وَمَا جَعَلْنَا أَصْحَابَ النَّارِ إِلَّا مَلَائِكَةً وَمَا جَعَلْنَا عِدَّتَهُمْ إِلَّا فِتْنَةً لِّلَّذِينَ كَفَرُوا لِيَسْتَيْقِنَ الَّذِينَ أُوتُوا الْكِتَابَ وَيَزْدَادَ الَّذِينَ آمَنُوا إِيمَانًا وَلَا يَرْتَابَ الَّذِينَ أُوتُوا الْكِتَابَ وَالْمُؤْمِنُونَ وَلِيَقُولَ الَّذِينَ فِي قُلُوبِهِم مَّرَضٌ وَالْكَافِرُونَ مَاذَا أَرَادَ اللَّهُ بِهَذَا مَثَلًا كَذَلِكَ يُضِلُّ اللَّهُ مَن يَشَاء وَيَهْدِي مَن يَشَاء وَمَا يَعْلَمُ جُنُودَ رَبِّكَ إِلَّا هُوَ وَمَا هِيَ إِلَّا ذِكْرَى لِلْبَشَرِ
﴿٣١﴾
Sofian S. Siregar
En Wij hebben geen anderen dan Engelen aangesteld als wachters van de Hel. En Wij hebben hun aantal slechts vastgesteld als een beproeving voor degenen die niet geloven en opdat degenen aan wie de Schrift gegeven is overtuigd zullen zijn. En opdat degenen die geloven zullen toenemen in geloof, en opdat degenen aan wie de Schrift is gegeven en de gelovigen niet zullen twijfelen. En opdat degenen in wier harten een ziekte is en de ongelovigen zullen zeggen: "Wat wil Allah met dit voorbeeld zeggen?" Zo laat Allah dwalen wie Hij wil, en leidt Hij wie Hij wil. En niemand kent de troepenmacht van jouw Heer dan Hij. En dit is niets anders dan een Vermaning voor de mensheid.
Fred Leemhuis
Wij hebben slechts engelen als vuurwachters aangesteld en Wij hebben hun aantal voor hen die ongelovig zijn alleen maar tot een verzoeking gemaakt. Ook opdat zij aan wie het boek gegeven is overtuigd worden, opdat zij die geloven hun geloof nog vermeerderen, opdat zij aan wie het boek gegeven is en zij die geloven niet twijfelen en opdat zij die in hun harten een ziekte hebben en de ongelovigen zullen zeggen: "Wat bedoelt God bijvoorbeeld hiermee?" Zo brengt God wie Hij wil tot dwaling en brengt Hij wie Hij wil op het goede pad. En slechts Hij kent de troepenmachten van jouw Heer. Het is slechts een vermaning voor de mensen.
Salomo Keyzer
Wij hebben niemand buiten de engelen aangewezen, om het toezicht over het hellevuur te houden, en wij hebben hun getal slechts uitgedrukt als eene aanleiding tot tweedracht onder de ongeloovigen; opdat zij, aan wie de schriften werden gegeven, zeker mogen zijn van de waarachtigheid van dit boek, en dat de ware geloovigen in geloof mogen vermeerderen. En dat zij, aan wie de schriften werden gegeven en de ware geloovigen, daaraan niet twijfelen; En dat zij, in wier harten een gebrek schuilt, alsmede de ongeloovigen, mogen zeggen: Welke verborgenheid bedoelt God met dit getal? Zoo doet God dwalen naar zijn welbehagen, en hij richt naar zijn welbehagen. Niemand kent de legers van uwen Heer, buiten hem. Dit is slechts eene waarschuwing voor den mensch.