إِنَّ قَارُونَ كَانَ مِن قَوْمِ مُوسَى فَبَغَى عَلَيْهِمْ وَآتَيْنَاهُ مِنَ الْكُنُوزِ مَا إِنَّ مَفَاتِحَهُ لَتَنُوءُ بِالْعُصْبَةِ أُولِي الْقُوَّةِ إِذْ قَالَ لَهُ قَوْمُهُ لَا تَفْرَحْ إِنَّ اللَّهَ لَا يُحِبُّ الْفَرِحِينَ
﴿٧٦﴾
Sofian S. Siregar
Voorwaar, Qârôen behoorde tot het volk van Môesa, maar Hij bedroog hen. En Wij schonken hem zoveel schatten dat hun sleutels met moeite door een groep sterke mannen gedragen zouden kunnen worden. (Gedenkt) toen zijn volk tot hem zei: "Wees niet hoogmoedig: voorwaar, Allah houdt niet van de hoogmoedigen.
Fred Leemhuis
Karoen behoorde tot het volk van Moesa en hij gedroeg zich onrechtmatig tegenover hen. En Wij hadden hem zoveel schatten gegeven dat zijn sleutels met moeite door een groep sterke mannen gedragen zouden kunnen worden. Toen zijn volk tot hem zei: "Verheug je niet zo. God bemint hen niet die zich [ongegrond] verheugen.
Salomo Keyzer
Karoen behoorde tot het volk van Mozes, maar hij gedroeg zich onbeschaamd omtrent zijne stamgenooten, want wij hadden hem zoo veel schats gegeven, dat het dragen zijner sleutels onderscheidene sterke mannen vorderde. Toen zijn volk tot hem zeide: Praal niet buitensporig; want God bemint dengene niet, die overmatig op hunne rijkdommen bogen.