Nederlands [Veranderen]

القرآن الكريم / جزئها ١٠ / صفحة ٢٠٠

At-Tawbah 80-86, Koran - Djuz' 10 - Pagina 200

Djuz'-10, Pagina-200 - Koran recitatie door Abu Bakr al Shatri
Djuz'-10, Pagina-200 - Koran recitatie door Maher Al Mueaqly
Djuz'-10, Pagina-200 - Koran recitatie door Mishary al Afasy
vorig
volgende
share on facebook  tweet  share on google  print  
اسْتَغْفِرْ لَهُمْ أَوْ لاَ تَسْتَغْفِرْ لَهُمْ إِن تَسْتَغْفِرْ لَهُمْ سَبْعِينَ مَرَّةً فَلَن يَغْفِرَ اللّهُ لَهُمْ ذَلِكَ بِأَنَّهُمْ كَفَرُواْ بِاللّهِ وَرَسُولِهِ وَاللّهُ لاَ يَهْدِي الْقَوْمَ الْفَاسِقِينَ ﴿٨٠﴾
9/At-Tawbah-80: Istaghfir lahum aw la tastaghfir lahum in tastaghfir lahum sabAAeena marratan falan yaghfira Allahu lahum thalika bi-annahum kafaroo biAllahi warasoolihi waAllahu la yahdee alqawma alfasiqeena
Of jij nu vergeving voor hen vraagt, of geen vergeving voor hen vraagt (het maakt geen verschil); ook al zou jij zeventig keer vergeving voor hen vragen; nooit zal Allah hen vergeven. Dat is omdat zij niet in Allah en zijn Boodschapper geloven. En Allah leidt het zwaar zondige volk niet. (80)
فَرِحَ الْمُخَلَّفُونَ بِمَقْعَدِهِمْ خِلاَفَ رَسُولِ اللّهِ وَكَرِهُواْ أَن يُجَاهِدُواْ بِأَمْوَالِهِمْ وَأَنفُسِهِمْ فِي سَبِيلِ اللّهِ وَقَالُواْ لاَ تَنفِرُواْ فِي الْحَرِّ قُلْ نَارُ جَهَنَّمَ أَشَدُّ حَرًّا لَّوْ كَانُوا يَفْقَهُونَ ﴿٨١﴾
9/At-Tawbah-81: Fariha almukhallafoona bimaqAAadihim khilafa rasooli Allahi wakarihoo an yujahidoo bi-amwalihim waanfusihim fee sabeeli Allahi waqaloo la tanfiroo fee alharri qul naru jahannama ashaddu harran law kanoo yafqahoona
De achterblijvers (in de tijd van de Slag bij Tahôek) verheugden zich er over dat zij achter de Boodschapper van Allah waren gebleven en zij hadden er een afkeer van om met hun bezittingen en hun levens te strijden op de Weg van Allah, en zij zeiden: "Rukt niet uit in de hitte!" Zeg: "De hitte van de Hel is erger." Als jullie dat toch begrepen! (81)
فَلْيَضْحَكُواْ قَلِيلاً وَلْيَبْكُواْ كَثِيرًا جَزَاء بِمَا كَانُواْ يَكْسِبُونَ ﴿٨٢﴾
9/At-Tawbah-82: Falyadhakoo qaleelan walyabkoo katheeran jazaan bima kanoo yaksiboona
Laten zij daarom weinig lachen en veel huilen, als een vergelding voor hetgeen zij plachten te bedrijven. (82)
فَإِن رَّجَعَكَ اللّهُ إِلَى طَآئِفَةٍ مِّنْهُمْ فَاسْتَأْذَنُوكَ لِلْخُرُوجِ فَقُل لَّن تَخْرُجُواْ مَعِيَ أَبَدًا وَلَن تُقَاتِلُواْ مَعِيَ عَدُوًّا إِنَّكُمْ رَضِيتُم بِالْقُعُودِ أَوَّلَ مَرَّةٍ فَاقْعُدُواْ مَعَ الْخَالِفِينَ ﴿٨٣﴾
9/At-Tawbah-83: Fa-in rajaAAaka Allahu ila ta-ifatin minhum faista/thanooka lilkhurooji faqul lan takhrujoo maAAiya abadan walan tuqatiloo maAAiya AAaduwwan innakum radeetum bialquAAoodi awwala marratin faoqAAudoo maAAa alkhalifeena
Als Allah jou (O Moehammad) dan (veilig) terugbrengt naar een groep van hen, dan vragen zij jou toestemming om (ten strijde) te trekken. Zeg dan: "Jullie zullen nooit met mij uittrekken en nimmer zullen jullie met mij een vijand bevechten, voorwaar, het behaagde jullie de eerste keer om te blijven zitten, blijft daarom zitten bij de thuisblijvers. (83)
وَلاَ تُصَلِّ عَلَى أَحَدٍ مِّنْهُم مَّاتَ أَبَدًا وَلاَ تَقُمْ عَلَىَ قَبْرِهِ إِنَّهُمْ كَفَرُواْ بِاللّهِ وَرَسُولِهِ وَمَاتُواْ وَهُمْ فَاسِقُونَ ﴿٨٤﴾
9/At-Tawbah-84: Wala tusalli AAala ahadin minhum mata abadan wala taqum AAala qabrihi innahum kafaroo biAllahi warasoolihi wamatoo wahum fasiqoona
En verricht nooit een shalât over een dode van hen en sta niet bij zijn gra£: voorwaar, zij geloven niet in Allah en zijn Boodschapper en zij stierven, en zij waren zwaar zondig. (84)
وَلاَ تُعْجِبْكَ أَمْوَالُهُمْ وَأَوْلاَدُهُمْ إِنَّمَا يُرِيدُ اللّهُ أَن يُعَذِّبَهُم بِهَا فِي الدُّنْيَا وَتَزْهَقَ أَنفُسُهُمْ وَهُمْ كَافِرُونَ ﴿٨٥﴾
9/At-Tawbah-85: Wala tuAAjibka amwaluhum waawladuhum innama yureedu Allahu an yuAAaththibahum biha fee alddunya watazhaqa anfusuhum wahum kafiroona
En laat hun bezittingen en hun kinderen op jou geen (goede) indruk maken; Allah wenst hen slechts daarmee te straffen in dit leven en dat hun zielen weggaan terwijl zij ongelovig zijn. (85)
وَإِذَآ أُنزِلَتْ سُورَةٌ أَنْ آمِنُواْ بِاللّهِ وَجَاهِدُواْ مَعَ رَسُولِهِ اسْتَأْذَنَكَ أُوْلُواْ الطَّوْلِ مِنْهُمْ وَقَالُواْ ذَرْنَا نَكُن مَّعَ الْقَاعِدِينَ ﴿٨٦﴾
9/At-Tawbah-86: Wa-itha onzilat sooratun an aminoo biAllahi wajahidoo maAAa rasoolihi ista/thanaka oloo alttawli minhum waqaloo tharna nakun maAAa alqaAAideena
En wanneer er een Soerah (een hoofdstuk) wordt neergezonden (waarin wordt gemaand:) "Gelooft in Allah en strijdt met Zijn Boodschapper," dan vragen de welgestelden onder hen om toestemming, zij zeggen: "Laat ons maar achter bij de thuisblijvers." (86)