Nederlands [Veranderen]

القرآن الكريم / جزئها ١٦ / صفحة ٣١٢

Koran - Djuz' 16 - Pagina 312 (Maryam 96-98, Ta-Ha 1-12)

Djuz'-16, Pagina-312 - Koran recitatie door Abu Bakr al Shatri
Djuz'-16, Pagina-312 - Koran recitatie door Maher Al Mueaqly
Djuz'-16, Pagina-312 - Koran recitatie door Mishary al Afasy
vorig
volgende
share on facebook  tweet  share on google  print  
إِنَّ الَّذِينَ آمَنُوا وَعَمِلُوا الصَّالِحَاتِ سَيَجْعَلُ لَهُمُ الرَّحْمَنُ وُدًّا ﴿٩٦﴾
فَإِنَّمَا يَسَّرْنَاهُ بِلِسَانِكَ لِتُبَشِّرَ بِهِ الْمُتَّقِينَ وَتُنذِرَ بِهِ قَوْمًا لُّدًّا ﴿٩٧﴾
وَكَمْ أَهْلَكْنَا قَبْلَهُم مِّن قَرْنٍ هَلْ تُحِسُّ مِنْهُم مِّنْ أَحَدٍ أَوْ تَسْمَعُ لَهُمْ رِكْزًا ﴿٩٨﴾

سورة طه

طه ﴿١﴾
مَا أَنزَلْنَا عَلَيْكَ الْقُرْآنَ لِتَشْقَى ﴿٢﴾
إِلَّا تَذْكِرَةً لِّمَن يَخْشَى ﴿٣﴾
تَنزِيلًا مِّمَّنْ خَلَقَ الْأَرْضَ وَالسَّمَاوَاتِ الْعُلَى ﴿٤﴾
الرَّحْمَنُ عَلَى الْعَرْشِ اسْتَوَى ﴿٥﴾
لَهُ مَا فِي السَّمَاوَاتِ وَمَا فِي الْأَرْضِ وَمَا بَيْنَهُمَا وَمَا تَحْتَ الثَّرَى ﴿٦﴾
وَإِن تَجْهَرْ بِالْقَوْلِ فَإِنَّهُ يَعْلَمُ السِّرَّ وَأَخْفَى ﴿٧﴾
اللَّهُ لَا إِلَهَ إِلَّا هُوَ لَهُ الْأَسْمَاء الْحُسْنَى ﴿٨﴾
وَهَلْ أَتَاكَ حَدِيثُ مُوسَى ﴿٩﴾
إِذْ رَأَى نَارًا فَقَالَ لِأَهْلِهِ امْكُثُوا إِنِّي آنَسْتُ نَارًا لَّعَلِّي آتِيكُم مِّنْهَا بِقَبَسٍ أَوْ أَجِدُ عَلَى النَّارِ هُدًى ﴿١٠﴾
فَلَمَّا أَتَاهَا نُودِي يَا مُوسَى ﴿١١﴾
إِنِّي أَنَا رَبُّكَ فَاخْلَعْ نَعْلَيْكَ إِنَّكَ بِالْوَادِ الْمُقَدَّسِ طُوًى ﴿١٢﴾
19/Maryam-96: Inna allatheena amanoo waAAamiloo alssalihati sayajAAalu lahumu alrrahmanu wuddan
Voorwaar, degenen die geloven en goede werken verrichten: de Barmhartige zal hen liefde schenken. (96)
19/Maryam-97: Fa-innama yassarnahu bilisanika litubashshira bihi almuttaqeena watunthira bihi qawman luddan
Voorwar, Wij hebben hem gemakkelijk in jouw taal (O Moehammad) gemaakt opdat jij er goede tijdingen mee brengt aan de Moettaqôen en liet twistende volk er mee waarschuwt. (97)
19/Maryam-98: Wakam ahlakna qablahum min qarnin hal tuhissu minhum min ahadin aw tasmaAAu lahum rikzan
En hoeveel generaties vóór hen hebben Wij niet vernietigd? Zie jij ook maar één van hen of hoor je hun zacht gefluister? (98)

Soera Ta-Ha

Bismi Allahi alrrahmani alrraheemi

20/Ta-Ha-1: Ta-ha
Thâ Hâ. (1)
20/Ta-Ha-2: Ma anzalna AAalayka alqur-ana litashqa
Wij hebben de Koran niet tot jou doen neerdalen om jou ongelukkig te maken. (2)
20/Ta-Ha-3: Illa tathkiratan liman yakhsha
Maar slechts als een waarschuwing voor wie (Allah) vreest. (3)
20/Ta-Ha-4: Tanzeelan mimman khalaqa al-arda waalssamawati alAAula
Als een openbaring van Hem Die de aarde en de hoge hemelen geschapen heeft. (4)
20/Ta-Ha-5: Alrrahmanu AAala alAAarshi istawa
De Barmhartige, Die op de Troon zetelt. (5)
20/Ta-Ha-6: Lahu ma fee alssamawati wama fee al-ardi wama baynahuma wama tahta alththara
Aan Hem behoort wat in de hemelen en op de aarde is en wat ertussen is en wat zich onder de grond bevindt. (6)
20/Ta-Ha-7: Wa-in tajhar bialqawli fa-innahu yaAAlamu alssirra waakhfa
Of jij niet luide stem spreekt (of niet): voorwaar, Hij kent het geheim en het meest verborgene. (7)
20/Ta-Ha-8: Allahu la ilaha illa huwa lahu al-asmao alhusna
Allah, er is geen god den Hij, de Schone Namen (Asmâoelhoesnâ)behoren Hem toe. (8)
20/Ta-Ha-9: Wahal ataka hadeethu moosa
En heeft het verhaal van Môesa jou bereikt? (9)
20/Ta-Ha-10: Ith raa naran faqala li-ahlihi omkuthoo innee anastu naran laAAallee ateekum minha biqabasin aw ajidu AAala alnnari hudan
Toen hij een vuur zag, en tot zij familie zei "Blijft hier, want ik zie een vuur. Misschien zal ik daarvan een fakkel bij jullie brengen of zal ik bij het vuur Leiding vinden." (10)
20/Ta-Ha-11: Falamma ataha noodiya ya moosa
En toen hij daar aankwam, werd geroepen: "O Môesa!" (11)
20/Ta-Ha-12: Innee ana rabbuka faikhlaAA naAAlayka innaka bialwadi almuqaddasi tuwan
Voorwaar, Ik ben jouw Heer, dus trek jouw sandalen uit: vooirwau, jij bevindt je in de heilige vallei Thoewa. (12)