنَّى شِئْتُمْ وَقَدِّمُواْ لأَنفُسِكُمْ وَاتَّقُواْ اللّهَ وَاعْلَمُواْ أَنَّكُم مُّلاَقُوهُ وَبَشِّرِ الْمُؤْمِنِينَ ﴿٢٢٣﴾
2/Al-Baqarah-223: Nisaokum harthun lakum fa/too harthakum anna shi/tum waqaddimoo li-anfusikum waittaqoo Allaha waiAAlamoo annakum mulaqoohu wabashshiri almu/mineena
Jullie vrouwen zijn (als) akkers voor jullie, komt dan tot jullie akkers zoals jullie wensen. En stuurt voor jullie zelf (goede werken) vooruit en vreest Allah en weet dat jullie Hem zeker zullen ontmoeten. En geeft verheugende tijdingen aan de gelovigen. (223)
وَلاَ تَجْعَلُواْ اللّهَ عُرْضَةً لِّأَيْمَانِكُمْ أَن تَبَرُّواْ وَتَتَّقُواْ وَتُصْلِحُواْ بَيْنَ النَّاسِ وَاللّهُ سَمِيعٌ عَلِيمٌ ﴿٢٢٤﴾
2/Al-Baqarah-224: Wala tajAAaloo Allaha AAurdatan li-aymanikum an tabarroo watattaqoo watuslihoo bayna alnnasi waAllahu sameeAAun AAaleemun
En maakt (de Naam van) Allah niet tot een belemmering in jullie eden (zwerende) dat jullie geen goedheid zullen bedrijven en (Allah) niet zullen vrezen en geen verzoening tussen de mensen tot stand zullen brengen. En Allah is Alhorend, Alwetend. (224)