Nederlands
[
Veranderen
]
Коран на български език
Коран на русском языке
Quran di Indonesia
Corán en español
Koran on-Nederlandse
Coran en français
Koran auf Deutsch
Quran in English
Kuran-ı Kerim Türkçe Meali
Koran
Soeras in de Koran
Juz' in de Koran
Luister Koran (nieuwe)
Dempen (Actief)
Abu Bakr al Shatri
Maher Al Mueaqly
Mishary al Afasy
القرآن الكريم / جزئها ٩ / صفحة ١٦٥
القرآن الكريم
»
جزئها ٩
»
القرآن الكريم / جزئها ٩ / صفحة ١٦٥
Al-A'raf 121-130, Koran - Djuz' 9 - Pagina 165
de Heilige Koran
»
Juz' in de Koran
»
Djuz' 9
»
Al-A'raf 121-130, Koran - Djuz' 9 - Pagina 165
Luister Koran Pagina-165
قَالُواْ آمَنَّا بِرِبِّ الْعَالَمِينَ
﴿١٢١﴾
7/Al-A'raf-121: Qaloo amanna birabbi alAAalameena
Zij zeiden: "Wij geloven in de Heer der Werelden. (121)
رَبِّ مُوسَى وَهَارُونَ
﴿١٢٢﴾
7/Al-A'raf-122: Rabbi moosa waharoona
De Heer van Môesa en Hârôen." (122)
قَالَ فِرْعَوْنُ آمَنتُم بِهِ قَبْلَ أَن آذَنَ لَكُمْ إِنَّ هَذَا لَمَكْرٌ مَّكَرْتُمُوهُ فِي الْمَدِينَةِ لِتُخْرِجُواْ مِنْهَا أَهْلَهَا فَسَوْفَ تَعْلَمُونَ
﴿١٢٣﴾
7/Al-A'raf-123: Qala firAAawnu amantum bihi qabla an athana lakum inna hatha lamakrun makartumoohu fee almadeenati litukhrijoo minha ahlaha fasawfa taAAlamoona
Fir'aun zei: "Geloven jullie hem vóór dat ik jullie toestemming heb gegeven? Voorwaar, dit is zeker een list die jullie beraamd hebben in de stad om de inwoners ervan te verdrijven. Maar straks zullen jullie weten (wat de gevolgen van jullie daden zijn). (123)
لأُقَطِّعَنَّ أَيْدِيَكُمْ وَأَرْجُلَكُم مِّنْ خِلاَفٍ ثُمَّ لأُصَلِّبَنَّكُمْ أَجْمَعِينَ
﴿١٢٤﴾
7/Al-A'raf-124: LaoqatiAAanna aydiyakum waarjulakum min khilafin thumma laosallibannakum ajmaAAeena
Ik zal zeker jullie handen en voeten kruiselings afhouwen en vervolgens zal ik jullie zeker allen kruisigen." (124)
قَالُواْ إِنَّا إِلَى رَبِّنَا مُنقَلِبُونَ
﴿١٢٥﴾
7/Al-A'raf-125: Qaloo inna ila rabbina munqaliboona
Zij (de voormalige tovenaars) zelden: "Voorwaar, tot onze Heer keren wij terug. (125)
وَمَا تَنقِمُ مِنَّا إِلاَّ أَنْ آمَنَّا بِآيَاتِ رَبِّنَا لَمَّا جَاءتْنَا رَبَّنَا أَفْرِغْ عَلَيْنَا صَبْرًا وَتَوَفَّنَا مُسْلِمِينَ
﴿١٢٦﴾
7/Al-A'raf-126: Wama tanqimu minna illa an amanna bi-ayati rabbina lamma jaatna rabbana afrigh AAalayna sabran watawaffana muslimeena
En jij neemt slechts wraak op ons, omdat wij in de Tekenen van onze Heer geloofden toen deze tot ons kwamen. Onze Heer, schenk ons geduld en doe ons sterven als mensen die zich (aan U) hebben overgegeven." (126)
وَقَالَ الْمَلأُ مِن قَوْمِ فِرْعَونَ أَتَذَرُ مُوسَى وَقَوْمَهُ لِيُفْسِدُواْ فِي الأَرْضِ وَيَذَرَكَ وَآلِهَتَكَ قَالَ سَنُقَتِّلُ أَبْنَاءهُمْ وَنَسْتَحْيِي نِسَاءهُمْ وَإِنَّا فَوْقَهُمْ قَاهِرُونَ
﴿١٢٧﴾
7/Al-A'raf-127: Waqala almalao min qawmi firAAawna atatharu moosa waqawmahu liyufsidoo fee al-ardi wayatharaka waalihataka qala sanuqattilu abnaahum wanastahyee nisaahum wa-inna fawqahum qahiroona
En de vooraanstaanden van het volk van Fir'aun zeiden: "Laat u Môesa en zijn volk verderf op aarde zaaien en u en uw goden verlaten?" Hij zei: "Wij zullen hun zonen doden en hun dochters in leven laten: en voorwaar, wij zijn oppermachtig over hen." (127)
قَالَ مُوسَى لِقَوْمِهِ اسْتَعِينُوا بِاللّهِ وَاصْبِرُواْ إِنَّ الأَرْضَ لِلّهِ يُورِثُهَا مَن يَشَاء مِنْ عِبَادِهِ وَالْعَاقِبَةُ لِلْمُتَّقِينَ
﴿١٢٨﴾
7/Al-A'raf-128: Qala moosa liqawmihi istaAAeenoo biAllahi waisbiroo inna al-arda lillahi yoorithuha man yashao min AAibadihi waalAAaqibatu lilmuttaqeena
Môesa zei tot zijn volk: "Smeekt Allah om hulp en weest geduldig. Voorwaar, de aarde behoort aan Allah, Hij doet haar erven aan wie Hij wil van zijn dienaren. En de (goede) einde behoort aan de Moettaqôen. (128)
قَالُواْ أُوذِينَا مِن قَبْلِ أَن تَأْتِينَا وَمِن بَعْدِ مَا جِئْتَنَا قَالَ عَسَى رَبُّكُمْ أَن يُهْلِكَ عَدُوَّكُمْ وَيَسْتَخْلِفَكُمْ فِي الأَرْضِ فَيَنظُرَ كَيْفَ تَعْمَلُونَ
﴿١٢٩﴾
7/Al-A'raf-129: Qaloo ootheena min qabli an ta/tiyana wamin baAAdi ma ji/tana qala AAasa rabbukum an yuhlika AAaduwwakum wayastakhlifakum fee al-ardi fayanthura kayfa taAAmaloona
Zij zeiden: "Wij werden gekweld vóór dat jij (Môesa) tot ons kwam en nadat jij tot ons bent gekomen." Hij zei: "Hopelijk zal jullie Heer jullie vijanden vernietigen en jullie als opvolgers aanstellen op de aarde, opdat Hij zal aanschouwen hoe jullie handelen." (129)
وَلَقَدْ أَخَذْنَا آلَ فِرْعَونَ بِالسِّنِينَ وَنَقْصٍ مِّن الثَّمَرَاتِ لَعَلَّهُمْ يَذَّكَّرُونَ
﴿١٣٠﴾
7/Al-A'raf-130: Walaqad akhathna ala firAAawna bialssineena wanaqsin mina alththamarati laAAallahum yaththakkaroona
En voorzeker grepen Wij het volk van Fir'aun met jaren (van hongersnood) en tekorten aan oogstopbrengsten. Hopelijk zullen zij zich laten vermanen. (130)