Nederlands [Veranderen]

القرآن الكريم / جزئها ٢٢ / صفحة ٤٢٣

Al-Ahzab 36-43, Koran - Djuz' 22 - Pagina 423

Djuz'-22, Pagina-423 - Koran recitatie door Abu Bakr al Shatri
Djuz'-22, Pagina-423 - Koran recitatie door Maher Al Mueaqly
Djuz'-22, Pagina-423 - Koran recitatie door Mishary al Afasy
vorig
volgende
share on facebook  tweet  share on google  print  
وَمَا كَانَ لِمُؤْمِنٍ وَلَا مُؤْمِنَةٍ إِذَا قَضَى اللَّهُ وَرَسُولُهُ أَمْرًا أَن يَكُونَ لَهُمُ الْخِيَرَةُ مِنْ أَمْرِهِمْ وَمَن يَعْصِ اللَّهَ وَرَسُولَهُ فَقَدْ ضَلَّ ضَلَالًا مُّبِينًا ﴿٣٦﴾
33/Al-Ahzab-36: Wama kana limu/minin wala mu/minatin itha qada Allahu warasooluhu amran an yakoona lahumu alkhiyaratu min amrihim waman yaAAsi Allaha warasoolahu faqad dalla dalalan mubeenan
En het past een gelovige man en een gelovige vrouw niet, wanneer Allah en Zijn Boodschapper een zaak hebben besloten, om een andere keuze te maken in hun zaak. En wie Allah en Zijn Boodschapper niet gehoorzaamt: waarlijk, hij verkeert in duidelijke dwaling. (36)
وَإِذْ تَقُولُ لِلَّذِي أَنْعَمَ اللَّهُ عَلَيْهِ وَأَنْعَمْتَ عَلَيْهِ أَمْسِكْ عَلَيْكَ زَوْجَكَ وَاتَّقِ اللَّهَ وَتُخْفِي فِي نَفْسِكَ مَا اللَّهُ مُبْدِيهِ وَتَخْشَى النَّاسَ وَاللَّهُ أَحَقُّ أَن تَخْشَاهُ فَلَمَّا قَضَى زَيْدٌ مِّنْهَا وَطَرًا زَوَّجْنَاكَهَا لِكَيْ لَا يَكُونَ عَلَى الْمُؤْمِنِينَ حَرَجٌ فِي أَزْوَاجِ أَدْعِيَائِهِمْ إِذَا قَضَوْا مِنْهُنَّ وَطَرًا وَكَانَ أَمْرُ اللَّهِ مَفْعُولًا ﴿٣٧﴾
33/Al-Ahzab-37: Wa-ith taqoolu lillathee anAAama Allahu AAalayhi waanAAamta AAalayhi amsik AAalayka zawjaka waittaqi Allaha watukhfee fee nafsika ma Allahu mubdeehi watakhsha alnnasa waAllahu ahaqqu an takhshahu falamma qada zaydun minha wataran zawwajnakaha likay la yak
En (gedenk) toen jij (O Moehammad) zei tot degene die door Allah begenadigd was en aan wie jij genade had gegeven: "Hou jouw echtgenote bij jou, en vrees Allah." Toen jij in je hart verborgen hield wat Allah openbaar wilde maken, en jij de mensen vreesde, terwijl Allah er meer recht op had dat je Hem vreesde. Toen Zaid geen behoefte meer aan haar had, toen hebben Wij jou met haar gehuwd, zodat er voor de gelovigen geen belemmering zou bestaan met betrekking tot de (voormalige) vrouwen van hun aangenomen kinderen, wanneer zij geen behoefte meer aan hen hebben. En het bevel van Allah wordt uitgevoerd. (37)
مَّا كَانَ عَلَى النَّبِيِّ مِنْ حَرَجٍ فِيمَا فَرَضَ اللَّهُ لَهُ سُنَّةَ اللَّهِ فِي الَّذِينَ خَلَوْا مِن قَبْلُ وَكَانَ أَمْرُ اللَّهِ قَدَرًا مَّقْدُورًا ﴿٣٨﴾
33/Al-Ahzab-38: Ma kana AAala alnnabiyyi min harajin feema farada Allahu lahu sunnata Allahi fee allatheena khalaw min qablu wakana amru Allahi qadaran maqdooran
Er is voor de Profeet geen probleem in wat Allah hem verplicht heeft. Dat is de handelwijze van Allah zoals die reeds gold voor de voorafgaanden (Profeten). En het bevel van Allah is een vaststaande beschikking. (38)
الَّذِينَ يُبَلِّغُونَ رِسَالَاتِ اللَّهِ وَيَخْشَوْنَهُ وَلَا يَخْشَوْنَ أَحَدًا إِلَّا اللَّهَ وَكَفَى بِاللَّهِ حَسِيبًا ﴿٣٩﴾
33/Al-Ahzab-39: Allatheena yuballighoona risalati Allahi wayakhshawnahu wala yakhshawna ahadan illa Allaha wakafa biAllahi haseeban
(Zij waren) degenen die de Boodschappen van Allah verkondigden en die Hem vreesden en die niemand vreesden dan Allah. En Allah is voldoende als Berekenaar. (39)
مَّا كَانَ مُحَمَّدٌ أَبَا أَحَدٍ مِّن رِّجَالِكُمْ وَلَكِن رَّسُولَ اللَّهِ وَخَاتَمَ النَّبِيِّينَ وَكَانَ اللَّهُ بِكُلِّ شَيْءٍ عَلِيمًا ﴿٤٠﴾
33/Al-Ahzab-40: Ma kana muhammadun aba ahadin min rijalikum walakin rasoola Allahi wakhatama alnnabiyyeena wakana Allahu bikulli shay-in AAaleeman
Moehammad is niet de vader van één van jullie mannen, maar hij is de Boodschapper van Allah en de laatste van de Profeten. En Allah is Alwetend over alle zaken. (40)
يَا أَيُّهَا الَّذِينَ آمَنُوا اذْكُرُوا اللَّهَ ذِكْرًا كَثِيرًا ﴿٤١﴾
33/Al-Ahzab-41: Ya ayyuha allatheena amanoo othkuroo Allaha thikran katheeran
O jullie die geloven, gedenkt Allah veelvuldig! (41)
وَسَبِّحُوهُ بُكْرَةً وَأَصِيلًا ﴿٤٢﴾
33/Al-Ahzab-42: Wasabbihoohu bukratan waaseelan
En prijst Zijn Glorie in de ochtend en in de avond. (42)
هُوَ الَّذِي يُصَلِّي عَلَيْكُمْ وَمَلَائِكَتُهُ لِيُخْرِجَكُم مِّنَ الظُّلُمَاتِ إِلَى النُّورِ وَكَانَ بِالْمُؤْمِنِينَ رَحِيمًا ﴿٤٣﴾
33/Al-Ahzab-43: Huwa allathee yusallee AAalaykum wamala-ikatuhu liyukhrijakum mina alththulumati ila alnnoori wakana bialmu/mineena raheeman
Hij is Degene Die jullie Barmhartigheid schenkt en Zijn Engelen (smeken om vergeving voor jullie), opdat Hij jullie uit de duisternissen naar het licht zal brengen, en Hij is voor de gelovigen Meest Barmhartig. (43)