Nederlands [Veranderen]

القرآن الكريم / جزئها ٢٦ / صفحة ٥١٤

Al-Fath 24-28, Koran - Djuz' 26 - Pagina 514

Djuz'-26, Pagina-514 - Koran recitatie door Abu Bakr al Shatri
Djuz'-26, Pagina-514 - Koran recitatie door Maher Al Mueaqly
Djuz'-26, Pagina-514 - Koran recitatie door Mishary al Afasy
vorig
volgende
share on facebook  tweet  share on google  print  
وَهُوَ الَّذِي كَفَّ أَيْدِيَهُمْ عَنكُمْ وَأَيْدِيَكُمْ عَنْهُم بِبَطْنِ مَكَّةَ مِن بَعْدِ أَنْ أَظْفَرَكُمْ عَلَيْهِمْ وَكَانَ اللَّهُ بِمَا تَعْمَلُونَ بَصِيرًا ﴿٢٤﴾
48/Al-Fath-24: Wahuwa allathee kaffa aydiyahum AAankum waaydiyakum AAanhum bibatni makkata min baAAdi an athfarakum AAalayhim wakana Allahu bima taAAmaloona baseeran
En Hij is Degene Die hun handen van jullie heeft afgehouden en Die jullie handen van hen afgehouden heeft, in het midden van Mekkah (bij de Masdjid al Harâm), nadat Hij jullie de overwinning over hen had geschonken. En Allah is Alziende over wat jullie doen. (24)
هُمُ الَّذِينَ كَفَرُوا وَصَدُّوكُمْ عَنِ الْمَسْجِدِ الْحَرَامِ وَالْهَدْيَ مَعْكُوفًا أَن يَبْلُغَ مَحِلَّهُ وَلَوْلَا رِجَالٌ مُّؤْمِنُونَ وَنِسَاء مُّؤْمِنَاتٌ لَّمْ تَعْلَمُوهُمْ أَن تَطَؤُوهُمْ فَتُصِيبَكُم مِّنْهُم مَّعَرَّةٌ بِغَيْرِ عِلْمٍ لِيُدْخِلَ اللَّهُ فِي رَحْمَتِهِ مَن يَشَاء لَوْ تَزَيَّلُوا لَعَذَّبْنَا الَّذِينَ كَفَرُوا مِنْهُمْ عَذَابًا أَلِيمًا ﴿٢٥﴾
48/Al-Fath-25: Humu allatheena kafaroo wasaddookum AAani almasjidi alharami waalhadya maAAkoofan an yablugha mahillahu walawla rijalun mu/minoona wanisaon mu/minatun lam taAAlamoohum an tataoohum fatuseebakum minhum maAAarratun bighayri AAilmin liyudkhila Allahu fee rah
Zij zijn degenen die niet geloofden en die jullie afhielden van de Masdjid Al Harâm (de gewijde Moskee te Mekkah) en die tegenhielden dat de offerdieren hun slachtplaats zouden bereiken. En als er geen gelovige mannen en gelovige vrouwen in Mekkah waren geweest, waarvan jullie niet wisten of jullie hen zouden doden, waarna jullie vanwege hen in moeilijkheden zouden raken, zonder het te weten... (dan zou Allah de verovering van Mekkah reeds toegestaan hebben.) Opdat Allah tot Zijn Barmhartigheid toelaat wie Hij wil. En als zij (gelovigen en ongelovigen) van elkaar gescheiden waren, dan hadden Wij zeker degenen die niet geloofden onder hen met een pijnlijke bestraffing bestraft. (25)
إِذْ جَعَلَ الَّذِينَ كَفَرُوا فِي قُلُوبِهِمُ الْحَمِيَّةَ حَمِيَّةَ الْجَاهِلِيَّةِ فَأَنزَلَ اللَّهُ سَكِينَتَهُ عَلَى رَسُولِهِ وَعَلَى الْمُؤْمِنِينَ وَأَلْزَمَهُمْ كَلِمَةَ التَّقْوَى وَكَانُوا أَحَقَّ بِهَا وَأَهْلَهَا وَكَانَ اللَّهُ بِكُلِّ شَيْءٍ عَلِيمًا ﴿٢٦﴾
48/Al-Fath-26: Ith jaAAala allatheena kafaroo fee quloobihimu alhamiyyata hamiyyata aljahiliyyati faanzala Allahu sakeenatahu AAala rasoolihi waAAala almu/mineena waalzamahum kalimata alttaqwa wakanoo ahaqqa biha waahlaha wakana Allahu bikulli shay-in AAaleeman
(Gedenkt) toen degenen die niet geloofden trots in hun harten brachten, de trots van de onwetendheid, toen liet Allah de vrede neerdalen over Zijn Boodschapper en de gelovigen, en Hij verplichtte hen zich te houden aan het woord van Taqwa. En zij hadden er meer recht op en zij waren er geschikt voor. En Allah is Alwetend over alle zaken. (26)
لَقَدْ صَدَقَ اللَّهُ رَسُولَهُ الرُّؤْيَا بِالْحَقِّ لَتَدْخُلُنَّ الْمَسْجِدَ الْحَرَامَ إِن شَاء اللَّهُ آمِنِينَ مُحَلِّقِينَ رُؤُوسَكُمْ وَمُقَصِّرِينَ لَا تَخَافُونَ فَعَلِمَ مَا لَمْ تَعْلَمُوا فَجَعَلَ مِن دُونِ ذَلِكَ فَتْحًا قَرِيبًا ﴿٢٧﴾
48/Al-Fath-27: Laqad sadaqa Allahu rasoolahu alrru/ya bialhaqqi latadkhulunna almasjida alharama in shaa Allahu amineena muhalliqeena ruoosakum wamuqassireena la takhafoona faAAalima ma lam taAAlamoo fajaAAala min dooni thalika fathan qareeban
En voorzeker, Allah heeft de droom van Zijn Boodschapper bewaarheid: dat jullie zeker de Masdjid Al Harâm zullen binnengaan, als Allah het wil in veiligheid, jullie hoofden kaal scherend en het hoofdhaar kort snijdend, zonder vrees. Hij (Allah) weet wat jullie niet weten en Hij bracht daarnaast een nabije overwinning. (27)
هُوَ الَّذِي أَرْسَلَ رَسُولَهُ بِالْهُدَى وَدِينِ الْحَقِّ لِيُظْهِرَهُ عَلَى الدِّينِ كُلِّهِ وَكَفَى بِاللَّهِ شَهِيدًا ﴿٢٨﴾
48/Al-Fath-28: Huwa allathee arsala rasoolahu bialhuda wadeeni alhaqqi liyuthhirahu AAala alddeeni kullihi wakafa biAllahi shaheedan
Hij is Degene Die Zijn Boodschapper met de Leiding en de ware godsdienst (de Islam) heeft gezonden om deze over alle godsdiensten te doen zegevieren. En Allah is voldoende als Getuige. (28)