Nederlands [Veranderen]

القرآن الكريم / جزئها ٢٢ / صفحة ٤٢٤

Al-Ahzab 44-50, Koran - Djuz' 22 - Pagina 424

Djuz'-22, Pagina-424 - Koran recitatie door Abu Bakr al Shatri
Djuz'-22, Pagina-424 - Koran recitatie door Maher Al Mueaqly
Djuz'-22, Pagina-424 - Koran recitatie door Mishary al Afasy
vorig
volgende
share on facebook  tweet  share on google  print  
تَحِيَّتُهُمْ يَوْمَ يَلْقَوْنَهُ سَلَامٌ وَأَعَدَّ لَهُمْ أَجْرًا كَرِيمًا ﴿٤٤﴾
33/Al-Ahzab-44: Tahiyyatuhum yawma yalqawnahu salamun waaAAadda lahum ajran kareeman
Hun begroeting op de Dag van de ontmoeting met Hem is: "Salâm!"' (Vrede!) En Hij heeft voor hen een edele beloning bereid. (44)
يَا أَيُّهَا النَّبِيُّ إِنَّا أَرْسَلْنَاكَ شَاهِدًا وَمُبَشِّرًا وَنَذِيرًا ﴿٤٥﴾
33/Al-Ahzab-45: Ya ayyuha alnnabiyyu inna arsalnaka shahidan wamubashshiran wanatheeran
O Profeet, voorwaar, Wij hebben jou gezonden als een getuige en als een brenger van verheugende tijdingen en als een waarschuwer. (45)
وَدَاعِيًا إِلَى اللَّهِ بِإِذْنِهِ وَسِرَاجًا مُّنِيرًا ﴿٤٦﴾
33/Al-Ahzab-46: WadaAAiyan ila Allahi bi-ithnihi wasirajan muneeran
En als een oproeper tot Allah, met Zijn toestemming, en als een verlichtende lamp. (46)
وَبَشِّرِ الْمُؤْمِنِينَ بِأَنَّ لَهُم مِّنَ اللَّهِ فَضْلًا كَبِيرًا ﴿٤٧﴾
33/Al-Ahzab-47: Wabashshiri almu/mineena bi-anna lahum mina Allahi fadlan kabeeran
En verkondig de gelovigen de verheugende tijding: dat er voer hen een grote gunst is van Allah. (47)
وَلَا تُطِعِ الْكَافِرِينَ وَالْمُنَافِقِينَ وَدَعْ أَذَاهُمْ وَتَوَكَّلْ عَلَى اللَّهِ وَكَفَى بِاللَّهِ وَكِيلًا ﴿٤٨﴾
33/Al-Ahzab-48: Wala tutiAAi alkafireena waalmunafiqeena wadaAA athahum watawakkal AAala Allahi wakafa biAllahi wakeelan
En gehoorzaam de ongelovigen en de huichelaars niet en schenk geen aandacht aan hun kwelling. En vertrouw op Allah. En Allah is voldoende als Beschermer. (48)
يَا أَيُّهَا الَّذِينَ آمَنُوا إِذَا نَكَحْتُمُ الْمُؤْمِنَاتِ ثُمَّ طَلَّقْتُمُوهُنَّ مِن قَبْلِ أَن تَمَسُّوهُنَّ فَمَا لَكُمْ عَلَيْهِنَّ مِنْ عِدَّةٍ تَعْتَدُّونَهَا فَمَتِّعُوهُنَّ وَسَرِّحُوهُنَّ سَرَاحًا جَمِيلًا ﴿٤٩﴾
33/Al-Ahzab-49: Ya ayyuha allatheena amanoo itha nakahtumu almu/minati thumma tallaqtumoohunna min qabli an tamassoohunna fama lakum AAalayhinna min AAiddatin taAAtaddoonaha famattiAAoohunna wasarrihoohunna sarahan jameelan
O jullie die geloven, wanner jullie de gelovige vrouwen hebben gehuwd en daarna van hen scheiden, voordat jullie hen hebben aangerakt, dan is er voor jullie geen plicht om hen een wachtperiode in acht te laten nemen. Geeft hun dan een geschenk en laat hen op een eervolle wijze gaan. (49)
يَا أَيُّهَا النَّبِيُّ إِنَّا أَحْلَلْنَا لَكَ أَزْوَاجَكَ اللَّاتِي آتَيْتَ أُجُورَهُنَّ وَمَا مَلَكَتْ يَمِينُكَ مِمَّا أَفَاء اللَّهُ عَلَيْكَ وَبَنَاتِ عَمِّكَ وَبَنَاتِ عَمَّاتِكَ وَبَنَاتِ خَالِكَ وَبَنَاتِ خَالَاتِكَ اللَّاتِي هَاجَرْنَ مَعَكَ وَامْرَأَةً مُّؤْمِنَةً إِن وَهَبَتْ نَفْسَهَا لِلنَّبِيِّ إِنْ أَرَادَ النَّبِيُّ أَن يَسْتَنكِحَهَا خَالِصَةً لَّكَ مِن دُونِ الْمُؤْمِنِينَ قَدْ عَلِمْنَا مَا فَرَضْنَا عَلَيْهِمْ فِي أَزْوَاجِهِمْ وَمَا مَلَكَتْ أَيْمَانُهُمْ لِكَيْلَا يَكُونَ عَلَيْكَ حَرَجٌ وَكَانَ اللَّهُ غَفُورًا رَّحِيمًا ﴿٥٠﴾
33/Al-Ahzab-50: Ya ayyuha alnnabiyyu inna ahlalna laka azwajaka allatee atayta ojoorahunna wama malakat yameenuka mimma afaa Allahu AAalayka wabanati AAammika wabanati AAammatika wabanati khalika wabanati khalatika allatee hajarna maAAaka waimraatan mu/minatan in wahabat
O Profeet, voorwaar. Wij hebben jou jouw echtgenotes die jij hun bruidschat hebt gegeven toegstaan, en de slavinnen waar jij over beschikt van wat Allah voor jou heeft aangewezen; en de dochters van jouw oom en de dochters van jouw tantes van vaderszijde; en de dochters van jouw oom van moederszijde en de dochters van jouw tantes van moederszijde. En (ook) zij die met jou zijn uitgeweken, en de gelovige vrouw die zichzelf aan de Profeet heeft geschonken, als de Profeet haar wenst te huwen, als een uitzondering voor jouzelf, die niet geldt voor de gelovigen. Voorzeker, Wij weten wat Wij hen verplicht hebben met betrekking tot hun echtgenotes en waar hun rechterhand over beschikt, opdat er voor jou geen moeilijkheid zal zijn. En Allah is Vergevensgezind, Meest Barmhartig. (50)