وَكَذَلِكَ أَعْثَرْنَا عَلَيْهِمْ لِيَعْلَمُوا أَنَّ وَعْدَ اللَّهِ حَقٌّ وَأَنَّ السَّاعَةَ لَا رَيْبَ فِيهَا إِذْ يَتَنَازَعُونَ بَيْنَهُمْ أَمْرَهُمْ فَقَالُوا ابْنُوا عَلَيْهِم بُنْيَانًا رَّبُّهُمْ أَعْلَمُ بِهِمْ قَالَ الَّذِينَ غَلَبُوا عَلَى أَمْرِهِمْ لَنَتَّخِذَنَّ عَلَيْهِم مَّسْجِدًا
﴿٢١﴾
Sofian S. Siregar
Zo brachten Wij hen de hoogte, opdat zij weten dat de belofte van Allah Waarheid is en dat er gen twijfel aan het Uur is. Toen zij (de mensen in de stad) over hun geval twistten, zeiden zij: "Bouwt een gebouw over hen heen (als amdenken)." Hun Heer weet beter over hen. Degenen die de overhand kregen over hun geval, zeiden. "Wij zullen zeker over hen een gebedsruimte maken."
Fred Leemhuis
Zo maakten Wij dat men hen ontdekte, opdat zij zouden weten dat Gods toezegging waar is en dat er aan het uur geen twijfel is. Toen zij met elkaar over hun geval twistten, zeiden zij: "Bouwt een gebouw over hen heen." Maar hun Heer kent hen het best. Zij die in hun geval overwonnen zeiden: "Wij zullen over hen heen een plaats van aanbidding inrichten."
Salomo Keyzer
En zoo maakten wij hunne medeburgers bekend met hetgeen wij hen deden wedervaren, opdat zij zouden weten dat de belofte van God waarheid en het jongste uur aan geen twijfel onderhevig is, ofschoon zij daaromtrent onder elkander hebben getwist. En zij zeiden: Richt een gebouw boven de spelonk voor hen op; hun Heer kent het best hunnen toestand. Zij, wier meening in deze zaak besliste, antwoordden: wij zullen zekerlijk eene kapel voor bouwen.