Nederlands
[
Veranderen
]
Коран на български език
Коран на русском языке
Quran di Indonesia
Corán en español
Koran on-Nederlandse
Coran en français
Koran auf Deutsch
Quran in English
Kuran-ı Kerim Türkçe Meali
Koran
Soeras in de Koran
Juz' in de Koran
Luister Koran (nieuwe)
Dempen (Actief)
Abu Bakr al Shatri
Maher Al Mueaqly
Mishary al Afasy
القرآن الكريم / جزئها ٧ / صفحة ١٣٤
القرآن الكريم
»
جزئها ٧
»
القرآن الكريم / جزئها ٧ / صفحة ١٣٤
Al-An'am 53-59, Koran - Djuz' 7 - Pagina 134
de Heilige Koran
»
Juz' in de Koran
»
Djuz' 7
»
Al-An'am 53-59, Koran - Djuz' 7 - Pagina 134
Luister Koran Pagina-134
وَكَذَلِكَ فَتَنَّا بَعْضَهُم بِبَعْضٍ لِّيَقُولواْ أَهَؤُلاء مَنَّ اللّهُ عَلَيْهِم مِّن بَيْنِنَا أَلَيْسَ اللّهُ بِأَعْلَمَ بِالشَّاكِرِينَ
﴿٥٣﴾
6/Al-An'am-53: Wakathalika fatanna baAAdahum bibaAAdin liyaqooloo ahaola-i manna Allahu AAalayhim min baynina alaysa Allahu bi-aAAlama bialshshakireena
En zo hebben Wij sommigen van hen door anderen beproefd, opdat zij zouden zeggen: "Zijn zij dan, die Allah boven ons begunstigt?" Is het niet Allah die de dankbaren het beste kent? (53)
وَإِذَا جَاءكَ الَّذِينَ يُؤْمِنُونَ بِآيَاتِنَا فَقُلْ سَلاَمٌ عَلَيْكُمْ كَتَبَ رَبُّكُمْ عَلَى نَفْسِهِ الرَّحْمَةَ أَنَّهُ مَن عَمِلَ مِنكُمْ سُوءًا بِجَهَالَةٍ ثُمَّ تَابَ مِن بَعْدِهِ وَأَصْلَحَ فَأَنَّهُ غَفُورٌ رَّحِيمٌ
﴿٥٤﴾
6/Al-An'am-54: Wa-itha jaaka allatheena yu/minoona bi-ayatina faqul salamun AAalaykum kataba rabbukum AAala nafsihi alrrahmata annahu man AAamila minkum soo-an bijahalatin thumma taba min baAAdihi waaslaha faannahu ghafoorun raheemun
En wanneer degenen die in Onze Tekenen geloven tot jou komen, zeg dan: Salâmoen 'alaikoem (Vrede zij met jullie)." Jullie Heer heeft Zichzelf de Barmhartigheid voorgeschreven. Indien een van jullie uit onwetendheid slecht doet en dan daarna berouw heeft en zich betert: voorwaar, dan is Hij Vergeveinsgezind, Meest Barmhartig. (54)
وَكَذَلِكَ نفَصِّلُ الآيَاتِ وَلِتَسْتَبِينَ سَبِيلُ الْمُجْرِمِينَ
﴿٥٥﴾
6/Al-An'am-55: Wakathalika nufassilu al-ayati walitastabeena sabeelu almujrimeena
En zo leggen Wij de Verzen uit. En opdat de weg van de zondaren duidelijk wordt. (55)
قُلْ إِنِّي نُهِيتُ أَنْ أَعْبُدَ الَّذِينَ تَدْعُونَ مِن دُونِ اللّهِ قُل لاَّ أَتَّبِعُ أَهْوَاءكُمْ قَدْ ضَلَلْتُ إِذًا وَمَا أَنَاْ مِنَ الْمُهْتَدِينَ
﴿٥٦﴾
6/Al-An'am-56: Qul innee nuheetu an aAAbuda allatheena tadAAoona min dooni Allahi qul la attabiAAu ahwaakum qad dalaltu ithan wama ana mina almuhtadeena
Zeg: "Voorwaar, ik ben verboden degenen te dienen die jullie buiten Allah aanbidden." Zeg: "Ik zal jullie begeerten niet volgen; ik zou dan dwalen en ik zou niet tot de rechtgeleiden behoren." (56)
قُلْ إِنِّي عَلَى بَيِّنَةٍ مِّن رَّبِّي وَكَذَّبْتُم بِهِ مَا عِندِي مَا تَسْتَعْجِلُونَ بِهِ إِنِ الْحُكْمُ إِلاَّ لِلّهِ يَقُصُّ الْحَقَّ وَهُوَ خَيْرُ الْفَاصِلِينَ
﴿٥٧﴾
6/Al-An'am-57: Qul innee AAala bayyinatin min rabbee wakaththabtum bihi ma AAindee ma tastaAAjiloona bihi ini alhukmu illa lillahi yaqussu alhaqqa wahuwa khayru alfasileena
Zeg (O Moehammad): "Voorwaar, ik berust mij op een duidelijk bewijs van mijn Heer en jullie loochenen bet, ik heb (geen macht) over wat jullie willen verhaasten. Voorwaar, het oordeel is alleen aan Allah, Hij verklaart de Waarheid en Hij is de Beste van de Oordelaars." (57)
قُل لَّوْ أَنَّ عِندِي مَا تَسْتَعْجِلُونَ بِهِ لَقُضِيَ الأَمْرُ بَيْنِي وَبَيْنَكُمْ وَاللّهُ أَعْلَمُ بِالظَّالِمِينَ
﴿٥٨﴾
6/Al-An'am-58: Qul law anna AAindee ma tastaAAjiloona bihi laqudiya al-amru baynee wabaynakum waAllahu aAAlamu bialththalimeena
Zeg. "Indien dat wat jullie verhaast willen binnen mijn macht lag, was de zaak tussen mij en jullie (al) beoordeeld, maar Allah kent de onrechtvaardigen beter." (58)
وَعِندَهُ مَفَاتِحُ الْغَيْبِ لاَ يَعْلَمُهَا إِلاَّ هُوَ وَيَعْلَمُ مَا فِي الْبَرِّ وَالْبَحْرِ وَمَا تَسْقُطُ مِن وَرَقَةٍ إِلاَّ يَعْلَمُهَا وَلاَ حَبَّةٍ فِي ظُلُمَاتِ الأَرْضِ وَلاَ رَطْبٍ وَلاَ يَابِسٍ إِلاَّ فِي كِتَابٍ مُّبِينٍ
﴿٥٩﴾
6/Al-An'am-59: WaAAindahu mafatihu alghaybi la yaAAlamuha illa huwa wayaAAlamu ma fee albarri waalbahri wama tasqutu min waraqatin illa yaAAlamuha wala habbatin fee thulumati al-ardi wala ratbin wala yabisin illa fee kitabin mubeenin
Hij bezit de schatten van het onwaarneembare en niemand kent die, behalve Hij. Hij weet wat er op de aarde is en in de zee; en er valt nog geen blad of Hij weet ervan; en er is geen graankorrel in de duisternissen van de aarde; en niets vers en niets droogs, of het is in een duidelijk Boek. (59)