Nederlands
[
Veranderen
]
Коран на български език
Коран на русском языке
Quran di Indonesia
Corán en español
Koran on-Nederlandse
Coran en français
Koran auf Deutsch
Quran in English
Kuran-ı Kerim Türkçe Meali
Koran
Soeras in de Koran
Juz' in de Koran
Luister Koran (nieuwe)
Dempen (Actief)
Abu Bakr al Shatri
Maher Al Mueaqly
Mishary al Afasy
القرآن الكريم / جزئها ٢٨ / صفحة ٥٥٣
القرآن الكريم
»
جزئها ٢٨
»
القرآن الكريم / جزئها ٢٨ / صفحة ٥٥٣
Al-Jumu'ah 1-8, Koran - Djuz' 28 - Pagina 553
de Heilige Koran
»
Juz' in de Koran
»
Djuz' 28
»
Al-Jumu'ah 1-8, Koran - Djuz' 28 - Pagina 553
Luister Koran Pagina-553
سورة الـجـمـعـة
Soera Al-Jumu'ah
Bismi Allahi alrrahmani alrraheemi
يُسَبِّحُ لِلَّهِ مَا فِي السَّمَاوَاتِ وَمَا فِي الْأَرْضِ الْمَلِكِ الْقُدُّوسِ الْعَزِيزِ الْحَكِيمِ
﴿١﴾
62/Al-Jumu'ah-1: Yusabbihu lillahi ma fee alssamawati wama fee al-ardi almaliki alquddoosi alAAazeezi alhakeemi
Wat er in de hemelen en op de aarde is prijst de Glorie van Allah de Heerser, de Heilige, de Almachtige, de Alwijze. (1)
هُوَ الَّذِي بَعَثَ فِي الْأُمِّيِّينَ رَسُولًا مِّنْهُمْ يَتْلُو عَلَيْهِمْ آيَاتِهِ وَيُزَكِّيهِمْ وَيُعَلِّمُهُمُ الْكِتَابَ وَالْحِكْمَةَ وَإِن كَانُوا مِن قَبْلُ لَفِي ضَلَالٍ مُّبِينٍ
﴿٢﴾
62/Al-Jumu'ah-2: Huwa allathee baAAatha fee al-ommiyyeena rasoolan minhum yatloo AAalayhim ayatihi wayuzakkeehim wayuAAallimuhumu alkitaba waalhikmata wa-in kanoo min qablu lafee dalalin mubeenin
Hij is Degene Die bij de ongeletterden een Boodschapper uit hun midden zond, die hun Zijn Verzen voordroeg, en die hen reinigde, en die hun het Boek en de Wijsheid onderwees, terwijl zij daarvoor in duidelijke dwaling verkeerden. (2)
وَآخَرِينَ مِنْهُمْ لَمَّا يَلْحَقُوا بِهِمْ وَهُوَ الْعَزِيزُ الْحَكِيمُ
﴿٣﴾
62/Al-Jumu'ah-3: Waakhareena minhum lamma yalhaqoo bihim wahuwa alAAazeezu alhakeemu
En (Allah zond hem) aan anderen onder hen die zich nog niet bij hem hebben gevoegd. En Hij is de Almachtige, de Alwijze. (3)
ذَلِكَ فَضْلُ اللَّهِ يُؤْتِيهِ مَن يَشَاء وَاللَّهُ ذُو الْفَضْلِ الْعَظِيمِ
﴿٤﴾
62/Al-Jumu'ah-4: Thalika fadlu Allahi yu/teehi man yashao waAllahu thoo alfadli alAAatheemi
Dat is de gunst van Allah die Hij geeft aan wie Hij wil. En Allah is de Bezitter van de Geweldige Gunst. (4)
مَثَلُ الَّذِينَ حُمِّلُوا التَّوْرَاةَ ثُمَّ لَمْ يَحْمِلُوهَا كَمَثَلِ الْحِمَارِ يَحْمِلُ أَسْفَارًا بِئْسَ مَثَلُ الْقَوْمِ الَّذِينَ كَذَّبُوا بِآيَاتِ اللَّهِ وَاللَّهُ لَا يَهْدِي الْقَوْمَ الظَّالِمِينَ
﴿٥﴾
62/Al-Jumu'ah-5: Mathalu allatheena hummiloo alttawrata thumma lam yahmilooha kamathali alhimari yahmilu asfaran bi/sa mathalu alqawmi allatheena kaththaboo bi-ayati Allahi waAllahu la yahdee alqawma alththalimeena
De gelijkenis van degenen aan wie de Taurât is opgedragen en zich er vervolgens niet aan houden, is als de gelijkenis van een ezel die boeken draagt. Slecht is de gelijkenis van het volk dat de Verzen van Allah loochent. En Allah leidt het onrechtplegende volk niet. (5)
قُلْ يَا أَيُّهَا الَّذِينَ هَادُوا إِن زَعَمْتُمْ أَنَّكُمْ أَوْلِيَاء لِلَّهِ مِن دُونِ النَّاسِ فَتَمَنَّوُا الْمَوْتَ إِن كُنتُمْ صَادِقِينَ
﴿٦﴾
62/Al-Jumu'ah-6: Qul ya ayyuha allatheena hadoo in zaAAamtum annakum awliyao lillahi min dooni alnnasi fatamannawoo almawta in kuntum sadiqeena
Zeg: "O jullie die Jood zijn, als jullie veronderstelden dat jullie de vrienden van Allah waren, met uitsluiting van de (andere) mensen: wenst dan de dood, als jullie waarachtig zijn!" (6)
وَلَا يَتَمَنَّوْنَهُ أَبَدًا بِمَا قَدَّمَتْ أَيْدِيهِمْ وَاللَّهُ عَلِيمٌ بِالظَّالِمِينَ
﴿٧﴾
62/Al-Jumu'ah-7: Wala yatamannawnahu abadan bima qaddamat aydeehim waAllahu AAaleemun bialththalimeena
Maar zij zullen die nooit wensen wegens dat wat hun handen vooruit hebben gezonden. En Allah is Alwetend over de onrechtplegers. (7)
قُلْ إِنَّ الْمَوْتَ الَّذِي تَفِرُّونَ مِنْهُ فَإِنَّهُ مُلَاقِيكُمْ ثُمَّ تُرَدُّونَ إِلَى عَالِمِ الْغَيْبِ وَالشَّهَادَةِ فَيُنَبِّئُكُم بِمَا كُنتُمْ تَعْمَلُونَ
﴿٨﴾
62/Al-Jumu'ah-8: Qul inna almawta allathee tafirroona minhu fa-innahu mulaqeekum thumma turaddoona ila AAalimi alghaybi waalshshahadati fayunabbi-okum bima kuntum taAAmaloona
Zeg: "Voorwaar, de dood die jullie trachten te voorkomen zal jullie zeker vinden, daarna zullen jullie worden teruggevoerd naar de Kenner van het onwaarneembare en het waarneembare en Hij zal jullie dan mededelen wat jullie plachten te doen." (8)