Nederlands [Veranderen]

القرآن الكريم / جزئها ٢ / صفحة ٢٧

Al-Baqarah 177-181, Koran - Djuz' 2 - Pagina 27

Djuz'-2, Pagina-27 - Koran recitatie door Abu Bakr al Shatri
Djuz'-2, Pagina-27 - Koran recitatie door Maher Al Mueaqly
Djuz'-2, Pagina-27 - Koran recitatie door Mishary al Afasy
vorig
volgende
share on facebook  tweet  share on google  print  
لَّيْسَ الْبِرَّ أَن تُوَلُّواْ وُجُوهَكُمْ قِبَلَ الْمَشْرِقِ وَالْمَغْرِبِ وَلَكِنَّ الْبِرَّ مَنْ آمَنَ بِاللّهِ وَالْيَوْمِ الآخِرِ وَالْمَلآئِكَةِ وَالْكِتَابِ وَالنَّبِيِّينَ وَآتَى الْمَالَ عَلَى حُبِّهِ ذَوِي الْقُرْبَى وَالْيَتَامَى وَالْمَسَاكِينَ وَابْنَ السَّبِيلِ وَالسَّآئِلِينَ وَفِي الرِّقَابِ وَأَقَامَ الصَّلاةَ وَآتَى الزَّكَاةَ وَالْمُوفُونَ بِعَهْدِهِمْ إِذَا عَاهَدُواْ وَالصَّابِرِينَ فِي الْبَأْسَاء والضَّرَّاء وَحِينَ الْبَأْسِ أُولَئِكَ الَّذِينَ صَدَقُوا وَأُولَئِكَ هُمُ الْمُتَّقُونَ ﴿١٧٧﴾
2/Al-Baqarah-177: Laysa albirra an tuwalloo wujoohakum qibala almashriqi waalmaghribi walakinna albirra man amana biAllahi waalyawmi al-akhiri waalmala-ikati waalkitabi waalnnabiyyeena waata almala AAala hubbihi thawee alqurba waalyatama waalmasakeena waibna alssabeeli waa
Het is geen vroomheid dat jullie je gezichten naar het Oosten en het Westen wenden, maar vroom is wie gelooft in Allah en het Hiernamaals en de Engelen en de Schrift en de Profeten en die het bezit dat hij liefheeft weggeeft aan de verwanten en de wezen en de behoeftigen en de reiziger (zonder proviand) en de bedelaars en (het gebruikt) voor het vrijkopen van slaven, en die de shalât onderhoudt, de zakât geeft. En die trouw zijn aan hun belofte wanneer zij een belofte hebben gedaan en de geduldigen in tegenspoed, in rampspoed en in oorlogstijd. Zij zijn diegenen die Moettaqôen zijn, en zij zijn het die de godvrezenden zijn. (177)
يَا أَيُّهَا الَّذِينَ آمَنُواْ كُتِبَ عَلَيْكُمُ الْقِصَاصُ فِي الْقَتْلَى الْحُرُّ بِالْحُرِّ وَالْعَبْدُ بِالْعَبْدِ وَالأُنثَى بِالأُنثَى فَمَنْ عُفِيَ لَهُ مِنْ أَخِيهِ شَيْءٌ فَاتِّبَاعٌ بِالْمَعْرُوفِ وَأَدَاء إِلَيْهِ بِإِحْسَانٍ ذَلِكَ تَخْفِيفٌ مِّن رَّبِّكُمْ وَرَحْمَةٌ فَمَنِ اعْتَدَى بَعْدَ ذَلِكَ فَلَهُ عَذَابٌ أَلِيمٌ ﴿١٧٨﴾
2/Al-Baqarah-178: Ya ayyuha allatheena amanoo kutiba AAalaykumu alqisasu fee alqatla alhurru bialhurri waalAAabdu bialAAabdi waalontha bialontha faman AAufiya lahu min akheehi shay-on faittibaAAun bialmaAAroofi waadaon ilayhi bi-ihsanin thalika takhfeefun min rabbikum wara
O jullie die geloven, de Qishâsh inzake doodslag is jullie verplicht: de vrije (mens) voor de vrije (mens), de slaaf voor de slaaf, de vrouw voor de vrouw. En degene die dan kwijtschelding zan zijn broeder ontvangt, laat het dan gevolgd worden door een redelijke (eis van de eiser) en genoegdoening voor hem op een goeded (manier, van de schuldige). Dat is een verlichting van jullie Heer en een Barmhartigheid en degene die dan daarna nog overtreedt, voor hem ie er dan een pijnlijke bestraffing. (178)
وَلَكُمْ فِي الْقِصَاصِ حَيَاةٌ يَاْ أُولِيْ الأَلْبَابِ لَعَلَّكُمْ تَتَّقُونَ ﴿١٧٩﴾
2/Al-Baqarah-179: Walakum fee alqisasi hayatun ya olee al-albabi laAAallakum tattaqoona
En voor jullie is er in de Qishâsh leven, O bezitters van verstand, hopelijk zullen jullie (Allah) vrezen. (179)
كُتِبَ عَلَيْكُمْ إِذَا حَضَرَ أَحَدَكُمُ الْمَوْتُ إِن تَرَكَ خَيْرًا الْوَصِيَّةُ لِلْوَالِدَيْنِ وَالأقْرَبِينَ بِالْمَعْرُوفِ حَقًّا عَلَى الْمُتَّقِينَ ﴿١٨٠﴾
2/Al-Baqarah-180: Kutiba AAalaykum itha hadara ahadakumu almawtu in taraka khayran alwasiyyatu lilwalidayni waal-aqrabeena bialmaAAroofi haqqan AAala almuttaqeena
Het is jullie verplicht wanneer de dood één van jullie nabij is, als hij bezit nalaat, een testament te maken voor de ouders en de verwanten, volgens wat redelijk is (dit is) een plicht voor de Moetaqôen. (180)
فَمَن بَدَّلَهُ بَعْدَمَا سَمِعَهُ فَإِنَّمَا إِثْمُهُ عَلَى الَّذِينَ يُبَدِّلُونَهُ إِنَّ اللّهَ سَمِيعٌ عَلِيمٌ ﴿١٨١﴾
2/Al-Baqarah-181: Faman baddalahu baAAda ma samiAAahu fa-innama ithmuhu AAala allatheena yubaddiloonahu inna Allaha sameeAAun AAaleemun
Wie den het testament verandert nadat hij het heeft gehoord: voorwaar, dan rust de zonde op hen die het veranderd hebben. Voorwaar, Allah is Alhorend, Alwetend. (181)