Nederlands
[
Veranderen
]
Коран на български език
Коран на русском языке
Quran di Indonesia
Corán en español
Koran on-Nederlandse
Coran en français
Koran auf Deutsch
Quran in English
Kuran-ı Kerim Türkçe Meali
Koran
Soeras in de Koran
Juz' in de Koran
Luister Koran (nieuwe)
Dempen (Actief)
Abu Bakr al Shatri
Maher Al Mueaqly
Mishary al Afasy
القرآن الكريم / جزئها ١٢ / صفحة ٢٣٥
القرآن الكريم
»
جزئها ١٢
»
القرآن الكريم / جزئها ١٢ / صفحة ٢٣٥
Koran - Djuz' 12 - Pagina 235 (Hud 118-123, Yusuf 1-4)
de Heilige Koran
»
Juz' in de Koran
»
Djuz' 12
»
Koran - Djuz' 12 - Pagina 235 (Hud 118-123, Yusuf 1-4)
Luister Koran Pagina-235
وَلَوْ شَاء رَبُّكَ لَجَعَلَ النَّاسَ أُمَّةً وَاحِدَةً وَلاَ يَزَالُونَ مُخْتَلِفِينَ
﴿١١٨﴾
إِلاَّ مَن رَّحِمَ رَبُّكَ وَلِذَلِكَ خَلَقَهُمْ وَتَمَّتْ كَلِمَةُ رَبِّكَ لأَمْلأنَّ جَهَنَّمَ مِنَ الْجِنَّةِ وَالنَّاسِ أَجْمَعِينَ
﴿١١٩﴾
وَكُلاًّ نَّقُصُّ عَلَيْكَ مِنْ أَنبَاء الرُّسُلِ مَا نُثَبِّتُ بِهِ فُؤَادَكَ وَجَاءكَ فِي هَذِهِ الْحَقُّ وَمَوْعِظَةٌ وَذِكْرَى لِلْمُؤْمِنِينَ
﴿١٢٠﴾
وَقُل لِّلَّذِينَ لاَ يُؤْمِنُونَ اعْمَلُواْ عَلَى مَكَانَتِكُمْ إِنَّا عَامِلُونَ
﴿١٢١﴾
وَانتَظِرُوا إِنَّا مُنتَظِرُونَ
﴿١٢٢﴾
وَلِلّهِ غَيْبُ السَّمَاوَاتِ وَالأَرْضِ وَإِلَيْهِ يُرْجَعُ الأَمْرُ كُلُّهُ فَاعْبُدْهُ وَتَوَكَّلْ عَلَيْهِ وَمَا رَبُّكَ بِغَافِلٍ عَمَّا تَعْمَلُونَ
﴿١٢٣﴾
سورة يوسف
الر تِلْكَ آيَاتُ الْكِتَابِ الْمُبِينِ
﴿١﴾
إِنَّا أَنزَلْنَاهُ قُرْآنًا عَرَبِيًّا لَّعَلَّكُمْ تَعْقِلُونَ
﴿٢﴾
نَحْنُ نَقُصُّ عَلَيْكَ أَحْسَنَ الْقَصَصِ بِمَا أَوْحَيْنَا إِلَيْكَ هَذَا الْقُرْآنَ وَإِن كُنتَ مِن قَبْلِهِ لَمِنَ الْغَافِلِينَ
﴿٣﴾
إِذْ قَالَ يُوسُفُ لِأَبِيهِ يَا أَبتِ إِنِّي رَأَيْتُ أَحَدَ عَشَرَ كَوْكَبًا وَالشَّمْسَ وَالْقَمَرَ رَأَيْتُهُمْ لِي سَاجِدِينَ
﴿٤﴾
11/Hud-118: Walaw shaa rabbuka lajaAAala alnnasa ommatan wahidatan wala yazaloona mukhtalifeena
En als jouw Heer het had gewild, dan zou Hij de mensheid (als behorend tot) één godsdienst hebben gemaakt, maar zij bleven van mening verschillen. (118)
11/Hud-119: Illa man rahima rabbuka walithalika khalaqahum watammat kalimatu rabbika laamlaanna jahannama mina aljinnati waalnnasi ajmaAAeena
Behalve wie jouw Heer begenadigd heeft. En daarom heeft Hij hen geschapen. En het Woord van jouw Heer is vastgesteld. "Ik zal de Hel vullen met Djinn's en mensen tezamen." (119)
11/Hud-120: Wakullan naqussu AAalayka min anba-i alrrusuli ma nuthabbitu bihi fu-adaka wajaaka fee hathihi alhaqqu wamawAAithatun wathikra lilmu/mineena
En Wij vertellen jou alle geschiedenissen van de Boodschappers, waarmee Wij jouw hart versterken. En daarin is tot jou de Waarheid gekomen, en een onderricht en een lering voor de gelovigen. (120)
11/Hud-121: Waqul lillatheena la yu/minoona iAAmaloo AAala makanatikum inna AAamiloona
En zeg tot degenen die niet geloven: "Werkt volgens jullie vermogens. Voorwaar, (ook) wij werken. (121)
11/Hud-122: Waintathiroo inna muntathiroona
En wacht af, Voorwaar, (ook) wij zijn wachtenden." (122)
11/Hud-123: Walillahi ghaybu alssamawati waal-ardi wa-ilayhi yurjaAAu al-amru kulluhu faoAAbudhu watawakkal AAalayhi wama rabbuka bighafilin AAamma taAAmaloona
En aan Allah behoort het onwaarneembare van de hemelen en de aarde en tot Hem keren alle dingen terug. Aanbid daarom Hem en vertrouw op Hem en jouw Heer is niet onachtzaam omtrent wat jullie doen. (123)
Soera Yusuf
Bismi Allahi alrrahmani alrraheemi
12/Yusuf-1: Alif-lam-ra tilka ayatu alkitabi almubeenu
Alif Lim Râ. Dit zijn de Verzen van het duidelijke Boek. (1)
12/Yusuf-2: Inna anzalnahu qur-anan AAarabiyyan laAAallakum taAAqiloona
Voorwaar, Wij hebben hem neergezonden, een Arabische Koran. Hopelijk zuilen jullie begrijpen. (2)
12/Yusuf-3: Nahnu naqussu AAalayka ahsana alqasasi bima awhayna ilayka hatha alqur-ana wa-in kunta min qablihi lamina alghafileena
Wij vertellen jou het beste verhaal doordat Wij aan jou deze Koran openbaarden, hoewel jij daarvoor tot de onwetenden behoorde. (3)
12/Yusuf-4: Ith qala yoosufu li-abeehi ya abati innee raaytu ahada AAashara kawkaban waalshshamsa waalqamara raaytuhum lee sajideena
En (gedenkt) toen Yôusef tot zijn vader zei: "O mijn vader, voorwaar, ik zag (in een droom) elf sterren en de zon en de maan, ik zag dat zij zich voor mij bogen."' (4)