Nederlands [Veranderen]

Al-Jumu'ah 1-11, Soera Vrijdag, De Bijeenkomst (62/Al-Jumu'ah)

Soera Al-Jumu'ah - Koran recitatie door Abu Bakr al Shatri
Soera Al-Jumu'ah - Koran recitatie door Maher Al Mueaqly
Soera Al-Jumu'ah - Koran recitatie door Mishary al Afasy
volgende
vorig
share on facebook  tweet  share on google  print  

سورة الـجـمـعـة

Soera Al-Jumu'ah

Bismi Allahi alrrahmani alrraheemi

يُسَبِّحُ لِلَّهِ مَا فِي السَّمَاوَاتِ وَمَا فِي الْأَرْضِ الْمَلِكِ الْقُدُّوسِ الْعَزِيزِ الْحَكِيمِ ﴿١﴾
62/Al-Jumu'ah-1: Yusabbihu lillahi ma fee alssamawati wama fee al-ardi almaliki alquddoosi alAAazeezi alhakeemi
Wat er in de hemelen en op de aarde is prijst de Glorie van Allah de Heerser, de Heilige, de Almachtige, de Alwijze. (1)
هُوَ الَّذِي بَعَثَ فِي الْأُمِّيِّينَ رَسُولًا مِّنْهُمْ يَتْلُو عَلَيْهِمْ آيَاتِهِ وَيُزَكِّيهِمْ وَيُعَلِّمُهُمُ الْكِتَابَ وَالْحِكْمَةَ وَإِن كَانُوا مِن قَبْلُ لَفِي ضَلَالٍ مُّبِينٍ ﴿٢﴾
62/Al-Jumu'ah-2: Huwa allathee baAAatha fee al-ommiyyeena rasoolan minhum yatloo AAalayhim ayatihi wayuzakkeehim wayuAAallimuhumu alkitaba waalhikmata wa-in kanoo min qablu lafee dalalin mubeenin
Hij is Degene Die bij de ongeletterden een Boodschapper uit hun midden zond, die hun Zijn Verzen voordroeg, en die hen reinigde, en die hun het Boek en de Wijsheid onderwees, terwijl zij daarvoor in duidelijke dwaling verkeerden. (2)
وَآخَرِينَ مِنْهُمْ لَمَّا يَلْحَقُوا بِهِمْ وَهُوَ الْعَزِيزُ الْحَكِيمُ ﴿٣﴾
62/Al-Jumu'ah-3: Waakhareena minhum lamma yalhaqoo bihim wahuwa alAAazeezu alhakeemu
En (Allah zond hem) aan anderen onder hen die zich nog niet bij hem hebben gevoegd. En Hij is de Almachtige, de Alwijze. (3)
ذَلِكَ فَضْلُ اللَّهِ يُؤْتِيهِ مَن يَشَاء وَاللَّهُ ذُو الْفَضْلِ الْعَظِيمِ ﴿٤﴾
62/Al-Jumu'ah-4: Thalika fadlu Allahi yu/teehi man yashao waAllahu thoo alfadli alAAatheemi
Dat is de gunst van Allah die Hij geeft aan wie Hij wil. En Allah is de Bezitter van de Geweldige Gunst. (4)
مَثَلُ الَّذِينَ حُمِّلُوا التَّوْرَاةَ ثُمَّ لَمْ يَحْمِلُوهَا كَمَثَلِ الْحِمَارِ يَحْمِلُ أَسْفَارًا بِئْسَ مَثَلُ الْقَوْمِ الَّذِينَ كَذَّبُوا بِآيَاتِ اللَّهِ وَاللَّهُ لَا يَهْدِي الْقَوْمَ الظَّالِمِينَ ﴿٥﴾
62/Al-Jumu'ah-5: Mathalu allatheena hummiloo alttawrata thumma lam yahmilooha kamathali alhimari yahmilu asfaran bi/sa mathalu alqawmi allatheena kaththaboo bi-ayati Allahi waAllahu la yahdee alqawma alththalimeena
De gelijkenis van degenen aan wie de Taurât is opgedragen en zich er vervolgens niet aan houden, is als de gelijkenis van een ezel die boeken draagt. Slecht is de gelijkenis van het volk dat de Verzen van Allah loochent. En Allah leidt het onrechtplegende volk niet. (5)
قُلْ يَا أَيُّهَا الَّذِينَ هَادُوا إِن زَعَمْتُمْ أَنَّكُمْ أَوْلِيَاء لِلَّهِ مِن دُونِ النَّاسِ فَتَمَنَّوُا الْمَوْتَ إِن كُنتُمْ صَادِقِينَ ﴿٦﴾
62/Al-Jumu'ah-6: Qul ya ayyuha allatheena hadoo in zaAAamtum annakum awliyao lillahi min dooni alnnasi fatamannawoo almawta in kuntum sadiqeena
Zeg: "O jullie die Jood zijn, als jullie veronderstelden dat jullie de vrienden van Allah waren, met uitsluiting van de (andere) mensen: wenst dan de dood, als jullie waarachtig zijn!" (6)
وَلَا يَتَمَنَّوْنَهُ أَبَدًا بِمَا قَدَّمَتْ أَيْدِيهِمْ وَاللَّهُ عَلِيمٌ بِالظَّالِمِينَ ﴿٧﴾
62/Al-Jumu'ah-7: Wala yatamannawnahu abadan bima qaddamat aydeehim waAllahu AAaleemun bialththalimeena
Maar zij zullen die nooit wensen wegens dat wat hun handen vooruit hebben gezonden. En Allah is Alwetend over de onrechtplegers. (7)
قُلْ إِنَّ الْمَوْتَ الَّذِي تَفِرُّونَ مِنْهُ فَإِنَّهُ مُلَاقِيكُمْ ثُمَّ تُرَدُّونَ إِلَى عَالِمِ الْغَيْبِ وَالشَّهَادَةِ فَيُنَبِّئُكُم بِمَا كُنتُمْ تَعْمَلُونَ ﴿٨﴾
62/Al-Jumu'ah-8: Qul inna almawta allathee tafirroona minhu fa-innahu mulaqeekum thumma turaddoona ila AAalimi alghaybi waalshshahadati fayunabbi-okum bima kuntum taAAmaloona
Zeg: "Voorwaar, de dood die jullie trachten te voorkomen zal jullie zeker vinden, daarna zullen jullie worden teruggevoerd naar de Kenner van het onwaarneembare en het waarneembare en Hij zal jullie dan mededelen wat jullie plachten te doen." (8)
يَا أَيُّهَا الَّذِينَ آمَنُوا إِذَا نُودِي لِلصَّلَاةِ مِن يَوْمِ الْجُمُعَةِ فَاسْعَوْا إِلَى ذِكْرِ اللَّهِ وَذَرُوا الْبَيْعَ ذَلِكُمْ خَيْرٌ لَّكُمْ إِن كُنتُمْ تَعْلَمُونَ ﴿٩﴾
62/Al-Jumu'ah-9: Ya ayyuha allatheena amanoo itha noodiya lilssalati min yawmi aljumuAAati faisAAaw ila thikri Allahi watharoo albayAAa thalikum khayrun lakum in kuntum taAAlamoona
O jullie die geloven, wanneer jullie tot het vrijdaggebed worden geroepen, haast jullie dan naar het gedenken van Allah en laat de handel achter. Dat is beter voor jullie, als jullie het wisten! (9)
فَإِذَا قُضِيَتِ الصَّلَاةُ فَانتَشِرُوا فِي الْأَرْضِ وَابْتَغُوا مِن فَضْلِ اللَّهِ وَاذْكُرُوا اللَّهَ كَثِيرًا لَّعَلَّكُمْ تُفْلِحُونَ ﴿١٠﴾
62/Al-Jumu'ah-10: Fa-itha qudiyati alssalatu faintashiroo fee al-ardi waibtaghoo min fadli Allahi waothkuroo Allaha katheeran laAAallakum tuflihoona
En wanneer de shalât is beëindigd, verspreidt jullie dan op de aarde en zoekt de gunst van Allah, en gedenkt Allah veelvuldig. Hopelijk zullen jullie welslagen. (10)
وَإِذَا رَأَوْا تِجَارَةً أَوْ لَهْوًا انفَضُّوا إِلَيْهَا وَتَرَكُوكَ قَائِمًا قُلْ مَا عِندَ اللَّهِ خَيْرٌ مِّنَ اللَّهْوِ وَمِنَ التِّجَارَةِ وَاللَّهُ خَيْرُ الرَّازِقِينَ ﴿١١﴾
62/Al-Jumu'ah-11: Wa-itha raaw tijaratan aw lahwan infaddoo ilayha watarakooka qa-iman qul ma AAinda Allahi khayrun mina allahwi wamina alttijarati waAllahu khayru alrraziqeena
En als zij handel of vermaak zien, dan lopen zij daarheen en laten jou staan (in de shalât). Zeg: "Wat zich bij Allah bevindt is beter dan het vermaak en dan de handel. En Allah is de Beste der Voorzieners." (11)