Nederlands [Veranderen]

القرآن الكريم / جزئها ٥ / صفحة ٩١

An-Nisa 80-86, Koran - Djuz' 5 - Pagina 91

Djuz'-5, Pagina-91 - Koran recitatie door Abu Bakr al Shatri
Djuz'-5, Pagina-91 - Koran recitatie door Maher Al Mueaqly
Djuz'-5, Pagina-91 - Koran recitatie door Mishary al Afasy
vorig
volgende
share on facebook  tweet  share on google  print  
مَّنْ يُطِعِ الرَّسُولَ فَقَدْ أَطَاعَ اللّهَ وَمَن تَوَلَّى فَمَا أَرْسَلْنَاكَ عَلَيْهِمْ حَفِيظًا ﴿٨٠﴾
4/An-Nisa-80: Man yutiAAi alrrasoola faqad ataAAa Allaha waman tawalla fama arsalnaka AAalayhim hafeethan
Wie de Boodschapper gehoorzaamt, bij gehoorzaamt waarlijk Allah. En wie zich afkeert: Wij hebben jou niet als toezichthouder naar ben gezonden. (80)
وَيَقُولُونَ طَاعَةٌ فَإِذَا بَرَزُواْ مِنْ عِندِكَ بَيَّتَ طَآئِفَةٌ مِّنْهُمْ غَيْرَ الَّذِي تَقُولُ وَاللّهُ يَكْتُبُ مَا يُبَيِّتُونَ فَأَعْرِضْ عَنْهُمْ وَتَوَكَّلْ عَلَى اللّهِ وَكَفَى بِاللّهِ وَكِيلاً ﴿٨١﴾
4/An-Nisa-81: Wayaqooloona taAAatun fa-itha barazoo min AAindika bayyata ta-ifatun minhum ghayra allathee taqoolu waAllahu yaktubu ma yubayyitoona faaAArid AAanhum watawakkal AAala Allahi wakafa biAllahi wakeelan
Zij zeggen 'gehoorzaamheid," maar wanneer zij bij jou wegtrekken, bekonkelt een groep van ben iets anders dan zij jou zeiden. En Allah schrijft op wat zij bekonkelen. Houd je dus verre van hen en stel je vertrouwen op Allah. En Allah is voldoende als Beschermer. (81)
أَفَلاَ يَتَدَبَّرُونَ الْقُرْآنَ وَلَوْ كَانَ مِنْ عِندِ غَيْرِ اللّهِ لَوَجَدُواْ فِيهِ اخْتِلاَفًا كَثِيرًا ﴿٨٢﴾
4/An-Nisa-82: Afala yatadabbaroona alqur-ana walaw kana min AAindi ghayri Allahi lawajadoo feehi ikhtilafan katheeran
Denken zij dan niet na over de Koran? En wanneer (die) niet van bij Allah geweest was, dan zouden zij daarin veel tegestrijdigs vinden. (82)
وَإِذَا جَاءهُمْ أَمْرٌ مِّنَ الأَمْنِ أَوِ الْخَوْفِ أَذَاعُواْ بِهِ وَلَوْ رَدُّوهُ إِلَى الرَّسُولِ وَإِلَى أُوْلِي الأَمْرِ مِنْهُمْ لَعَلِمَهُ الَّذِينَ يَسْتَنبِطُونَهُ مِنْهُمْ وَلَوْلاَ فَضْلُ اللّهِ عَلَيْكُمْ وَرَحْمَتُهُ لاَتَّبَعْتُمُ الشَّيْطَانَ إِلاَّ قَلِيلاً ﴿٨٣﴾
4/An-Nisa-83: Wa-itha jaahum amrun mina al-amni awi alkhawfi athaAAoo bihi walaw raddoohu ila alrrasooli wa-ila olee al-amri minhum laAAalimahu allatheena yastanbitoonahu minhum walawla fadlu Allahi AAalaykum warahmatuhu laittabaAAtumu alshshaytana illa qaleelan
En wanneer zij met een zaak van veiligheid of vrees tot ben komen, dan verspreiden zij het. En indien zij het aan de Boodschapper voorgelegd hadden, of aan degenen van hen die met gezag bekleed zijn, dan zouden degenen onder hen die onderzoeksbekwaam zijn er kennis van kunnen nemen. Als het niet vanwege de gunst van Allah over jullie zou zijn, en Zijn Genade, dan zouden jullie de Satan volgen, op weinigen na. (83)
فَقَاتِلْ فِي سَبِيلِ اللّهِ لاَ تُكَلَّفُ إِلاَّ نَفْسَكَ وَحَرِّضِ الْمُؤْمِنِينَ عَسَى اللّهُ أَن يَكُفَّ بَأْسَ الَّذِينَ كَفَرُواْ وَاللّهُ أَشَدُّ بَأْسًا وَأَشَدُّ تَنكِيلاً ﴿٨٤﴾
4/An-Nisa-84: Faqatil fee sabeeli Allahi la tukallafu illa nafsaka waharridi almu/mineena AAasa Allahu an yakuffa ba/sa allatheena kafaroo waAllahu ashaddu ba/san waashaddu tankeelan
Strijd dan (O Moehammad) op de Weg van Allah, jij wordt slechts voor jezelf aansprakelijk gesteld. En moedigt de gelovigen (tot de strijd) aan. Hopelijk zal Allah het geweld van degenen die ongelovig zijn teniet doen. En Allah is harder in geweld en harder in bestraffing. (84)
مَّن يَشْفَعْ شَفَاعَةً حَسَنَةً يَكُن لَّهُ نَصِيبٌ مِّنْهَا وَمَن يَشْفَعْ شَفَاعَةً سَيِّئَةً يَكُن لَّهُ كِفْلٌ مِّنْهَا وَكَانَ اللّهُ عَلَى كُلِّ شَيْءٍ مُّقِيتًا ﴿٨٥﴾
4/An-Nisa-85: Man yashfaAA shafaAAatan hasanatan yakun lahu naseebun minha waman yashfaAA shafaAAatan sayyi-atan yakun lahu kiflun minha wakana Allahu AAala kulli shay-in muqeetan
En wie een goede voorspraak schenkt: hem komt een aandeel daarin toe. En wie een slechte voorspraak geeft: hij draagt de last daarvan. En Allah is Almachtig over alle zaken. (85)
وَإِذَا حُيِّيْتُم بِتَحِيَّةٍ فَحَيُّواْ بِأَحْسَنَ مِنْهَا أَوْ رُدُّوهَا إِنَّ اللّهَ كَانَ عَلَى كُلِّ شَيْءٍ حَسِيبًا ﴿٨٦﴾
4/An-Nisa-86: Wa-itha huyyeetum bitahiyyatin fahayyoo bi-ahsana minha aw ruddooha inna Allaha kana AAala kulli shay-in haseeban
En wanneerjullie met een groEt begroEt worden, groet dan met een betere dan deze (terug), of beantwoordt hem (op gelijke wijze). Voorwar, Allah stelt de afrekening over alle zaken op. (86)