Nederlands [Veranderen]

القرآن الكريم / جزئها ١١ / صفحة ٢٠٥

At-Tawbah 112-117, Koran - Djuz' 11 - Pagina 205

Djuz'-11, Pagina-205 - Koran recitatie door Abu Bakr al Shatri
Djuz'-11, Pagina-205 - Koran recitatie door Maher Al Mueaqly
Djuz'-11, Pagina-205 - Koran recitatie door Mishary al Afasy
vorig
volgende
share on facebook  tweet  share on google  print  
التَّائِبُونَ الْعَابِدُونَ الْحَامِدُونَ السَّائِحُونَ الرَّاكِعُونَ السَّاجِدونَ الآمِرُونَ بِالْمَعْرُوفِ وَالنَّاهُونَ عَنِ الْمُنكَرِ وَالْحَافِظُونَ لِحُدُودِ اللّهِ وَبَشِّرِ الْمُؤْمِنِينَ ﴿١١٢﴾
9/At-Tawbah-112: Altta-iboona alAAabidoona alhamidoona alssa-ihoona alrrakiAAoona alssajidoona al-amiroona bialmaAAroofi waalnnahoona AAani almunkari waalhafithoona lihudoodi Allahi wabashshiri almu/mineena
(Zij zijn) de berouwvollen, en de dienenden, en de prijzenden, en de rondtrekkenden, en de buigenden, en de knielenden, en de oproepers tot het behoorlijke en de weerhouders van het verwerpelijke, de wakers over de bepalingen van Allah. En verkondig een verheugende tijding aan de gelovigen. (112)
مَا كَانَ لِلنَّبِيِّ وَالَّذِينَ آمَنُواْ أَن يَسْتَغْفِرُواْ لِلْمُشْرِكِينَ وَلَوْ كَانُواْ أُوْلِي قُرْبَى مِن بَعْدِ مَا تَبَيَّنَ لَهُمْ أَنَّهُمْ أَصْحَابُ الْجَحِيمِ ﴿١١٣﴾
9/At-Tawbah-113: Ma kana lilnnabiyyi waallatheena amanoo an yastaghfiroo lilmushrikeena walaw kanoo olee qurba min baAAdi ma tabayyana lahum annahum as-habu aljaheemi
Het past de Profect en degenen die geloven niet dat zij de veelgodenaanbidders om vergeving vragen, ook al zijn zij verwanten, nadat het hen duidelijk is geworden dat zij de bewoners van de Hel zijn. (113)
وَمَا كَانَ اسْتِغْفَارُ إِبْرَاهِيمَ لِأَبِيهِ إِلاَّ عَن مَّوْعِدَةٍ وَعَدَهَا إِيَّاهُ فَلَمَّا تَبَيَّنَ لَهُ أَنَّهُ عَدُوٌّ لِلّهِ تَبَرَّأَ مِنْهُ إِنَّ إِبْرَاهِيمَ لأوَّاهٌ حَلِيمٌ ﴿١١٤﴾
9/At-Tawbah-114: Wama kana istighfaru ibraheema li-abeehi illa AAan mawAAidatin waAAadaha iyyahu falamma tabayyana lahu annahu AAaduwwun lillahi tabarraa minhu inna ibraheema laawwahun haleemun
En Ibrâhîm's verzoek om vergeving voor zijn vader was slechts vanwege een belofte die hij aan hem had gedaan. Toen het hem dan duidelijk was geworden dat hij een vijand van Allah was, verbrak hij (de band) met hem. Voorwaar, Ibrâhîm was zeker nederig, zachtaardig. (114)
وَمَا كَانَ اللّهُ لِيُضِلَّ قَوْمًا بَعْدَ إِذْ هَدَاهُمْ حَتَّى يُبَيِّنَ لَهُم مَّا يَتَّقُونَ إِنَّ اللّهَ بِكُلِّ شَيْءٍ عَلِيمٌ ﴿١١٥﴾
9/At-Tawbah-115: Wama kana Allahu liyudilla qawman baAAda ith hadahum hatta yubayyina lahum ma yattaqoona inna Allaha bikulli shay-in AAaleemun
En Allah doet nooit een volk dwalen nadat Hij hen heeft geleid, totdat Hij hun duidelijk heeft gemaakt waarvoor zij beducht moeten zijn. Voorwaar, Allah is Alwetend over alle dingen. (115)
إِنَّ اللّهَ لَهُ مُلْكُ السَّمَاوَاتِ وَالأَرْضِ يُحْيِي وَيُمِيتُ وَمَا لَكُم مِّن دُونِ اللّهِ مِن وَلِيٍّ وَلاَ نَصِيرٍ ﴿١١٦﴾
9/At-Tawbah-116: Inna Allaha lahu mulku alssamawati waal-ardi yuhyee wayumeetu wama lakum min dooni Allahi min waliyyin wala naseerin
Voorwaar, aan Allah behoort de heerschappij van de hemelen en de aarde, Hij doet leven en Hij doet sterven, en er is voor jullie buiten Allah geen beschermer en geen helper. (116)
لَقَد تَّابَ الله عَلَى النَّبِيِّ وَالْمُهَاجِرِينَ وَالأَنصَارِ الَّذِينَ اتَّبَعُوهُ فِي سَاعَةِ الْعُسْرَةِ مِن بَعْدِ مَا كَادَ يَزِيغُ قُلُوبُ فَرِيقٍ مِّنْهُمْ ثُمَّ تَابَ عَلَيْهِمْ إِنَّهُ بِهِمْ رَؤُوفٌ رَّحِيمٌ ﴿١١٧﴾
9/At-Tawbah-117: Laqad taba Allahu AAala alnnabiyyi waalmuhajireena waal-ansari allatheena ittabaAAoohu fee saAAati alAAusrati min baAAdi ma kada yazeeghu quloobu fareeqin minhum thumma taba AAalayhim innahu bihim raoofun raheemun
Voorzeker, Allah heeft het berouw van de Profeet aanvaard en van de Uitgewekenen en de Helpers die hem volgden in het uur van de nood, nadat de herten van een groep van hen bijna geneigd was (zich af te wenden), daarna aanvaardde Hij hun berouw. Voorwaar, Hij is voor hen Meest Genadig, Meest Barmhartig. (117)