قَالَ الَّذِينَ حَقَّ عَلَيْهِمُ الْقَوْلُ رَبَّنَا هَؤُلَاء الَّذِينَ أَغْوَيْنَا أَغْوَيْنَاهُمْ كَمَا غَوَيْنَا تَبَرَّأْنَا إِلَيْكَ مَا كَانُوا إِيَّانَا يَعْبُدُونَ
﴿٦٣﴾
Sofian S. Siregar
Degenen voor wie het Woord bewaarheid wordt, zullen zeggen: "Onze Heer, zij zijn degenen die wij deden dwalen. Wij hebben hen doen dwalen zoals wij zelf dwaalden. Wij verontschuldigen ons bij U. Zij aanbaden ons niet."
Fred Leemhuis
zeggen zij tegen wie de uitspraak zich bewaarheid heeft: "Onze Heer, diegenen die wij misleid hebben, hebben wij misleid zoals wijzelf misleid waren. Wij wijzen [hen] ten overstaan van U af. Zij hebben niet ons gediend."
Salomo Keyzer
En zij, over wie het vonnis der verdoemenis rechtvaardig zal geveld zijn, zullen zeggen: Deze, o Heer, zijn het, welke wij hebben verleid; wij verleidden hen, zoo als wij werden verleid, maar nu verlaten wij hen geheel en wenden ons tot u. Zij aanbaden niet ons maar hunne eigene hartstochten.