Nederlands [Veranderen]

القرآن الكريم / جزئها ٣ / صفحة ٥١

Al-'Imran 10-15, Koran - Djuz' 3 - Pagina 51

Djuz'-3, Pagina-51 - Koran recitatie door Abu Bakr al Shatri
Djuz'-3, Pagina-51 - Koran recitatie door Maher Al Mueaqly
Djuz'-3, Pagina-51 - Koran recitatie door Mishary al Afasy
vorig
volgende
share on facebook  tweet  share on google  print  
إِنَّ الَّذِينَ كَفَرُواْ لَن تُغْنِيَ عَنْهُمْ أَمْوَالُهُمْ وَلاَ أَوْلاَدُهُم مِّنَ اللّهِ شَيْئًا وَأُولَئِكَ هُمْ وَقُودُ النَّارِ ﴿١٠﴾
3/Al-'Imran-10: Inna allatheena kafaroo lan tughniya AAanhum amwaluhum wala awladuhum mina Allahi shay-an waola-ika hum waqoodu alnnari
Voorwaar, degenen die ongelovig zijn: hun eigendommen, noch hun nakomelingen zullen hun baten tegen (de bestraffing) van Allah en zij zijn brandstof voor de Hel. (10)
كَدَأْبِ آلِ فِرْعَوْنَ وَالَّذِينَ مِن قَبْلِهِمْ كَذَّبُواْ بِآيَاتِنَا فَأَخَذَهُمُ اللّهُ بِذُنُوبِهِمْ وَاللّهُ شَدِيدُ الْعِقَابِ ﴿١١﴾
3/Al-'Imran-11: Kada/bi ali firAAawna waallatheena min qablihim kaththaboo bi-ayatina faakhathahumu Allahu bithunoobihim waAllahu shadeedu alAAiqabi
Zoals dat het geval was met het familie van de Fir'aun en degenen vóór hen, zij loochenden Onze Tekenen en Allah strafte hen vanwege hun zonden. En Allah is streng in de Bestraffing. (11)
قُل لِّلَّذِينَ كَفَرُواْ سَتُغْلَبُونَ وَتُحْشَرُونَ إِلَى جَهَنَّمَ وَبِئْسَ الْمِهَادُ ﴿١٢﴾
3/Al-'Imran-12: Qul lillatheena kafaroo satughlaboona watuhsharoona ila jahannama wabi/sa almihadu
Zeg (O Moehammad tot degenen die ongelovig zijn: "Jullie zullen verslagen worden en in de Hel verzameld worden, en (dat is) de slechtste verblijfplaats." (12)
قَدْ كَانَ لَكُمْ آيَةٌ فِي فِئَتَيْنِ الْتَقَتَا فِئَةٌ تُقَاتِلُ فِي سَبِيلِ اللّهِ وَأُخْرَى كَافِرَةٌ يَرَوْنَهُم مِّثْلَيْهِمْ رَأْيَ الْعَيْنِ وَاللّهُ يُؤَيِّدُ بِنَصْرِهِ مَن يَشَاء إِنَّ فِي ذَلِكَ لَعِبْرَةً لَّأُوْلِي الأَبْصَارِ ﴿١٣﴾
3/Al-'Imran-13: Qad kana lakum ayatun fee fi-atayni iltaqata fi-atun tuqatilu fee sabeeli Allahi waokhra kafiratun yarawnahum mithlayhim ra/ya alAAayni waAllahu yu-ayyidu binasrihi man yashao inna fee thalika laAAibratan li-olee al-absari
Er is waarlijk reeds vóór jullie een Teken geweest in de twee groepen (legers) die elkaar entmoetten. Het ene vocht op de Weg van Allah, en het andere was een ongelovige (groep). Zij (de ongelovigen) zagen hen (de gelovigen) met hun ogen twee maal En Allah steunt met Zijn hulp wie Hij wil. Voorwaar, daarin is zeker een lering voor de bezitters van inzicht. (13)
زُيِّنَ لِلنَّاسِ حُبُّ الشَّهَوَاتِ مِنَ النِّسَاء وَالْبَنِينَ وَالْقَنَاطِيرِ الْمُقَنطَرَةِ مِنَ الذَّهَبِ وَالْفِضَّةِ وَالْخَيْلِ الْمُسَوَّمَةِ وَالأَنْعَامِ وَالْحَرْثِ ذَلِكَ مَتَاعُ الْحَيَاةِ الدُّنْيَا وَاللّهُ عِندَهُ حُسْنُ الْمَآبِ ﴿١٤﴾
3/Al-'Imran-14: Zuyyina lilnnasi hubbu alshshahawati mina alnnisa-i waalbaneena waalqanateeri almuqantarati mina alththahabi waalfiddati waalkhayli almusawwamati waal-anAAami waalharthi thalika mataAAu alhayati alddunya waAllahu AAindahu husnu almaabi
Voor de mensen is de liefde voor begeerlijke (zaken) als vrouwen aantrekkelijk gemaakt, (evenals de liefde voor) zonen, omvangrijke gouden en zilveren bezittengen, gemerkte paarden en kudden dieren en akkers. Dat is de genieting van het wereldse leven. En Allah, bij Hem is de beste terugkeer. (14)
قُلْ أَؤُنَبِّئُكُم بِخَيْرٍ مِّن ذَلِكُمْ لِلَّذِينَ اتَّقَوْا عِندَ رَبِّهِمْ جَنَّاتٌ تَجْرِي مِن تَحْتِهَا الأَنْهَارُ خَالِدِينَ فِيهَا وَأَزْوَاجٌ مُّطَهَّرَةٌ وَرِضْوَانٌ مِّنَ اللّهِ وَاللّهُ بَصِيرٌ بِالْعِبَادِ ﴿١٥﴾
3/Al-'Imran-15: Qul aonabbi-okum bikhayrin min thalikum lillatheena ittaqaw AAinda rabbihim jannatun tajree min tahtiha al-anharu khalideena feeha waazwajun mutahharatun waridwanun mina Allahi waAllahu baseerun bialAAibadi
Zeg (O Moehammad): "Zal ik jullie over (iets) beters dan dat mededelen? Voor degenen die (Allah) vrezen zijn er tuinen (de Paradijs) bij hun Heer, waar onder door de rivieren stromen, daar zijn zij eeuwig levenden en (daar zijn) reine echtgenotes en het welbehagen van Allah." En Allah is Alziende over de dienaren. (15)