Nederlands [Veranderen]

القرآن الكريم / جزئها ٢٥ / صفحة ٤٨٢

Fussilat 47-54, Koran - Djuz' 25 - Pagina 482

Djuz'-25, Pagina-482 - Koran recitatie door Abu Bakr al Shatri
Djuz'-25, Pagina-482 - Koran recitatie door Maher Al Mueaqly
Djuz'-25, Pagina-482 - Koran recitatie door Mishary al Afasy
vorig
volgende
share on facebook  tweet  share on google  print  
إِلَيْهِ يُرَدُّ عِلْمُ السَّاعَةِ وَمَا تَخْرُجُ مِن ثَمَرَاتٍ مِّنْ أَكْمَامِهَا وَمَا تَحْمِلُ مِنْ أُنثَى وَلَا تَضَعُ إِلَّا بِعِلْمِهِ وَيَوْمَ يُنَادِيهِمْ أَيْنَ شُرَكَائِي قَالُوا آذَنَّاكَ مَا مِنَّا مِن شَهِيدٍ ﴿٤٧﴾
41/Fussilat-47: Ilayhi yuraddu AAilmu alssaAAati wama takhruju min thamaratin min akmamiha wama tahmilu min ontha wala tadaAAu illa biAAilmihi wayawma yunadeehim ayna shuraka-ee qaloo athannaka ma minna min shaheedin
Tot Hem wordt de kennis over het Uur teruggebracht. En er komen geen vruchten uit hun kolven; en er is geen vrouw die een kind draag of het baart, zonder dat het met Zijn Kennis gebeurt. Op de Dag waarop Hij tot hen roept: "Waar zij mijn deelgenoten?", zeggen zij: "Wij vertellen U dat niemand van ons daarvan getuigt." (47)
وَضَلَّ عَنْهُم مَّا كَانُوا يَدْعُونَ مِن قَبْلُ وَظَنُّوا مَا لَهُم مِّن مَّحِيصٍ ﴿٤٨﴾
41/Fussilat-48: Wadalla AAanhum ma kanoo yadAAoona min qablu wathannoo ma lahum min maheesin
En wat zij voorheen plachten aan te roepen is van hen weggedwaald, en zij zijn ervan overtuigd dat er voor hen geen uitweg is. (48)
لَا يَسْأَمُ الْإِنسَانُ مِن دُعَاء الْخَيْرِ وَإِن مَّسَّهُ الشَّرُّ فَيَؤُوسٌ قَنُوطٌ ﴿٤٩﴾
41/Fussilat-49: La yas-amu al-insanu min duAAa-i alkhayri wa-in massahu alshsharru fayaoosun qanootun
De mens versaagt niet om het goede te smeken; maar wanneer hem het slechte treft, dan is hij zonder hoop, wanhopig. (49)
وَلَئِنْ أَذَقْنَاهُ رَحْمَةً مِّنَّا مِن بَعْدِ ضَرَّاء مَسَّتْهُ لَيَقُولَنَّ هَذَا لِي وَمَا أَظُنُّ السَّاعَةَ قَائِمَةً وَلَئِن رُّجِعْتُ إِلَى رَبِّي إِنَّ لِي عِندَهُ لَلْحُسْنَى فَلَنُنَبِّئَنَّ الَّذِينَ كَفَرُوا بِمَا عَمِلُوا وَلَنُذِيقَنَّهُم مِّنْ عَذَابٍ غَلِيظٍ ﴿٥٠﴾
41/Fussilat-50: Wala-in athaqnahu rahmatan minna min baAAdi darraa massat-hu layaqoolanna hatha lee wama athunnu alssaAAata qa-imatan wala-in rujiAAtu ila rabbee inna lee AAindahu lalhusna falanunabbi-anna allatheena kafaroo bima AAamiloo walanutheeqannahum min AAathabin
En als Wij hem Barmhartigheid van Ons doen proeven nadat tegenspoed hem trof, dan zal bij zeker zeggen: "Het komt mij toe, en ik denk niet dat het Uur zal komen, en als ik tot mijn Heer teruggekeerd zou worden, dan zou er zeker voor mij aan Zijn Zijde het goede zijn." En Wij zullen zeker aan degenen die niet geloofden mededelen wat zij hebben gedaan. En Wij zullen hen zeker een zware bestraffing doen proeven. (50)
وَإِذَا أَنْعَمْنَا عَلَى الْإِنسَانِ أَعْرَضَ وَنَأى بِجَانِبِهِ وَإِذَا مَسَّهُ الشَّرُّ فَذُو دُعَاء عَرِيضٍ ﴿٥١﴾
41/Fussilat-51: Wa-itha anAAamna AAala al-insani aAArada wanaa bijanibihi wa-itha massahu alshsharru fathoo duAAa-in AAareedin
En als Wij de mens gunsten schenken, dan wendt hij zich af en verwijdert hij zich; maar als tegenspoed hem treft, dan richt hij vele smeekbeden (tot Allah). (51)
قُلْ أَرَأَيْتُمْ إِن كَانَ مِنْ عِندِ اللَّهِ ثُمَّ كَفَرْتُم بِهِ مَنْ أَضَلُّ مِمَّنْ هُوَ فِي شِقَاقٍ بَعِيدٍ ﴿٥٢﴾
41/Fussilat-52: Qul araaytum in kana min AAindi Allahi thumma kafartum bihi man adallu mimman huwa fee shiqaqin baAAeedin
Zeg: "Wat dachten jullie: als (deze Koran) van Allah afkomstig is, en jullie deze dan verwerpen; wie is er dan verder afgedwaald dan wie in vergaande twijfel verkeert?" (52)
سَنُرِيهِمْ آيَاتِنَا فِي الْآفَاقِ وَفِي أَنفُسِهِمْ حَتَّى يَتَبَيَّنَ لَهُمْ أَنَّهُ الْحَقُّ أَوَلَمْ يَكْفِ بِرَبِّكَ أَنَّهُ عَلَى كُلِّ شَيْءٍ شَهِيدٌ ﴿٥٣﴾
41/Fussilat-53: Sanureehim ayatina fee al-afaqi wafee anfusihim hatta yatabayyana lahum annahu alhaqqu awa lam yakfi birabbika annahu AAala kulli shay-in shaheedun
Wij zullen hun Onze Tekenen laten zien, aan de horizonten en in jullie zelf, tot het jullie duidelijk zal zijn dat bij (de Koran) de Waarheid is. Is het niet voldoende dat jouw Heer Getuige over alle zaken is? (53)
أَلَا إِنَّهُمْ فِي مِرْيَةٍ مِّن لِّقَاء رَبِّهِمْ أَلَا إِنَّهُ بِكُلِّ شَيْءٍ مُّحِيطٌ ﴿٥٤﴾
41/Fussilat-54: Ala innahum fee miryatin min liqa-i rabbihim ala innahu bikulli shay-in muheetun
Weet: voorwaar, zij verkeren in twijfel over de ontmoeting met hun Heer. Weet: voorwaar, Hij omvat alle zaken. (54)