Nederlands [Veranderen]

القرآن الكريم / جزئها ٢١ / صفحة ٤١٢

Luqman 12-19, Koran - Djuz' 21 - Pagina 412

Djuz'-21, Pagina-412 - Koran recitatie door Abu Bakr al Shatri
Djuz'-21, Pagina-412 - Koran recitatie door Maher Al Mueaqly
Djuz'-21, Pagina-412 - Koran recitatie door Mishary al Afasy
vorig
volgende
share on facebook  tweet  share on google  print  
وَلَقَدْ آتَيْنَا لُقْمَانَ الْحِكْمَةَ أَنِ اشْكُرْ لِلَّهِ وَمَن يَشْكُرْ فَإِنَّمَا يَشْكُرُ لِنَفْسِهِ وَمَن كَفَرَ فَإِنَّ اللَّهَ غَنِيٌّ حَمِيدٌ ﴿١٢﴾
31/Luqman-12: Walaqad atayna luqmana alhikmata ani oshkur lillahi waman yashkur fa-innama yashkuru linafsihi waman kafara fa-inna Allaha ghaniyyun hameedun
En voorzeker, Wij hebben Loeqmân de wijsheid geschonken: wees Allah dankbaar. En wie dankbaar is, is slechts dankbaar voor zichzelf; en wie ondankbaar is: voorwaar, Allah is Behoefteloos, Geprezen. (12)
وَإِذْ قَالَ لُقْمَانُ لِابْنِهِ وَهُوَ يَعِظُهُ يَا بُنَيَّ لَا تُشْرِكْ بِاللَّهِ إِنَّ الشِّرْكَ لَظُلْمٌ عَظِيمٌ ﴿١٣﴾
31/Luqman-13: Wa-ith qala luqmanu liibnihi wahuwa yaAAithuhu ya bunayya la tushrik biAllahi inna alshshirka lathulmun AAatheemun
En (gedenkt) toen Loeqmân tot zijn zoon zei, hem raad gevende: "O mijn zoon, ken Allah geen deelgenoten toe: voorwaar, het toekennen van deelgenoten (aan Allah) is zeker een geweldig onrecht." (13)
وَوَصَّيْنَا الْإِنسَانَ بِوَالِدَيْهِ حَمَلَتْهُ أُمُّهُ وَهْنًا عَلَى وَهْنٍ وَفِصَالُهُ فِي عَامَيْنِ أَنِ اشْكُرْ لِي وَلِوَالِدَيْكَ إِلَيَّ الْمَصِيرُ ﴿١٤﴾
31/Luqman-14: Wawassayna al-insana biwalidayhi hamalat-hu ommuhu wahnan AAala wahnin wafisaluhu fee AAamayni ani oshkur lee waliwalidayka ilayya almaseeru
En Wij bevolen de mens (goedheid) jegens zijn ouders. Zijn moeder droeg heen in zwakheid op zwakheid, en het zogen van hem duurde twee jaren. Wees daarom Mij en jouw ouders dankbaar. Tot Mij is de terugkeer. (14)
وَإِن جَاهَدَاكَ عَلى أَن تُشْرِكَ بِي مَا لَيْسَ لَكَ بِهِ عِلْمٌ فَلَا تُطِعْهُمَا وَصَاحِبْهُمَا فِي الدُّنْيَا مَعْرُوفًا وَاتَّبِعْ سَبِيلَ مَنْ أَنَابَ إِلَيَّ ثُمَّ إِلَيَّ مَرْجِعُكُمْ فَأُنَبِّئُكُم بِمَا كُنتُمْ تَعْمَلُونَ ﴿١٥﴾
31/Luqman-15: Wa-in jahadaka AAala an tushrika bee ma laysa laka bihi AAilmun fala tutiAAhuma wasahibhuma fee alddunya maAAroofan waittabiAA sabeela man anaba ilayya thumma ilayya marjiAAukum faonabbi-okum bima kuntum taAAmaloona
En als zij jou dwingen dat jij iets aan Mij toekent, zonder dat jij er kennis over hebt: gehoorzam ham dan niet. En vergezel hen vriendelijk op de wereld. En volg de Weg van degenen die zich tot Mij hebben gewend. Daarna is tot Mij jullie terugkeer. Dan zal Ik jullie op de hoogte brengen van wat jullie plachten te doen. (15)
يَا بُنَيَّ إِنَّهَا إِن تَكُ مِثْقَالَ حَبَّةٍ مِّنْ خَرْدَلٍ فَتَكُن فِي صَخْرَةٍ أَوْ فِي السَّمَاوَاتِ أَوْ فِي الْأَرْضِ يَأْتِ بِهَا اللَّهُ إِنَّ اللَّهَ لَطِيفٌ خَبِيرٌ ﴿١٦﴾
31/Luqman-16: Ya bunayya innaha in taku mithqala habbatin min khardalin fatakun fee sakhratin aw fee alssamawati aw fee al-ardi ya/ti biha Allahu inna Allaha lateefun khabeerun
(Lôeqmân zei:) "O mijn zoon, ook al is er iets dat slechts, het gewicht van een mosterdzaadje heeft, dat zich in een rots bevindt, of in de hemelen, of in de aarde: Allah zal het tevoorschijn brengen. Voorwaar, Allah is Zachtmoedig, Alwetend. (16)
يَا بُنَيَّ أَقِمِ الصَّلَاةَ وَأْمُرْ بِالْمَعْرُوفِ وَانْهَ عَنِ الْمُنكَرِ وَاصْبِرْ عَلَى مَا أَصَابَكَ إِنَّ ذَلِكَ مِنْ عَزْمِ الْأُمُورِ ﴿١٧﴾
31/Luqman-17: Ya bunayya aqimi alssalata wa/mur bialmaAAroofi wainha AAani almunkari waisbir AAala ma asabaka inna thalika min AAazmi al-omoori
O mijn zoon, onderhoud de shalât en roep op tot het goede en weerhoud van het verwerpelijke. En wees geduldig met wat jou treft. Voorwaar, dat behoort tot de aanbevolen daden. (17)
وَلَا تُصَعِّرْ خَدَّكَ لِلنَّاسِ وَلَا تَمْشِ فِي الْأَرْضِ مَرَحًا إِنَّ اللَّهَ لَا يُحِبُّ كُلَّ مُخْتَالٍ فَخُورٍ ﴿١٨﴾
31/Luqman-18: Wala tusaAAAAir khaddaka lilnnasi wala tamshi fee al-ardi marahan inna Allaha la yuhibbu kulla mukhtalin fakhoorin
En wend jouw gezicht niet af van de mensen en loop niet trots op aarde: voorwaar, Allah houdt van geen enkele verwaande opschepper. (18)
وَاقْصِدْ فِي مَشْيِكَ وَاغْضُضْ مِن صَوْتِكَ إِنَّ أَنكَرَ الْأَصْوَاتِ لَصَوْتُ الْحَمِيرِ ﴿١٩﴾
31/Luqman-19: Waiqsid fee mashyika waoghdud min sawtika inna ankara al-aswati lasawtu alhameeri
En wees gematigd in jouw (manier van) lopen en spreek met een zachte stem: voorwaar, de memt verafschuwde van de stemmen is zeker de stem van de ezel." (19)