Nederlands [Veranderen]

القرآن الكريم / جزئها ٢١ / صفحة ٤٠٢

Al-'Ankabut 46-52, Koran - Djuz' 21 - Pagina 402

Djuz'-21, Pagina-402 - Koran recitatie door Abu Bakr al Shatri
Djuz'-21, Pagina-402 - Koran recitatie door Maher Al Mueaqly
Djuz'-21, Pagina-402 - Koran recitatie door Mishary al Afasy
vorig
volgende
share on facebook  tweet  share on google  print  
وَلَا تُجَادِلُوا أَهْلَ الْكِتَابِ إِلَّا بِالَّتِي هِيَ أَحْسَنُ إِلَّا الَّذِينَ ظَلَمُوا مِنْهُمْ وَقُولُوا آمَنَّا بِالَّذِي أُنزِلَ إِلَيْنَا وَأُنزِلَ إِلَيْكُمْ وَإِلَهُنَا وَإِلَهُكُمْ وَاحِدٌ وَنَحْنُ لَهُ مُسْلِمُونَ ﴿٤٦﴾
29/Al-'Ankabut-46: Wala tujadiloo ahla alkitabi illa biallatee hiya ahsanu illa allatheena thalamoo minhum waqooloo amanna biallathee onzila ilayna waonzila ilaykum wa-ilahuna wa-ilahukum wahidun wanahnu lahu muslimoona
En redetwist niet anders dan op de beste wijze met de lieden van de Schrift, behalve met de onrechtplegers onder hen. En zegt: "Wij geloven in wat aan ons is neergezonden en in wat aan jullie is neergezonden; en onze God en jullie God is Één, en wij hebben ons am Hem overgegeven. (46)
وَكَذَلِكَ أَنزَلْنَا إِلَيْكَ الْكِتَابَ فَالَّذِينَ آتَيْنَاهُمُ الْكِتَابَ يُؤْمِنُونَ بِهِ وَمِنْ هَؤُلَاء مَن يُؤْمِنُ بِهِ وَمَا يَجْحَدُ بِآيَاتِنَا إِلَّا الْكَافِرُونَ ﴿٤٧﴾
29/Al-'Ankabut-47: Wakathalika anzalna ilayka alkitaba faallatheena ataynahumu alkitaba yu/minoona bihi wamin haola-i man yu/minu bihi wama yajhadu bi-ayatina illa alkafiroona
En zo hebben Wij aan jou het Boek neergezonden. Degenen aan wie Wij de Schrift (de Taurât) hebben gegeven. zij geloven erin (in de Koran) en onder dezen (de bewoners van Mekkah) zijn er die erin geloven. En niemand verwerpt Onze Verzen dan de ongelovigen. (47)
وَمَا كُنتَ تَتْلُو مِن قَبْلِهِ مِن كِتَابٍ وَلَا تَخُطُّهُ بِيَمِينِكَ إِذًا لَّارْتَابَ الْمُبْطِلُونَ ﴿٤٨﴾
29/Al-'Ankabut-48: Wama kunta tatloo min qablihi min kitabin wala takhuttuhu biyameenika ithan lairtaba almubtiloona
En daarvóór heb jij nooit een boek gelezen, en jij hebt nooit iets ervan met je rechterhand geschreven. Anders zouden de ontkenners zeker twijfelen. (48)
بَلْ هُوَ آيَاتٌ بَيِّنَاتٌ فِي صُدُورِ الَّذِينَ أُوتُوا الْعِلْمَ وَمَا يَجْحَدُ بِآيَاتِنَا إِلَّا الظَّالِمُونَ ﴿٤٩﴾
29/Al-'Ankabut-49: Bal huwa ayatun bayyinatun fee sudoori allatheena ootoo alAAilma wama yajhadu bi-ayatina illa alththalimoona
Het zijn zelfs duidelijke Verzen in de harten van degenen aan wie de kennis is gegeven. En niemand verwerpt Onze Verzen dan de onrechtvaardigen. (49)
وَقَالُوا لَوْلَا أُنزِلَ عَلَيْهِ آيَاتٌ مِّن رَّبِّهِ قُلْ إِنَّمَا الْآيَاتُ عِندَ اللَّهِ وَإِنَّمَا أَنَا نَذِيرٌ مُّبِينٌ ﴿٥٠﴾
29/Al-'Ankabut-50: Waqaloo lawla onzila AAalayhi ayatun min rabbihi qul innama al-ayatu AAinda Allahi wa-innama ana natheerun mubeenun
En zij zeiden: "Was er maar een Teken (wonder) van zijn Heer aan hem gezonden?" Zeg: "Voorwaar, de Tekenen zijn slechts bij Allah. En voorwaar, ik ben slechts een duidelijke waarschuwer." (50)
أَوَلَمْ يَكْفِهِمْ أَنَّا أَنزَلْنَا عَلَيْكَ الْكِتَابَ يُتْلَى عَلَيْهِمْ إِنَّ فِي ذَلِكَ لَرَحْمَةً وَذِكْرَى لِقَوْمٍ يُؤْمِنُونَ ﴿٥١﴾
29/Al-'Ankabut-51: Awa lam yakfihim anna anzalna AAalayka alkitaba yutla AAalayhim inna fee thalika larahmatan wathikra liqawmin yu/minoona
Is het voor hen niet voldoende dat Wij aan jou het Boek hebben neergezonden, dat aan hen wordt voorgedragen? Voomaar, daarin is zeker barmhartigheid en een vermaning voor een volk dat gelooft. (51)
قُلْ كَفَى بِاللَّهِ بَيْنِي وَبَيْنَكُمْ شَهِيدًا يَعْلَمُ مَا فِي السَّمَاوَاتِ وَالْأَرْضِ وَالَّذِينَ آمَنُوا بِالْبَاطِلِ وَكَفَرُوا بِاللَّهِ أُوْلَئِكَ هُمُ الْخَاسِرُونَ ﴿٥٢﴾
29/Al-'Ankabut-52: Qul kafa biAllahi baynee wabaynakum shaheedan yaAAlamu ma fee alssamawati waal-ardi waallatheena amanoo bialbatili wakafaroo biAllahi ola-ika humu alkhasiroona
Zeg: "Allah is voldoende als Getuige tussen mij en jullie." Hij kent wat er in de hemelen en op de aarde is. En degenen die in de valsheid geloven en aan Allah ongelovig zijn: zij zijn de verliezers. (52)