Nederlands [Veranderen]

القرآن الكريم / جزئها ٢٢ / صفحة ٤٢٦

Al-Ahzab 55-62, Koran - Djuz' 22 - Pagina 426

Djuz'-22, Pagina-426 - Koran recitatie door Abu Bakr al Shatri
Djuz'-22, Pagina-426 - Koran recitatie door Maher Al Mueaqly
Djuz'-22, Pagina-426 - Koran recitatie door Mishary al Afasy
vorig
volgende
share on facebook  tweet  share on google  print  
لَّا جُنَاحَ عَلَيْهِنَّ فِي آبَائِهِنَّ وَلَا أَبْنَائِهِنَّ وَلَا إِخْوَانِهِنَّ وَلَا أَبْنَاء إِخْوَانِهِنَّ وَلَا أَبْنَاء أَخَوَاتِهِنَّ وَلَا نِسَائِهِنَّ وَلَا مَا مَلَكَتْ أَيْمَانُهُنَّ وَاتَّقِينَ اللَّهَ إِنَّ اللَّهَ كَانَ عَلَى كُلِّ شَيْءٍ شَهِيدًا ﴿٥٥﴾
33/Al-Ahzab-55: La junaha AAalayhinna fee aba-ihinna wala abna-ihinna wala ikhwanihinna wala abna-i ikhwanihinna wala abna-i akhawatihinna wala nisa-ihinna wala ma malakat aymanuhunna waittaqeena Allaha inna Allaha kana AAala kulli shay-in shaheedan
Het is geen zonde voor hen (vrouwen van de Profeet) om met hun vaders, hun zonen, hun broeders, de zonen van hun broeders, de zonen van hun zusters en hun vrouwen, en met de slavinnen waar zij over beschikken (om zonder gebruikmaking van een afscherming tot anderen te spreken). En vreest Allah. Voorwaar, Allah is Getuige over alle zaken. (55)
إِنَّ اللَّهَ وَمَلَائِكَتَهُ يُصَلُّونَ عَلَى النَّبِيِّ يَا أَيُّهَا الَّذِينَ آمَنُوا صَلُّوا عَلَيْهِ وَسَلِّمُوا تَسْلِيمًا ﴿٥٦﴾
33/Al-Ahzab-56: Inna Allaha wamala-ikatahu yusalloona AAala alnnabiyyi ya ayyuha allatheena amanoo salloo AAalayhi wasallimoo tasleeman
Voorwaar, Allah geeft Barmhartigheid en Zijn Engelen smeken om vergeving voor de Profeet. O jullie die geloven, smeekt om genade voor hem en spreekt de vredewens over hem uit. (56)
إِنَّ الَّذِينَ يُؤْذُونَ اللَّهَ وَرَسُولَهُ لَعَنَهُمُ اللَّهُ فِي الدُّنْيَا وَالْآخِرَةِ وَأَعَدَّ لَهُمْ عَذَابًا مُّهِينًا ﴿٥٧﴾
33/Al-Ahzab-57: Inna allatheena yu/thoona Allaha warasoolahu laAAanahumu Allahu fee alddunya waal-akhirati waaAAadda lahum AAathaban muheenan
Voorwaar, degenen die Allah en Zijn Boodschapper beledigen: Allah zal hen vervloeken in deze wereld en in het Hiernamaals en Hij zai voor hen een vernederende bestraffing bereiden. (57)
وَالَّذِينَ يُؤْذُونَ الْمُؤْمِنِينَ وَالْمُؤْمِنَاتِ بِغَيْرِ مَا اكْتَسَبُوا فَقَدِ احْتَمَلُوا بُهْتَانًا وَإِثْمًا مُّبِينًا ﴿٥٨﴾
33/Al-Ahzab-58: Waallatheena yu/thoona almu/mineena waalmu/minati bighayri ma iktasaboo faqadi ihtamaloo buhtanan wa-ithman mubeenan
En degenen die de gelovige mannen en de gelovige vrouwen kwetsen, zonder dat zij iets (slechts) hebben verricht: voorzeker, zij hebben laster en een duidelijke zonde op zich geladen. (58)
يَا أَيُّهَا النَّبِيُّ قُل لِّأَزْوَاجِكَ وَبَنَاتِكَ وَنِسَاء الْمُؤْمِنِينَ يُدْنِينَ عَلَيْهِنَّ مِن جَلَابِيبِهِنَّ ذَلِكَ أَدْنَى أَن يُعْرَفْنَ فَلَا يُؤْذَيْنَ وَكَانَ اللَّهُ غَفُورًا رَّحِيمًا ﴿٥٩﴾
33/Al-Ahzab-59: Ya ayyuha alnnabiyyu qul li-azwajika wabanatika wanisa-i almu/mineena yudneena AAalayhinna min jalabeebihinna thalika adna an yuAArafna fala yu/thayna wakana Allahu ghafooran raheeman
O Profeet, zeg tot jouw echtgenotes en tot jouw dochters en tot de vrouwen van de gelovigen dat zij hun overkleden (Djilbâb) over zich heen laten hangen. Op die manier is het gemakkelijker om hen te herkennen en worden zij niet lastig gevallen. En Allah is Vergevensgezind, Meest Barmhartig. (59)
لَئِن لَّمْ يَنتَهِ الْمُنَافِقُونَ وَالَّذِينَ فِي قُلُوبِهِم مَّرَضٌ وَالْمُرْجِفُونَ فِي الْمَدِينَةِ لَنُغْرِيَنَّكَ بِهِمْ ثُمَّ لَا يُجَاوِرُونَكَ فِيهَا إِلَّا قَلِيلًا ﴿٦٠﴾
33/Al-Ahzab-60: La-in lam yantahi almunafiqoona waallatheena fee quloobihim maradun waalmurjifoona fee almadeenati lanughriyannaka bihim thumma la yujawiroonaka feeha illa qaleelan
Als de huichelaars, en degenen in wier harten een ziekte is, en de lasteraars in Medinah, niet ophouden, dan zullen Wij jou tegen hen maatregelen laten nemen. Daarna zullen zij daar niet jouw buren zijn, behalve even. (60)
مَلْعُونِينَ أَيْنَمَا ثُقِفُوا أُخِذُوا وَقُتِّلُوا تَقْتِيلًا ﴿٦١﴾
33/Al-Ahzab-61: MalAAooneena ayna ma thuqifoo okhithoo waquttiloo taqteelan
Vervloekten zijn zij. Waar zij ook worden aangetroffen: grijpt hen en doodt hen. (61)
سُنَّةَ اللَّهِ فِي الَّذِينَ خَلَوْا مِن قَبْلُ وَلَن تَجِدَ لِسُنَّةِ اللَّهِ تَبْدِيلًا ﴿٦٢﴾
33/Al-Ahzab-62: Sunnata Allahi fee allatheena khalaw min qablu walan tajida lisunnati Allahi tabdeelan
Als de handelwijze van Allah met de voorafgaanden. En jij zal in de handelwijze van Allah nooit een verandering aantreffen. (62)