Nederlands [Veranderen]

القرآن الكريم / جزئها ٢٠ / صفحة ٣٩٦

Koran, Pagina 396 (Djuz' 20) recitatie door Abu Bakr al Shatri

vorig
volgende
share on facebook  tweet  share on google  print  
إِنَّ الَّذِي فَرَضَ عَلَيْكَ الْقُرْآنَ لَرَادُّكَ إِلَى مَعَادٍ قُل رَّبِّي أَعْلَمُ مَن جَاء بِالْهُدَى وَمَنْ هُوَ فِي ضَلَالٍ مُّبِينٍ ﴿٨٥﴾
وَمَا كُنتَ تَرْجُو أَن يُلْقَى إِلَيْكَ الْكِتَابُ إِلَّا رَحْمَةً مِّن رَّبِّكَ فَلَا تَكُونَنَّ ظَهِيرًا لِّلْكَافِرِينَ ﴿٨٦﴾
وَلَا يَصُدُّنَّكَ عَنْ آيَاتِ اللَّهِ بَعْدَ إِذْ أُنزِلَتْ إِلَيْكَ وَادْعُ إِلَى رَبِّكَ وَلَا تَكُونَنَّ مِنَ الْمُشْرِكِينَ ﴿٨٧﴾
وَلَا تَدْعُ مَعَ اللَّهِ إِلَهًا آخَرَ لَا إِلَهَ إِلَّا هُوَ كُلُّ شَيْءٍ هَالِكٌ إِلَّا وَجْهَهُ لَهُ الْحُكْمُ وَإِلَيْهِ تُرْجَعُونَ ﴿٨٨﴾

سورة العنكبوت

الم ﴿١﴾
أَحَسِبَ النَّاسُ أَن يُتْرَكُوا أَن يَقُولُوا آمَنَّا وَهُمْ لَا يُفْتَنُونَ ﴿٢﴾
وَلَقَدْ فَتَنَّا الَّذِينَ مِن قَبْلِهِمْ فَلَيَعْلَمَنَّ اللَّهُ الَّذِينَ صَدَقُوا وَلَيَعْلَمَنَّ الْكَاذِبِينَ ﴿٣﴾
أَمْ حَسِبَ الَّذِينَ يَعْمَلُونَ السَّيِّئَاتِ أَن يَسْبِقُونَا سَاء مَا يَحْكُمُونَ ﴿٤﴾
مَن كَانَ يَرْجُو لِقَاء اللَّهِ فَإِنَّ أَجَلَ اللَّهِ لَآتٍ وَهُوَ السَّمِيعُ الْعَلِيمُ ﴿٥﴾
وَمَن جَاهَدَ فَإِنَّمَا يُجَاهِدُ لِنَفْسِهِ إِنَّ اللَّهَ لَغَنِيٌّ عَنِ الْعَالَمِينَ ﴿٦﴾
٣٩٦
28/Al-Qasas-85: Inna allathee farada AAalayka alqur-ana laradduka ila maAAadin qul rabbee aAAlamu man jaa bialhuda waman huwa fee dalalin mubeenin
Voorwaar, Degene Die de Koran voor jou tot een verplichting heeft gemaakt, zal jou zeker terugbrengen naar de plaats van de terugkeer. Zeg (O Moehammad): "Mijn Heer weet het beste wie met de Leiding is gekomen en wie degene is die in duidelijke dwaling verkeert." (85)
28/Al-Qasas-86: Wama kunta tarjoo an yulqa ilayka alkitabu illa rahmatan min rabbika fala takoonanna thaheeran lilkafireena
En jij had niet gehoopt dat het Boek tot jou neergezonden zou worden, behalve als Barmhartigheid van jouw Heer. Wees dus zeker geen medestander van de ongelovigen. (86)
28/Al-Qasas-87: Wala yasuddunnaka AAan ayati Allahi baAAda ith onzilat ilayka waodAAu ila rabbika wala takoonanna mina almushrikeena
En laat jou niet weghouden van de Verzen van Allah nadat zij tot jou neergezonden zijn en roep jouw Heer aan. En behoor zeker niet tot de veelgodenaanbidders. (87)
28/Al-Qasas-88: Wala tadAAu maAAa Allahi ilahan akhara la ilaha illa huwa kullu shay-in halikun illa wajhahu lahu alhukmu wa-ilayhi turjaAAoona
En roep geen andere god aan naad Allah. Er is geen god dan Hij. Alle dingen zullen vergaan, behalve Allah. Aan Hem is het oordeel en tot Ham worden jullie teruggebracht. (88)

Soera Al-'Ankabut

Bismi Allahi alrrahmani alrraheemi

29/Al-'Ankabut-1: Alif-lam-meem
Alif Lâm Mîm. (1)
29/Al-'Ankabut-2: Ahasiba alnnasu an yutrakoo an yaqooloo amanna wahum la yuftanoona
Dachten de mensen dat zij met rust gelaten worden, als zij zeggen: "Wij geloven," en dat zij niet op de proef gesteld worden? (2)
29/Al-'Ankabut-3: Walaqad fatanna allatheena min qablihim falayaAAlamanna Allahu allatheena sadaqoo walayaAAlamanna alkathibeena
En voorzeker, Wij hebben degenen vóór hen op de proef gesteld. Allah kent zeker degenen die de oprecht spreken en Hij kent zeker de leugenaars. (3)
29/Al-'Ankabut-4: Am hasiba allatheena yaAAmaloona alssayyi-ati an yasbiqoona saa ma yahkumoona
Of dachten degenen die slechte daden verrichten dat zij aan Ons kunnen ontvluchten? Slecht is het wat zij veronderstellen! (4)
29/Al-'Ankabut-5: Man kana yarjoo liqaa Allahi fa-inna ajala Allahi laatin wahuwa alssameeAAu alAAaleemu
Wie hoopt op de ontmoeting met Allah: voorwaar, het door Allah vastgestelde tijdstip komt zeker en Hij is de Alhorende, de Alwetende. (5)
29/Al-'Ankabut-6: Waman jahada fa-innama yujahidu linafsihi inna Allaha laghaniyyun AAani alAAalameena
En wie (voor Allah) strijdt, strijdt slechts voor zichzelf. Voorwaar, Allah is zeker vrij van de behoeften van de werelden. (6)
396