وَإِذْ وَاعَدْنَا مُوسَى أَرْبَعِينَ لَيْلَةً ثُمَّ اتَّخَذْتُمُ الْعِجْلَ مِن بَعْدِهِ وَأَنتُمْ ظَالِمُونَ
﴿٥١﴾
Sofian S. Siregar
En (gedenkt) toen Wij Môesa veertig nachten beloofden, toen namen jullie het kalf aan (ter aanbidding) na zijn vertrek, en jullie waren onrechtplegers.
Salomo Keyzer
Gedenkt, dat, toen ik gedurende veertig nachten met Mozes sprak, gij het kalf hebt aangebeden; en gij hebt snood gehandeld.