Nederlands [Veranderen]

القرآن الكريم / جزئها ١٥ / صفحة ٢٩١

Al-Isra 87-96, Koran - Djuz' 15 - Pagina 291

Djuz'-15, Pagina-291 - Koran recitatie door Abu Bakr al Shatri
Djuz'-15, Pagina-291 - Koran recitatie door Maher Al Mueaqly
Djuz'-15, Pagina-291 - Koran recitatie door Mishary al Afasy
vorig
volgende
share on facebook  tweet  share on google  print  
إِلاَّ رَحْمَةً مِّن رَّبِّكَ إِنَّ فَضْلَهُ كَانَ عَلَيْكَ كَبِيرًا ﴿٨٧﴾
17/Al-Isra-87: Illa rahmatan min rabbika inna fadlahu kana AAalayka kabeeran
Behalve als Barmhartigheid van jouw Heer, voorwaar: Zijn gunst voor jou is groot. Zeg (O Moehammad): "Als de mensen en de Djinn's zich zouden verzamelen om het gelijke van deze Koran te maken; dan kunnen zij niet het daaraan gelijke komen, zelfs al zouden zij elkur hulp zijn." (87)
قُل لَّئِنِ اجْتَمَعَتِ الإِنسُ وَالْجِنُّ عَلَى أَن يَأْتُواْ بِمِثْلِ هَذَا الْقُرْآنِ لاَ يَأْتُونَ بِمِثْلِهِ وَلَوْ كَانَ بَعْضُهُمْ لِبَعْضٍ ظَهِيرًا ﴿٨٨﴾
17/Al-Isra-88: Qul la-ini ijtamaAAati al-insu waaljinnu AAala an ya/too bimithli hatha alqur-ani la ya/toona bimithlihi walaw kana baAAduhum libaAAdin thaheeran
Zeg (O Moehammad): "Als de mensen en de Djinn's zich zouden verzamelen om het gelijke van deze Koran te maken; dan kunnen zij niet het daaraan gelijke komen, zelfs al zouden zij elkur hulp zijn." (88)
وَلَقَدْ صَرَّفْنَا لِلنَّاسِ فِي هَذَا الْقُرْآنِ مِن كُلِّ مَثَلٍ فَأَبَى أَكْثَرُ النَّاسِ إِلاَّ كُفُورًا ﴿٨٩﴾
17/Al-Isra-89: Walaqad sarrafna lilnnasi fee hatha alqur-ani min kulli mathalin faaba aktharu alnnasi illa kufooran
En voorzeker, Wij hebben voor de mensen in deze Koran alle (soorten) vergelijkingen uitgelegd, maar de meeste mensen weigeren het, behalve in ondankbaarheid. (89)
وَقَالُواْ لَن نُّؤْمِنَ لَكَ حَتَّى تَفْجُرَ لَنَا مِنَ الأَرْضِ يَنبُوعًا ﴿٩٠﴾
17/Al-Isra-90: Waqaloo lan nu/mina laka hatta tafjura lana mina al-ardi yanbooAAan
En zij zeiden (tegen Moehammad): "Wij zullen jou nooit geloven, totdat jij voor ons een bron uit de aarde doet opwellen. (90)
أَوْ تَكُونَ لَكَ جَنَّةٌ مِّن نَّخِيلٍ وَعِنَبٍ فَتُفَجِّرَ الأَنْهَارَ خِلالَهَا تَفْجِيرًا ﴿٩١﴾
17/Al-Isra-91: Aw takoona laka jannatun min nakheelin waAAinabin fatufajjira al-anhara khilalaha tafjeeran
Of jij een tuin met dadelpalmen en druivenstruiken hebt, en dan overvloedige rivieren uit hun midden doet ontspringen. (91)
أَوْ تُسْقِطَ السَّمَاء كَمَا زَعَمْتَ عَلَيْنَا كِسَفًا أَوْ تَأْتِيَ بِاللّهِ وَالْمَلآئِكَةِ قَبِيلاً ﴿٩٢﴾
17/Al-Isra-92: Aw tusqita alssamaa kama zaAAamta AAalayna kisafan aw ta/tiya biAllahi waalmala-ikati qabeelan
Of jij de hemel in stukken op ons neer doet vallen, zoals jij ons beweert, of jij Allah en de Engelen vóór ons brengt. (92)
أَوْ يَكُونَ لَكَ بَيْتٌ مِّن زُخْرُفٍ أَوْ تَرْقَى فِي السَّمَاء وَلَن نُّؤْمِنَ لِرُقِيِّكَ حَتَّى تُنَزِّلَ عَلَيْنَا كِتَابًا نَّقْرَؤُهُ قُلْ سُبْحَانَ رَبِّي هَلْ كُنتُ إَلاَّ بَشَرًا رَّسُولاً ﴿٩٣﴾
17/Al-Isra-93: Aw yakoona laka baytun min zukhrufin aw tarqa fee alssama-i walan nu/mina liruqiyyika hatta tunazzila AAalayna kitaban naqraohu qul subhana rabbee hal kuntu illa basharan rasoolan
Of jij een huis van goud hebt, of naar de hemel opstijgt, en wij zullen jouw opstijging nooit geloven, totdat jij een boek ma ons neerzendt, dat wij kunnen lezen." Zeg (O Moehammad): "Heilig is mijn Heer, ik ben niets anders dan een menselijke Boodschapper." (93)
وَمَا مَنَعَ النَّاسَ أَن يُؤْمِنُواْ إِذْ جَاءهُمُ الْهُدَى إِلاَّ أَن قَالُواْ أَبَعَثَ اللّهُ بَشَرًا رَّسُولاً ﴿٩٤﴾
17/Al-Isra-94: Wama manaAAa alnnasa an yu/minoo ith jaahumu alhuda illa an qaloo abaAAatha Allahu basharan rasoolan
En er was niets dat de mensen verhinderde te geloven tm de Leiding tot hen kwam, behalve dat zij zeiden: "Heeft Allah een menselijke Boodschapper neergezonden?" (94)
قُل لَّوْ كَانَ فِي الأَرْضِ مَلآئِكَةٌ يَمْشُونَ مُطْمَئِنِّينَ لَنَزَّلْنَا عَلَيْهِم مِّنَ السَّمَاء مَلَكًا رَّسُولاً ﴿٩٥﴾
17/Al-Isra-95: Qul law kana fee al-ardi mala-ikatun yamshoona mutma-inneena lanazzalna AAalayhim mina alssama-i malakan rasoolan
Zeg: "Wanneer er op de aarde Engelen waren die rustig rondliepen, dan zouden Wij een Engel tot hen als Boodschapper neergezonden hebben." (95)
قُلْ كَفَى بِاللّهِ شَهِيدًا بَيْنِي وَبَيْنَكُمْ إِنَّهُ كَانَ بِعِبَادِهِ خَبِيرًا بَصِيرًا ﴿٩٦﴾
17/Al-Isra-96: Qul kafa biAllahi shaheedan baynee wabaynakum innahu kana biAAibadihi khabeeran baseeran
Zeg: "Allah is voldoende als Getuige tussen mij en jullie, en voorwaar Hij is Alwetend, Alziend over Zijn dienaren." (96)