Nederlands [Veranderen]

القرآن الكريم / جزئها ٢٧ / صفحة ٥٣٨

Al-Hadid 4-11, Koran - Djuz' 27 - Pagina 538

Djuz'-27, Pagina-538 - Koran recitatie door Abu Bakr al Shatri
Djuz'-27, Pagina-538 - Koran recitatie door Maher Al Mueaqly
Djuz'-27, Pagina-538 - Koran recitatie door Mishary al Afasy
vorig
volgende
share on facebook  tweet  share on google  print  
هُوَ الَّذِي خَلَقَ السَّمَاوَاتِ وَالْأَرْضَ فِي سِتَّةِ أَيَّامٍ ثُمَّ اسْتَوَى عَلَى الْعَرْشِ يَعْلَمُ مَا يَلِجُ فِي الْأَرْضِ وَمَا يَخْرُجُ مِنْهَا وَمَا يَنزِلُ مِنَ السَّمَاء وَمَا يَعْرُجُ فِيهَا وَهُوَ مَعَكُمْ أَيْنَ مَا كُنتُمْ وَاللَّهُ بِمَا تَعْمَلُونَ بَصِيرٌ ﴿٤﴾
57/Al-Hadid-4: Huwa allathee khalaqa alssamawati waal-arda fee sittati ayyamin thumma istawa AAala alAAarshi yaAAlamu ma yaliju fee al-ardi wama yakhruju minha wama yanzilu mina alssama-i wama yaAAruju feeha wahuwa maAAakum ayna ma kuntum waAllahu bima taAAmaloona basee
Hij is Degene Die de hemelen en de aarde heeft geschapen in zes dagen (perioden) waarna Hij Zich op de Troon zetelde. Hij kent wat de aarde ingaat en wat er uit komt en wat uit de hemel neerdaalt en wat er in opstijgt. En Hij is met jullie, waar jullie ook zijn. En Allah is Alziende over wat jullie doen. (4)
لَهُ مُلْكُ السَّمَاوَاتِ وَالْأَرْضِ وَإِلَى اللَّهِ تُرْجَعُ الأمُورُ ﴿٥﴾
57/Al-Hadid-5: Lahu mulku alssamawati waal-ardi wa-ila Allahi turjaAAu al-omooru
Aan Hem behoort de heerschappij van de hemelen en de aarde. En tot Allah keren de zaken terug. (5)
يُولِجُ اللَّيْلَ فِي النَّهَارِ وَيُولِجُ النَّهَارَ فِي اللَّيْلِ وَهُوَ عَلِيمٌ بِذَاتِ الصُّدُورِ ﴿٦﴾
57/Al-Hadid-6: Yooliju allayla fee alnnahari wayooliju alnnahara fee allayi wahuwa AAaleemun bithati alssudoori
Hij doet de nacht overgaan in de dag en Hij doet de dag overgaan in de nacht. En Hij is de Kenner van wat in de harten is. (6)
آمِنُوا بِاللَّهِ وَرَسُولِهِ وَأَنفِقُوا مِمَّا جَعَلَكُم مُّسْتَخْلَفِينَ فِيهِ فَالَّذِينَ آمَنُوا مِنكُمْ وَأَنفَقُوا لَهُمْ أَجْرٌ كَبِيرٌ ﴿٧﴾
57/Al-Hadid-7: Aminoo biAllahi warasoolihi waanfiqoo mimma jaAAalakum mustakhlafeena feehi faallatheena amanoo minkum waanfaqoo lahum ajrun kabeerun
Gelooft in Allah en Zijn Boodschapper en geeft bijdragen van dat waarover Hij jullie als beheerders aangesteld heeft. Voor degenen van jullie die geloven en bijdragen geven is er een grote beloning. (7)
وَمَا لَكُمْ لَا تُؤْمِنُونَ بِاللَّهِ وَالرَّسُولُ يَدْعُوكُمْ لِتُؤْمِنُوا بِرَبِّكُمْ وَقَدْ أَخَذَ مِيثَاقَكُمْ إِن كُنتُم مُّؤْمِنِينَ ﴿٨﴾
57/Al-Hadid-8: Wama lakum la tu/minoona biAllahi waalrrasoolu yadAAookum litu/minoo birabbikum waqad akhatha meethaqakum in kuntum mu/mineena
En wat is er met jullie, dat jullie niet geloven in Allah, terwijl de Boodschapper jullie oproept om te geloven in jullie Heer? En Hij is waarlijk een verbond met jullie aangegaan, als jullie gelovig zijn! (8)
هُوَ الَّذِي يُنَزِّلُ عَلَى عَبْدِهِ آيَاتٍ بَيِّنَاتٍ لِيُخْرِجَكُم مِّنَ الظُّلُمَاتِ إِلَى النُّورِ وَإِنَّ اللَّهَ بِكُمْ لَرَؤُوفٌ رَّحِيمٌ ﴿٩﴾
57/Al-Hadid-9: Huwa allathee yunazzilu AAala AAabdihi ayatin bayyinatin liyukhrijakum mina alththulumati ila alnnoori wa-inna Allaha bikum laraoofun raheemun
Hij is Degene Die duidelijke Verzen naar Zijn dienaar doet neerdalen om jullie uit de duisternissen naar het licht te voeren. En voorwaar, Allah is voor jullie zeker Zachtmoedig en Meest Barmhartig. (9)
وَمَا لَكُمْ أَلَّا تُنفِقُوا فِي سَبِيلِ اللَّهِ وَلِلَّهِ مِيرَاثُ السَّمَاوَاتِ وَالْأَرْضِ لَا يَسْتَوِي مِنكُم مَّنْ أَنفَقَ مِن قَبْلِ الْفَتْحِ وَقَاتَلَ أُوْلَئِكَ أَعْظَمُ دَرَجَةً مِّنَ الَّذِينَ أَنفَقُوا مِن بَعْدُ وَقَاتَلُوا وَكُلًّا وَعَدَ اللَّهُ الْحُسْنَى وَاللَّهُ بِمَا تَعْمَلُونَ خَبِيرٌ ﴿١٠﴾
57/Al-Hadid-10: Wama lakum alla tunfiqoo fee sabeeli Allahi walillahi meerathu alssamawati waal-ardi la yastawee minkum man anfaqa min qabli alfathi waqatala ola-ika aAAthamu darajatan mina allatheena anfaqoo min baAAdu waqataloo wakullan waAAada Allahu alhusna waAllahu
En wat is er met jullie, dat jullie geen bijdragen geven op de Weg van Allah, terwijl aan Allah de erfenis van de hemelen en de aarde behoort? Degenen van jullie die vóór de overwinning (bij Mekkah) bijdragen gaven en vochten, zijn niet gelijk, hun rang is hoger dan die van degenen die daarna bijdragen gaven en vochten. Maar beide groepen heeft Allah het goede (het Paradijs) beloofd. En Allah is Alwetend over wat jullie doen. (10)
مَن ذَا الَّذِي يُقْرِضُ اللَّهَ قَرْضًا حَسَنًا فَيُضَاعِفَهُ لَهُ وَلَهُ أَجْرٌ كَرِيمٌ ﴿١١﴾
57/Al-Hadid-11: Man tha allathee yuqridu Allaha qardan hasanan fayudaAAifahu lahu walahu ajrun kareemun
Wie is degene die aan Allah een goede lening geeft? Dan zal Hij deze verdubbelen voor hem en voor hem is er een rijke beloning. (11)