Nederlands [Veranderen]

القرآن الكريم / جزئها ٢٨ / صفحة ٥٥٧

At-Taghabun 10-18, Koran - Djuz' 28 - Pagina 557

Djuz'-28, Pagina-557 - Koran recitatie door Abu Bakr al Shatri
Djuz'-28, Pagina-557 - Koran recitatie door Maher Al Mueaqly
Djuz'-28, Pagina-557 - Koran recitatie door Mishary al Afasy
vorig
volgende
share on facebook  tweet  share on google  print  
وَالَّذِينَ كَفَرُوا وَكَذَّبُوا بِآيَاتِنَا أُوْلَئِكَ أَصْحَابُ النَّارِ خَالِدِينَ فِيهَا وَبِئْسَ الْمَصِيرُ ﴿١٠﴾
64/At-Taghabun-10: Waallatheena kafaroo wakaththaboo bi-ayatina ola-ika as-habu alnnari khalideena feeha wabi/sa almaseeru
Maar degenen die ongelovig waren en Onze Verzen loochenden: zij zijn degenen die de bewoners van de Hel zijn, zij zijn daarin eeuwig levenden. En slecht is de plaats van terugkeer! (10)
مَا أَصَابَ مِن مُّصِيبَةٍ إِلَّا بِإِذْنِ اللَّهِ وَمَن يُؤْمِن بِاللَّهِ يَهْدِ قَلْبَهُ وَاللَّهُ بِكُلِّ شَيْءٍ عَلِيمٌ ﴿١١﴾
64/At-Taghabun-11: Ma asaba min museebatin illa bi-ithni Allahi waman yu/min biAllahi yahdi qalbahu waAllahu bikulli shay-in AAaleemun
Er is niemand die een ramp overkomt, of deze gebeurt met het verlof van Allah. En wie in Allah gelooft: Hij zal diens hart leiden. En Allah is Alwetend over alle zaken. (11)
وَأَطِيعُوا اللَّهَ وَأَطِيعُوا الرَّسُولَ فَإِن تَوَلَّيْتُمْ فَإِنَّمَا عَلَى رَسُولِنَا الْبَلَاغُ الْمُبِينُ ﴿١٢﴾
64/At-Taghabun-12: WaateeAAoo Allaha waateeAAoo alrrasoola fa-in tawallaytum fa-innama AAala rasoolina albalaghu almubeenu
En gehoorzaamt Allah en gehoorzaamt de Boodschapper. Als jullie je afwenden, dan is aan Onze Boodschapper slechts de duidelijke verkondiging. (12)
اللَّهُ لَا إِلَهَ إِلَّا هُوَ وَعَلَى اللَّهِ فَلْيَتَوَكَّلِ الْمُؤْمِنُونَ ﴿١٣﴾
64/At-Taghabun-13: Allahu la ilaha illa huwa waAAala Allahi falyatawakkali almu/minoona
Allah! Er is geen god dan Hij. En laat daarom de gelovigen op Allah vertrouwen. (13)
يَا أَيُّهَا الَّذِينَ آمَنُوا إِنَّ مِنْ أَزْوَاجِكُمْ وَأَوْلَادِكُمْ عَدُوًّا لَّكُمْ فَاحْذَرُوهُمْ وَإِن تَعْفُوا وَتَصْفَحُوا وَتَغْفِرُوا فَإِنَّ اللَّهَ غَفُورٌ رَّحِيمٌ ﴿١٤﴾
64/At-Taghabun-14: Ya ayyuha allatheena amanoo inna min azwajikum waawladikum AAaduwwan lakum faihtharoohum wa-in taAAfoo watasfahoo wataghfiroo fa-inna Allaha ghafoorun raheemun
O jullie die geloven, voorwaar, er zijn er onder jullie vrouwen en jullie kinderen die vijanden voor jullie zijn. Kijk daarom voor hen uit. En als jullie kwijtschelden en het niet aanrekenen en vergeven, dan is Allah waarlijk Vergevensgezind en Meest Barmhartig. (14)
إِنَّمَا أَمْوَالُكُمْ وَأَوْلَادُكُمْ فِتْنَةٌ وَاللَّهُ عِندَهُ أَجْرٌ عَظِيمٌ ﴿١٥﴾
64/At-Taghabun-15: Innama amwalukum waawladukum fitnatun waAllahu AAindahu ajrun AAatheemun
Voorwaar, jullie bezittingen en jullie kinderen zijn slechts een beproeving. En bij Allah is een geweldige beloning. (15)
فَاتَّقُوا اللَّهَ مَا اسْتَطَعْتُمْ وَاسْمَعُوا وَأَطِيعُوا وَأَنفِقُوا خَيْرًا لِّأَنفُسِكُمْ وَمَن يُوقَ شُحَّ نَفْسِهِ فَأُوْلَئِكَ هُمُ الْمُفْلِحُونَ ﴿١٦﴾
64/At-Taghabun-16: Faittaqoo Allaha ma istataAAtum waismaAAoo waateeAAoo waanfiqoo khayran li-anfusikum waman yooqa shuhha nafsihi faola-ika humu almuflihoona
Vreest daarom Allah volgens jullie vermogen; en luistert en gehoorzaamt; en geeft bijdragen, het is beter voor jullie zelf. En wie wordt behoed voor zijn eigen gierigheid: zij zijn degenen die de welslagenden zijn. (16)
إِن تُقْرِضُوا اللَّهَ قَرْضًا حَسَنًا يُضَاعِفْهُ لَكُمْ وَيَغْفِرْ لَكُمْ وَاللَّهُ شَكُورٌ حَلِيمٌ ﴿١٧﴾
64/At-Taghabun-17: In tuqridoo Allaha qardan hasanan yudaAAifhu lakum wayaghfir lakum waAllahu shakoorun haleemun
Als jullie Allah een goede lening geven, dan zal Hij die voor jullie vermenigvuldigen en jullie vergeven. En Allah is Waarderend, Zachtmoedig. (17)
عَالِمُ الْغَيْبِ وَالشَّهَادَةِ الْعَزِيزُ الْحَكِيمُ ﴿١٨﴾
64/At-Taghabun-18: AAalimu alghaybi waalshshahadati alAAazeezu alhakeemu
De Kenner van het onwaarneembare en het waarneembare, de Almachtige, de Alwijze. (18)