وَمَرْيَمَ ابْنَتَ عِمْرَانَ الَّتِي أَحْصَنَتْ فَرْجَهَا فَنَفَخْنَا فِيهِ مِن رُّوحِنَا وَصَدَّقَتْ بِكَلِمَاتِ رَبِّهَا وَكُتُبِهِ وَكَانَتْ مِنَ الْقَانِتِينَ
﴿١٢﴾
Sofian S. Siregar
En (het voorbeeld van) Maryam, de dochter van Imrân, die haar eerbaarheid bewaard had, waarop Wij in haar van Onze geest bliezen en zij getuigde van de Waarheid van de Woorden van haar Heer en Zijn Schriften en zij behoorde tot de gehoorzamen.
Salomo Keyzer
En Maria, de dochter van Imram, die hare kuischheid bewaarde, en in wier boezem wij onzen geest bliezen, en die in de woorden van haren Heer en in zijne schriften geloofde, en vroom en gehoorzaam was.