Nederlands
[
Veranderen
]
Коран на български език
Коран на русском языке
Quran di Indonesia
Corán en español
Koran on-Nederlandse
Coran en français
Koran auf Deutsch
Quran in English
Kuran-ı Kerim Türkçe Meali
Koran
Soeras in de Koran
Juz' in de Koran
Luister Koran (nieuwe)
Dempen (Actief)
Abu Bakr al Shatri
Maher Al Mueaqly
Mishary al Afasy
القرآن الكريم / جزئها ١٦ / صفحة ٣١٧
القرآن الكريم
»
جزئها ١٦
»
القرآن الكريم / جزئها ١٦ / صفحة ٣١٧
Ta-Ha 77-87, Koran - Djuz' 16 - Pagina 317
de Heilige Koran
»
Juz' in de Koran
»
Djuz' 16
»
Ta-Ha 77-87, Koran - Djuz' 16 - Pagina 317
Luister Koran Pagina-317
وَلَقَدْ أَوْحَيْنَا إِلَى مُوسَى أَنْ أَسْرِ بِعِبَادِي فَاضْرِبْ لَهُمْ طَرِيقًا فِي الْبَحْرِ يَبَسًا لَّا تَخَافُ دَرَكًا وَلَا تَخْشَى
﴿٧٧﴾
20/Ta-Ha-77: Walaqad awhayna ila moosa an asri biAAibadee faidrib lahum tareeqan fee albahri yabasan la takhafu darakan wala takhsha
En voorzeker, Wij hebben aan Môesa geopenbaard: "Reis in de nacht met Mijn dienaren en sla (met je staf) voor hen een droge weg door de zee. Wees niet bang om bereikt te worden en wees niet angstig." (77)
فَأَتْبَعَهُمْ فِرْعَوْنُ بِجُنُودِهِ فَغَشِيَهُم مِّنَ الْيَمِّ مَا غَشِيَهُمْ
﴿٧٨﴾
20/Ta-Ha-78: FaatbaAAahum firAAawnu bijunoodihi faghashiyahum mina alyammi ma ghashiyahum
Toen volgde Fir'aun hen met zijn legers, daarop werden zij bedekt door de vloedgolf die over hen kwam. (78)
وَأَضَلَّ فِرْعَوْنُ قَوْمَهُ وَمَا هَدَى
﴿٧٩﴾
20/Ta-Ha-79: Waadalla firAAawnu qawmahu wama hada
En Fir'aun deed zijn volk dwalen en leidde hen niet. (79)
يَا بَنِي إِسْرَائِيلَ قَدْ أَنجَيْنَاكُم مِّنْ عَدُوِّكُمْ وَوَاعَدْنَاكُمْ جَانِبَ الطُّورِ الْأَيْمَنَ وَنَزَّلْنَا عَلَيْكُمُ الْمَنَّ وَالسَّلْوَى
﴿٨٠﴾
20/Ta-Ha-80: Ya banee isra-eela qad anjaynakum min AAaduwwikum wawaAAadnakum janiba alttoori al-aymana wanazzalna AAalaykumu almanna waalssalwa
O Kinderen van Israël, Wij hebben jullie waarlijk van jullie vijand gered en Wij sloten een verbond met jullie bij de rechterzijde van (de berg) Thôer en Wij deden Manna en kwartels voor jullie neerdalen. (80)
كُلُوا مِن طَيِّبَاتِ مَا رَزَقْنَاكُمْ وَلَا تَطْغَوْا فِيهِ فَيَحِلَّ عَلَيْكُمْ غَضَبِي وَمَن يَحْلِلْ عَلَيْهِ غَضَبِي فَقَدْ هَوَى
﴿٨١﴾
20/Ta-Ha-81: Kuloo min tayyibati ma razaqnakum wala tatghaw feehi fayahilla AAalaykum ghadabee waman yahlil AAalayhi ghadabee faqad hawa
Eet van de gome dingen, waarmee Wij jullie hebben voorzien en overdrijft niet zodat Mijn woede jullie niet treft. En wie door Mijn woede getroffen wordt zal waarlijk ten onder gaan. (81)
وَإِنِّي لَغَفَّارٌ لِّمَن تَابَ وَآمَنَ وَعَمِلَ صَالِحًا ثُمَّ اهْتَدَى
﴿٨٢﴾
20/Ta-Ha-82: Wa-innee laghaffarun liman taba waamana waAAamila salihan thumma ihtada
En voorwaar, Ik ben zeker een Vergevensgezinde voor degene die berouw toonde en geloofde en goede daden verrichtte en vervolgens Leiding volgde. (82)
وَمَا أَعْجَلَكَ عَن قَوْمِكَ يَا مُوسَى
﴿٨٣﴾
20/Ta-Ha-83: Wama aAAjalaka AAan qawmika ya moosa
(Allah zei:) "En wat heeft jou je van jouw volk doen weghaasten, O Môesa?" (83)
قَالَ هُمْ أُولَاء عَلَى أَثَرِي وَعَجِلْتُ إِلَيْكَ رَبِّ لِتَرْضَى
﴿٨٤﴾
20/Ta-Ha-84: Qala hum ola-i AAala atharee waAAajiltu ilayka rabbi litarda
Hij zei: "Zij volgen in mijn voetstappen en ik haastte mij naar U, O mijn Heer, om door U behaagd te worden." (84)
قَالَ فَإِنَّا قَدْ فَتَنَّا قَوْمَكَ مِن بَعْدِكَ وَأَضَلَّهُمُ السَّامِرِيُّ
﴿٨٥﴾
20/Ta-Ha-85: Qala fa-inna qad fatanna qawmaka min baAAdika waadallahumu alssamiriyyu
Hij (Allah) zei: "Wij hebben jou op de proef gesteld nadat jij (vertrok) en de Sâmirî bracht hen tot dwaling." (85)
فَرَجَعَ مُوسَى إِلَى قَوْمِهِ غَضْبَانَ أَسِفًا قَالَ يَا قَوْمِ أَلَمْ يَعِدْكُمْ رَبُّكُمْ وَعْدًا حَسَنًا أَفَطَالَ عَلَيْكُمُ الْعَهْدُ أَمْ أَرَدتُّمْ أَن يَحِلَّ عَلَيْكُمْ غَضَبٌ مِّن رَّبِّكُمْ فَأَخْلَفْتُم مَّوْعِدِي
﴿٨٦﴾
20/Ta-Ha-86: FarajaAAa moosa ila qawmihi ghadbana asifan qala ya qawmi alam yaAAidkum rabbukum waAAdan hasanan afatala AAalaykumu alAAahdu am aradtum an yahilla AAalaykum ghadabun min rabbikum faakhlaftum mawAAidee
Toen keerde Môesa terug naar zijn volk, woedend en vol spijt, en zei. "O mijn volk, heeft jullie Heer jullie geen goede belofte gedaan? Duurde (de vervulling van) de belofte te lang of wilden jullie dat de woede van jullie Heer jullie trof, zodat jullie mijn afspraak (met jullie) afzegden?" (86)
قَالُوا مَا أَخْلَفْنَا مَوْعِدَكَ بِمَلْكِنَا وَلَكِنَّا حُمِّلْنَا أَوْزَارًا مِّن زِينَةِ الْقَوْمِ فَقَذَفْنَاهَا فَكَذَلِكَ أَلْقَى السَّامِرِيُّ
﴿٨٧﴾
20/Ta-Ha-87: Qaloo ma akhlafna mawAAidaka bimalkina walakinna hummilna awzaran min zeenati alqawmi faqathafnaha fakathalika alqa alssamiriyyu
Zij zeiden: "Wij hebben de afspraak met jou niet uit vrije wil afgezegd, maar wij werden belast met ladingen sieraden van het volk. Toen gooiden wij die (in het vuur), net zoals de Sâmirî (ze in het vuur) wierp. (87)