Nederlands [Veranderen]

القرآن الكريم / جزئها ٢٨ / صفحة ٥٥٩

At-Talaq 6-12, Koran - Djuz' 28 - Pagina 559

Djuz'-28, Pagina-559 - Koran recitatie door Abu Bakr al Shatri
Djuz'-28, Pagina-559 - Koran recitatie door Maher Al Mueaqly
Djuz'-28, Pagina-559 - Koran recitatie door Mishary al Afasy
vorig
volgende
share on facebook  tweet  share on google  print  
أَسْكِنُوهُنَّ مِنْ حَيْثُ سَكَنتُم مِّن وُجْدِكُمْ وَلَا تُضَارُّوهُنَّ لِتُضَيِّقُوا عَلَيْهِنَّ وَإِن كُنَّ أُولَاتِ حَمْلٍ فَأَنفِقُوا عَلَيْهِنَّ حَتَّى يَضَعْنَ حَمْلَهُنَّ فَإِنْ أَرْضَعْنَ لَكُمْ فَآتُوهُنَّ أُجُورَهُنَّ وَأْتَمِرُوا بَيْنَكُم بِمَعْرُوفٍ وَإِن تَعَاسَرْتُمْ فَسَتُرْضِعُ لَهُ أُخْرَى ﴿٦﴾
65/At-Talaq-6: Askinoohunna min haythu sakantum min wujdikum wala tudarroohunna litudayyiqoo AAalayhinna wa-in kunna olati hamlin faanfiqoo AAalayhinna hatta yadaAAna hamlahunna fa-in ardaAAna lakum faatoohunna ojoorahunna wa/tamiroo baynakum bimaAAroofin wa-in taAAasar
Laat hen (gedurende de wachttijd) wonen zoals jullie zelf wonen, naar jullie vermogens, en kwelt hen niet om hen in het nauw te drijven. En als zij zwanger zijn, voorziet hun dan tot zij gebaard hebben wat zij dragen. En als zij (de kinderen) voor jullie zogen, geeft hun dan hun vergoeding en pleegt onderling overleg op een redelijke wijze. En als jullie moeilijkheden ondervinden, laat dan een andere (vrouw het kind) voor hem zogen. (6)
لِيُنفِقْ ذُو سَعَةٍ مِّن سَعَتِهِ وَمَن قُدِرَ عَلَيْهِ رِزْقُهُ فَلْيُنفِقْ مِمَّا آتَاهُ اللَّهُ لَا يُكَلِّفُ اللَّهُ نَفْسًا إِلَّا مَا آتَاهَا سَيَجْعَلُ اللَّهُ بَعْدَ عُسْرٍ يُسْرًا ﴿٧﴾
65/At-Talaq-7: Liyunfiq thoo saAAatin min saAAatihi waman qudira AAalayhi rizquhu falyunfiq mimma atahu Allahu la yukallifu Allahu nafsan illa ma ataha sayajAAalu Allahu baAAda AAusrin yusran
Laat de welvarende besteden volgens zijn welvaart; en degene wiens voorzieningen beperkt zijn, laat hem besteden van wat Allah hem heeft gegeven. Allah belast geen ziel dan volgens wat Hij haar heeft gegeven. Allah zal na moeilijkheden gemak schenken. (7)
وَكَأَيِّن مِّن قَرْيَةٍ عَتَتْ عَنْ أَمْرِ رَبِّهَا وَرُسُلِهِ فَحَاسَبْنَاهَا حِسَابًا شَدِيدًا وَعَذَّبْنَاهَا عَذَابًا نُّكْرًا ﴿٨﴾
65/At-Talaq-8: Wakaayyin min qaryatin AAatat AAan amri rabbiha warusulihi fahasabnaha hisaban shadeedan waAAaththabnaha AAathaban nukran
En hoeveel steden zijn er niet in opstand gekomen tegen het bevel van hun Heer en Zijn Boodschappers, waarop Wij met hen afrekenden met een harde afrekening. En Wij hebben hen met een verschrikkelijke bestraffing bestraft. (8)
فَذَاقَتْ وَبَالَ أَمْرِهَا وَكَانَ عَاقِبَةُ أَمْرِهَا خُسْرًا ﴿٩﴾
65/At-Talaq-9: Fathaqat wabala amriha wakana AAaqibatu amriha khusran
Zij proefden toen het kwaad van hun wandaden, en het einde van hun zaak was een verlies. (9)
أَعَدَّ اللَّهُ لَهُمْ عَذَابًا شَدِيدًا فَاتَّقُوا اللَّهَ يَا أُوْلِي الْأَلْبَابِ الَّذِينَ آمَنُوا قَدْ أَنزَلَ اللَّهُ إِلَيْكُمْ ذِكْرًا ﴿١٠﴾
65/At-Talaq-10: AAadda Allahu lahum AAathaban shadeedan faittaqoo Allaha ya olee al-albabi allatheena amanoo qad anzala Allahu ilaykum thikran
Allah heeft voor hen een harde bestraffing bereid. Vreest daarom Allah, O bezitters van verstand die geloven! Waarlijk, Allah heeft tot jullie een Vermaning gezonden. (10)
رَّسُولًا يَتْلُو عَلَيْكُمْ آيَاتِ اللَّهِ مُبَيِّنَاتٍ لِّيُخْرِجَ الَّذِينَ آمَنُوا وَعَمِلُوا الصَّالِحَاتِ مِنَ الظُّلُمَاتِ إِلَى النُّورِ وَمَن يُؤْمِن بِاللَّهِ وَيَعْمَلْ صَالِحًا يُدْخِلْهُ جَنَّاتٍ تَجْرِي مِن تَحْتِهَا الْأَنْهَارُ خَالِدِينَ فِيهَا أَبَدًا قَدْ أَحْسَنَ اللَّهُ لَهُ رِزْقًا ﴿١١﴾
65/At-Talaq-11: Rasoolan yatloo AAalaykum ayati Allahi mubayyinatin liyukhrija allatheena amanoo waAAamiloo alssalihati mina alththulumati ila alnnoori waman yu/min biAllahi wayaAAmal salihan yudkhilhu jannatin tajree min tahtiha al-anharu khalideena feeha abadan qad ahs
Een Boodschapper die voor jullie de verduidelijkende Verzen van Allah voordraagt, om degenen die geloven en goede daden verrichten uit de duisternissen naar het licht te voeren. En wie in Allah gelooft en goede daden verricht: Hij zal hem Tuinen (het Paradijs) doen binnengaan waar de rivieren onder door stromen. Zij zijn daarin eeuwig levenden, voor altijd. Allah heeft hem waarlijk een goede voorziening gegeven. (11)
اللَّهُ الَّذِي خَلَقَ سَبْعَ سَمَاوَاتٍ وَمِنَ الْأَرْضِ مِثْلَهُنَّ يَتَنَزَّلُ الْأَمْرُ بَيْنَهُنَّ لِتَعْلَمُوا أَنَّ اللَّهَ عَلَى كُلِّ شَيْءٍ قَدِيرٌ وَأَنَّ اللَّهَ قَدْ أَحَاطَ بِكُلِّ شَيْءٍ عِلْمًا ﴿١٢﴾
65/At-Talaq-12: Allahu allathee khalaqa sabAAa samawatin wamina al-ardi mithlahunna yatanazzalu al-amru baynahunna litaAAlamoo anna Allaha AAala kulli shay-in qadeerun waanna Allaha qad ahata bikulli shay-in AAilman
Allah is Degene Die de zeven hemelen heeft geschapen en zo ook de aarde. De beschikking daalt tussen hen (hemel en aarde) neer, opdat jullie weten dat Allah de Almachtige over alle zaken is en dat Allah alle zaken in kennis omvat. (12)