Nederlands
[
Veranderen
]
Коран на български език
Коран на русском языке
Quran di Indonesia
Corán en español
Koran on-Nederlandse
Coran en français
Koran auf Deutsch
Quran in English
Kuran-ı Kerim Türkçe Meali
Koran
Soeras in de Koran
Juz' in de Koran
Luister Koran (nieuwe)
Dempen (Actief)
Abu Bakr al Shatri
Maher Al Mueaqly
Mishary al Afasy
القرآن الكريم / جزئها ١٤ / صفحة ٢٦٦
القرآن الكريم
»
جزئها ١٤
»
القرآن الكريم / جزئها ١٤ / صفحة ٢٦٦
Al-Hijr 71-90, Koran - Djuz' 14 - Pagina 266
de Heilige Koran
»
Juz' in de Koran
»
Djuz' 14
»
Al-Hijr 71-90, Koran - Djuz' 14 - Pagina 266
Luister Koran Pagina-266
قَالَ هَؤُلاء بَنَاتِي إِن كُنتُمْ فَاعِلِينَ
﴿٧١﴾
15/Al-Hijr-71: Qala haola-i banatee in kuntum faAAileena
Ilij (Loeth) zei: "Dit zijn mijn dochters (vrouwen uit mijn volk), als jullie (iets op toegestane wijze willen) doen." (71)
لَعَمْرُكَ إِنَّهُمْ لَفِي سَكْرَتِهِمْ يَعْمَهُونَ
﴿٧٢﴾
15/Al-Hijr-72: LaAAamruka innahum lafee sakratihim yaAAmahoona
Bij jouw leven (O Moehammad): voorwaar, zij verkeren onrustig in hun dwaling. (72)
فَأَخَذَتْهُمُ الصَّيْحَةُ مُشْرِقِينَ
﴿٧٣﴾
15/Al-Hijr-73: Faakhathat-humu alssayhatu mushriqeena
Toen trof de donderslag hen bij zonsopgang. (73)
فَجَعَلْنَا عَالِيَهَا سَافِلَهَا وَأَمْطَرْنَا عَلَيْهِمْ حِجَارَةً مِّن سِجِّيلٍ
﴿٧٤﴾
15/Al-Hijr-74: FajaAAalna AAaliyaha safilaha waamtarna AAalayhim hijaratan min sijjeelin
Toen keerden Wij haar (de stad) ondersteboven en deden Wij op hen stenen van harde klei neerkomen. (74)
إِنَّ فِي ذَلِكَ لآيَاتٍ لِّلْمُتَوَسِّمِينَ
﴿٧٥﴾
15/Al-Hijr-75: Inna fee thalika laayatin lilmutawassimeena
Voorwaar, daarin zijn zeker Tekenen voor degenen die er lering uit trekken. (75)
وَإِنَّهَا لَبِسَبِيلٍ مُّقيمٍ
﴿٧٦﴾
15/Al-Hijr-76: Wa-innaha labisabeelin muqeemin
En voorwaar, zij (de stad) ligt aan een (nog) bestaande weg. (76)
إِنَّ فِي ذَلِكَ لآيَةً لِّلْمُؤمِنِينَ
﴿٧٧﴾
15/Al-Hijr-77: Inna fee thalika laayatan lilmu/mineena
En voorwaar, daarin is zeker een Teken voor de gelovigen. (77)
وَإِن كَانَ أَصْحَابُ الأَيْكَةِ لَظَالِمِينَ
﴿٧٨﴾
15/Al-Hijr-78: Wa-in kana as-habu al-aykati lathalimeena
en voorwaar, de bewoners van Aikah waren zeker onrechtplegers. (78)
فَانتَقَمْنَا مِنْهُمْ وَإِنَّهُمَا لَبِإِمَامٍ مُّبِينٍ
﴿٧٩﴾
15/Al-Hijr-79: Faintaqamna minhum wa-innahuma labi-imamin mubeenin
Toen hebben Wij hen vernietigd. En voorwaar, de beide steden liggen aan een duidelijke weg. (79)
وَلَقَدْ كَذَّبَ أَصْحَابُ الحِجْرِ الْمُرْسَلِينَ
﴿٨٠﴾
15/Al-Hijr-80: Walaqad kaththaba as-habu alhijri almursaleena
En voorzeker, de bewoners van Hidjr loochenden de Boodschappers. (80)
وَآتَيْنَاهُمْ آيَاتِنَا فَكَانُواْ عَنْهَا مُعْرِضِينَ
﴿٨١﴾
15/Al-Hijr-81: Waataynahum ayatina fakanoo AAanha muAArideena
En Wij hebben ben Onze Tekenen gegeven, maar zij plachten zich daarvan af te wenden. (81)
وَكَانُواْ يَنْحِتُونَ مِنَ الْجِبَالِ بُيُوتًا آمِنِينَ
﴿٨٢﴾
15/Al-Hijr-82: Wakanoo yanhitoona mina aljibali buyootan amineena
En zij hieuwen de rotsen uit tot veilige woningen. (82)
فَأَخَذَتْهُمُ الصَّيْحَةُ مُصْبِحِينَ
﴿٨٣﴾
15/Al-Hijr-83: Faakhathat-humu alssayhatu musbiheena
Toen trof de donderslag hen in de ochtend. (83)
فَمَا أَغْنَى عَنْهُم مَّا كَانُواْ يَكْسِبُونَ
﴿٨٤﴾
15/Al-Hijr-84: Fama aghna AAanhum ma kanoo yaksiboona
Toen baatte wat zij plachten te verrichten hen niet. (84)
وَمَا خَلَقْنَا السَّمَاوَاتِ وَالأَرْضَ وَمَا بَيْنَهُمَا إِلاَّ بِالْحَقِّ وَإِنَّ السَّاعَةَ لآتِيَةٌ فَاصْفَحِ الصَّفْحَ الْجَمِيلَ
﴿٨٥﴾
15/Al-Hijr-85: Wama khalaqna alssamawati waal-arda wama baynahuma illa bialhaqqi wa-inna alssaAAata laatiyatun faisfahi alssafha aljameela
En Wij hebben de hemelen en de aarde en wat er tussen is niet geschapen behalve met de Waarheid. En voorwaar, het Uur zal zeker komen, geeft daarom em passende kwijtschelding. (85)
إِنَّ رَبَّكَ هُوَ الْخَلاَّقُ الْعَلِيمُ
﴿٨٦﴾
15/Al-Hijr-86: Inna rabbaka huwa alkhallaqu alAAaleemu
Voorwaar, jouw fleer is de Schepper, de Alwetende. (86)
وَلَقَدْ آتَيْنَاكَ سَبْعًا مِّنَ الْمَثَانِي وَالْقُرْآنَ الْعَظِيمَ
﴿٨٧﴾
15/Al-Hijr-87: Walaqad ataynaka sabAAan mina almathanee waalqur-ana alAAatheema
En voorzeker, Wij hebben jou de zeven vaak herhaalde (Verzen) gegeven en de geweldige Koran. (87)
لاَ تَمُدَّنَّ عَيْنَيْكَ إِلَى مَا مَتَّعْنَا بِهِ أَزْوَاجًا مِّنْهُمْ وَلاَ تَحْزَنْ عَلَيْهِمْ وَاخْفِضْ جَنَاحَكَ لِلْمُؤْمِنِينَ
﴿٨٨﴾
15/Al-Hijr-88: La tamuddanna AAaynayka ila ma mattaAAna bihi azwajan minhum wala tahzan AAalayhim waikhfid janahaka lilmu/mineena
Kijk niet verlangend uit naar de genietingen die Wij aan een groep van hen (de ongelovigen) hebben gegeven. En treur niet over hen, en wees nederig tegenover de gelovigen. (88)
وَقُلْ إِنِّي أَنَا النَّذِيرُ الْمُبِينُ
﴿٨٩﴾
15/Al-Hijr-89: Waqul innee ana alnnatheeru almubeenu
En zeg (O Moehammad): "Voorwaar, ik ben de duidelijke waarschuwer." (89)
كَمَا أَنزَلْنَا عَلَى المُقْتَسِمِينَ
﴿٩٠﴾
15/Al-Hijr-90: Kama anzalna AAala almuqtasimeena
Zoals Wij (de bestraffing) hebben neergezonden naar de verdelers. (90)