Nederlands
[
Veranderen
]
Коран на български език
Коран на русском языке
Quran di Indonesia
Corán en español
Koran on-Nederlandse
Coran en français
Koran auf Deutsch
Quran in English
Kuran-ı Kerim Türkçe Meali
Koran
Soeras in de Koran
Juz' in de Koran
Luister Koran (nieuwe)
Dempen (Actief)
Abu Bakr al Shatri
Maher Al Mueaqly
Mishary al Afasy
القرآن الكريم / جزئها ١٢ / صفحة ٢٤٠
القرآن الكريم
»
جزئها ١٢
»
القرآن الكريم / جزئها ١٢ / صفحة ٢٤٠
Yusuf 38-43, Koran - Djuz' 12 - Pagina 240
de Heilige Koran
»
Juz' in de Koran
»
Djuz' 12
»
Yusuf 38-43, Koran - Djuz' 12 - Pagina 240
Luister Koran Pagina-240
وَاتَّبَعْتُ مِلَّةَ آبَآئِي إِبْرَاهِيمَ وَإِسْحَقَ وَيَعْقُوبَ مَا كَانَ لَنَا أَن نُّشْرِكَ بِاللّهِ مِن شَيْءٍ ذَلِكَ مِن فَضْلِ اللّهِ عَلَيْنَا وَعَلَى النَّاسِ وَلَكِنَّ أَكْثَرَ النَّاسِ لاَ يَشْكُرُونَ
﴿٣٨﴾
12/Yusuf-38: WaittabaAAtu millata aba-ee ibraheema wa-ishaqa wayaAAqooba ma kana lana an nushrika biAllahi min shay-in thalika min fadli Allahi AAalayna waAAala alnnasi walakinna akthara alnnasi la yashkuroona
En ik volgde de godsdienst van mijn vaderen: (Ibrâhîm, Ishâq en Ya'qôeb, het pas ons niet om iets als deelgenoot am Allah toe te kennen. Dat is één van de gunsten van Allah aan ons en aan de mensen, maar de meeste mensen zijn niet dankbaar." (38)
يَا صَاحِبَيِ السِّجْنِ أَأَرْبَابٌ مُّتَفَرِّقُونَ خَيْرٌ أَمِ اللّهُ الْوَاحِدُ الْقَهَّارُ
﴿٣٩﴾
12/Yusuf-39: Ya sahibayi alssijni aarbabun mutafarriqoona khayrun ami Allahu alwahidu alqahharu
(Yôesoef zei:) "O mijn medegevangenen, zijn verschillende heren beter, of Allah, de Ene, de Overweldiger? (39)
مَا تَعْبُدُونَ مِن دُونِهِ إِلاَّ أَسْمَاء سَمَّيْتُمُوهَا أَنتُمْ وَآبَآؤُكُم مَّا أَنزَلَ اللّهُ بِهَا مِن سُلْطَانٍ إِنِ الْحُكْمُ إِلاَّ لِلّهِ أَمَرَ أَلاَّ تَعْبُدُواْ إِلاَّ إِيَّاهُ ذَلِكَ الدِّينُ الْقَيِّمُ وَلَكِنَّ أَكْثَرَ النَّاسِ لاَ يَعْلَمُونَ
﴿٤٠﴾
12/Yusuf-40: Ma taAAbudoona min doonihi illa asmaan sammaytumooha antum waabaokum ma anzala Allahu biha min sultanin ini alhukmu illa lillahi amara alla taAAbudoo illa iyyahu thalika alddeenu alqayyimu walakinna akthara alnnasi la yaAAlamoona
Wat jullie naast Hem aanbidden zijn slechts namen die jullie en jullie vaderen hebben gegeven. Allah heeft hiervoor geen bewijs neergezonden. Het oordeel is slechts aan Allah. Hij beveeft dat jullie niets aanbidden behalve Hem: dat is de ware godsdieng maar de meeste mensen weten het niet." (40)
يَا صَاحِبَيِ السِّجْنِ أَمَّا أَحَدُكُمَا فَيَسْقِي رَبَّهُ خَمْرًا وَأَمَّا الآخَرُ فَيُصْلَبُ فَتَأْكُلُ الطَّيْرُ مِن رَّأْسِهِ قُضِيَ الأَمْرُ الَّذِي فِيهِ تَسْتَفْتِيَانِ
﴿٤١﴾
12/Yusuf-41: Ya sahibayi alssijni amma ahadukuma fayasqee rabbahu khamran waamma al-akharu fayuslabu fata/kulu alttayru min ra/sihi qudiya al-amru allathee feehi tastaftiyani
O mijn medegevangenen, wat één van jullie betreft; hij zal voor zijn heer wijn inschenken. Wat de andere betret hij zal gekruisigd worden en de vogels zullen van zijn hoofd eten. De zaak waarover jullie vmgen, is reeds besloten." (41)
وَقَالَ لِلَّذِي ظَنَّ أَنَّهُ نَاجٍ مِّنْهُمَا اذْكُرْنِي عِندَ رَبِّكَ فَأَنسَاهُ الشَّيْطَانُ ذِكْرَ رَبِّهِ فَلَبِثَ فِي السِّجْنِ بِضْعَ سِنِينَ
﴿٤٢﴾
12/Yusuf-42: Waqala lillathee thanna annahu najin minhuma othkurnee AAinda rabbika faansahu alshshaytanu thikra rabbihi falabitha fee alssijni bidAAa sineena
En bij zei tegen de andere, van wie hij dacht dat hij gered zou worden: "Noem mij tegenover jouw heer." Maar de Satan maaktc dat hij vergat zijn naam te noemen voor zijn heer. Daarom verbleef hij een aantal jaren in de gevangenis. (42)
وَقَالَ الْمَلِكُ إِنِّي أَرَى سَبْعَ بَقَرَاتٍ سِمَانٍ يَأْكُلُهُنَّ سَبْعٌ عِجَافٌ وَسَبْعَ سُنبُلاَتٍ خُضْرٍ وَأُخَرَ يَابِسَاتٍ يَا أَيُّهَا الْمَلأُ أَفْتُونِي فِي رُؤْيَايَ إِن كُنتُمْ لِلرُّؤْيَا تَعْبُرُونَ
﴿٤٣﴾
12/Yusuf-43: Waqala almaliku innee ara sabAAa baqaratin simanin ya/kuluhunna sabAAun AAijafun wasabAAa sunbulatin khudrin waokhara yabisatin ya ayyuha almalao aftoonee fee ru/yaya in kuntum lilrru/ya taAAburoona
En de koning zei: "Ik zag in een droom zeven vette koeien, die verslonden werden door zeven magere koeien, en zeven groene korenaren en (zeven) andere verdorde. O jullie vooraanstaanden, legt mijn droom uit, als jullie kenners van droomuitleg zijn." (43)