قَدْ كَانَتْ لَكُمْ أُسْوَةٌ حَسَنَةٌ فِي إِبْرَاهِيمَ وَالَّذِينَ مَعَهُ إِذْ قَالُوا لِقَوْمِهِمْ إِنَّا بُرَاء مِنكُمْ وَمِمَّا تَعْبُدُونَ مِن دُونِ اللَّهِ كَفَرْنَا بِكُمْ وَبَدَا بَيْنَنَا وَبَيْنَكُمُ الْعَدَاوَةُ وَالْبَغْضَاء أَبَدًا حَتَّى تُؤْمِنُوا بِاللَّهِ وَحْدَهُ إِلَّا قَوْلَ إِبْرَاهِيمَ لِأَبِيهِ لَأَسْتَغْفِرَنَّ لَكَ وَمَا أَمْلِكُ لَكَ مِنَ اللَّهِ مِن شَيْءٍ رَّبَّنَا عَلَيْكَ تَوَكَّلْنَا وَإِلَيْكَ أَنَبْنَا وَإِلَيْكَ الْمَصِيرُ
﴿٤﴾
Sofian S. Siregar
Waarlijk, er was voor jullie een goed voorbeeld in Ibrâhîm en degenen die met hem waren, toen zij tot hun volk zeiden: "Wij zijn niet verantwoordelijk voor jullie en voor wat jullie naast Allah aanbidden. Wij geloven jullie niet en er is tussen ons en jullie vijandschap en haat ontstaan, voor altijd, tot jullie in Allah, de Enige geloven." Behalve het woord van Ibrâhîm tegen zijn vader: "Ik zal zeker voor u vergeving vragen, maar ik heb er voor u bij Allah niets over te zeggen." (Zij zeiden:) "Onze Heer, op U vertrouwen wij en tot U wenden wij ons in berouw en tot U is de terugkeer.
Fred Leemhuis
Jullie hebben toch een goed voorbeeld in Ibrahiem en hen die met hem waren, toen zij tot hun volk zeiden: "Wij hebben niets te maken met jullie en wat jullie in plaats van God dienen. Wij hechten geen geloof aan jullie. Tussen jullie en ons is de vijandschap en de haat voor altijd openlijk zichtbaar geworden, totdat jullie in God alleen geloven", behalve dan in wat Ibrahiem tot zijn vader zei: "Ik zal voor jou om vergeving vragen, maar ik kan ten gunste van jou niets tegen God uitrichten. Onze Heer, op U stellen wij ons vertrouwen en tot U wenden wij ons schuldbewust en bij U is de bestemming.
Salomo Keyzer
Gij hebt een uitmuntend voorbeeld in Abraham, en zij die met hem waren, toen zij tot hun volk zeiden: Waarlijk wij zijn onschuldig aan u en aan de afgoden, welke gij naast God vereert; wij hebben afstand van u gedaan (u verloochend; en er is voor eeuwig haat en vijandschap tusschen ons gekomen, tot gij in God alleen gelooft. Doch gij zult Abraham niet navolgen in hetgeen hij tot zijn vader zeide: Waarlijk ik wil vergiffenis voor u vragen; maar ik kan niets ten uwen behoeve van God verkrijgen. O Heer! in u vertrouwen wij, en tot u zijn wij gewend, en voor u zullen wij hiernamaals worden verzameld.