Nederlands [Veranderen]

القرآن الكريم / جزئها ٨ / صفحة ١٤٣

Al-An'am 119-124, Koran - Djuz' 8 - Pagina 143

Djuz'-8, Pagina-143 - Koran recitatie door Abu Bakr al Shatri
Djuz'-8, Pagina-143 - Koran recitatie door Maher Al Mueaqly
Djuz'-8, Pagina-143 - Koran recitatie door Mishary al Afasy
vorig
volgende
share on facebook  tweet  share on google  print  
وَمَا لَكُمْ أَلاَّ تَأْكُلُواْ مِمَّا ذُكِرَ اسْمُ اللّهِ عَلَيْهِ وَقَدْ فَصَّلَ لَكُم مَّا حَرَّمَ عَلَيْكُمْ إِلاَّ مَا اضْطُرِرْتُمْ إِلَيْهِ وَإِنَّ كَثِيرًا لَّيُضِلُّونَ بِأَهْوَائِهِم بِغَيْرِ عِلْمٍ إِنَّ رَبَّكَ هُوَ أَعْلَمُ بِالْمُعْتَدِينَ ﴿١١٩﴾
6/Al-An'am-119: Wama lakum alla ta/kuloo mimma thukira ismu Allahi AAalayhi waqad fassala lakum ma harrama AAalaykum illa ma idturirtum ilayhi wa-inna katheeran layudilloona bi-ahwa-ihim bighayri AAilmin inna rabbaka huwa aAAlamu bialmuAAtadeena
En wat is er met jullie, dat jullie niet eten van hetgeen waarover de Naam van Allah is uitgesproken, terwijl Hij jullie waarlijk heeft uiteengezet wat Hij jullie heeft verboden, behalve hetgeen waartoe jullie waren genoodzaakt. En voorwaar, de meesten doen (de mensen) zeker dwalen door hun begeerten, zonder kennis. Voorwaar, jouw Heer, Hij kent de overtreders beter. (119)
وَذَرُواْ ظَاهِرَ الإِثْمِ وَبَاطِنَهُ إِنَّ الَّذِينَ يَكْسِبُونَ الإِثْمَ سَيُجْزَوْنَ بِمَا كَانُواْ يَقْتَرِفُونَ ﴿١٢٠﴾
6/Al-An'am-120: Watharoo thahira al-ithmi wabatinahu inna allatheena yaksiboona al-ithma sayujzawna bima kanoo yaqtarifoona
En laat de openlijke en de verborgen zonden achterwege. Voorwaar, degenen die zonden bepan zullen vergolden worden met hetgeen zij plachten te verrichten. (120)
وَلاَ تَأْكُلُواْ مِمَّا لَمْ يُذْكَرِ اسْمُ اللّهِ عَلَيْهِ وَإِنَّهُ لَفِسْقٌ وَإِنَّ الشَّيَاطِينَ لَيُوحُونَ إِلَى أَوْلِيَآئِهِمْ لِيُجَادِلُوكُمْ وَإِنْ أَطَعْتُمُوهُمْ إِنَّكُمْ لَمُشْرِكُونَ ﴿١٢١﴾
6/Al-An'am-121: Wala ta/kuloo mimma lam yuthkari ismu Allahi AAalayhi wa-innahu lafisqun wa-inna alshshayateena layoohoona ila awliya-ihim liyujadilookum wa-in ataAAtumoohum innakum lamushrikoona
En eet niet van hetgeen waarover (tijdens het slachten) de Naam van Allah niet is uitgesproken en voorwaar, dat is zeker een zware zonde. En voorwaar, de Satans fluisteren hun vrienden in om met jullie te redetwisten en als jullie hen gehoorzamen, dan zullen jullie zeker veelgodenaanbidders worden. (121)
أَوَ مَن كَانَ مَيْتًا فَأَحْيَيْنَاهُ وَجَعَلْنَا لَهُ نُورًا يَمْشِي بِهِ فِي النَّاسِ كَمَن مَّثَلُهُ فِي الظُّلُمَاتِ لَيْسَ بِخَارِجٍ مِّنْهَا كَذَلِكَ زُيِّنَ لِلْكَافِرِينَ مَا كَانُواْ يَعْمَلُونَ ﴿١٢٢﴾
6/Al-An'am-122: Awa man kana maytan faahyaynahu wajaAAalna lahu nooran yamshee bihi fee alnnasi kaman mathaluhu fee alththulumati laysa bikharijin minha kathalika zuyyina lilkafireena ma kanoo yaAAmaloona
En wie dood was, en die Wij daarna tot leven brachten en voor wie Wij een licht maakten, waarmee hij onder de mensen rondgaat, is hij te vergelijken met hem die in de duisternissen verkeert, waar bij nimmer uit kan komen? Zo wordt voor de gelovigen schoonschijnend gemaakt wat zij plachten w doen. (122)
وَكَذَلِكَ جَعَلْنَا فِي كُلِّ قَرْيَةٍ أَكَابِرَ مُجَرِمِيهَا لِيَمْكُرُواْ فِيهَا وَمَا يَمْكُرُونَ إِلاَّ بِأَنفُسِهِمْ وَمَا يَشْعُرُونَ ﴿١٢٣﴾
6/Al-An'am-123: Wakathalika jaAAalna fee kulli qaryatin akabira mujrimeeha liyamkuroo feeha wama yamkuroona illa bi-anfusihim wama yashAAuroona
En zo hebben Wij in elke stad haar grootste misdadigers geplaatst opdat zij er (hun kwade plannen) beramen. En zij beramen niet dan tegen zichzelf, terwijl zij het niet beseffen. (123)
وَإِذَا جَاءتْهُمْ آيَةٌ قَالُواْ لَن نُّؤْمِنَ حَتَّى نُؤْتَى مِثْلَ مَا أُوتِيَ رُسُلُ اللّهِ اللّهُ أَعْلَمُ حَيْثُ يَجْعَلُ رِسَالَتَهُ سَيُصِيبُ الَّذِينَ أَجْرَمُواْ صَغَارٌ عِندَ اللّهِ وَعَذَابٌ شَدِيدٌ بِمَا كَانُواْ يَمْكُرُونَ ﴿١٢٤﴾
6/Al-An'am-124: Wa-itha jaat-hum ayatun qaloo lan nu/mina hatta nu/ta mithla ma ootiya rusulu Allahi Allahu aAAlamu haythu yajAAalu risalatahu sayuseebu allatheena ajramoo sagharun AAinda Allahi waAAathabun shadeedun bima kanoo yamkuroona
En wanneer er een Teken tot hen komt, dan zeggen zei: "Wij zullen nooit geloven tot aan ons hetzelfde is gegeven als wat aan Allah's Boodschappers is gegeven." Allah weet beter waar Hij Zijn Boodschap brengt. Bij Allah zullen degenen die misdaden pleegden deden door kleinering en een strenge bestraffing getroffen worden vanwege wat zij aan kwaad plachten te beramen. (124)