Nederlands [Veranderen]

القرآن الكريم / جزئها ٢٤ / صفحة ٤٧٣

Ghafir 50-58, Koran - Djuz' 24 - Pagina 473

Djuz'-24, Pagina-473 - Koran recitatie door Abu Bakr al Shatri
Djuz'-24, Pagina-473 - Koran recitatie door Maher Al Mueaqly
Djuz'-24, Pagina-473 - Koran recitatie door Mishary al Afasy
vorig
volgende
share on facebook  tweet  share on google  print  
قَالُوا أَوَلَمْ تَكُ تَأْتِيكُمْ رُسُلُكُم بِالْبَيِّنَاتِ قَالُوا بَلَى قَالُوا فَادْعُوا وَمَا دُعَاء الْكَافِرِينَ إِلَّا فِي ضَلَالٍ ﴿٥٠﴾
40/Ghafir-50: Qaloo awa lam taku ta/teekum rusulukum bialbayyinati qaloo bala qaloo faodAAoo wama duAAao alkafireena illa fee dalalin
Zij (de Engelen) zullen zeggen: "Waren jullie Boodschappen niet tot jullie gekomen met de duidelijke bewijzen?" Zij zullen zeggen: "Welzeker." Zij (de Engelen) zullen zegen: "Roept dan aan." Maar de aanroep van de ongelovigen kan niet anders dan mislukken! (50)
إِنَّا لَنَنصُرُ رُسُلَنَا وَالَّذِينَ آمَنُوا فِي الْحَيَاةِ الدُّنْيَا وَيَوْمَ يَقُومُ الْأَشْهَادُ ﴿٥١﴾
40/Ghafir-51: Inna lanansuru rusulana waallatheena amanoo fee alhayati alddunya wayawma yaqoomu al-ashhadu
Voorwaar, Wij zullen Onze Boodschappenrs en degenen die geloven zeker helpen, in het wereldse leven en op de Dag dat de getuigen zullen opstaan. (51)
يَوْمَ لَا يَنفَعُ الظَّالِمِينَ مَعْذِرَتُهُمْ وَلَهُمُ اللَّعْنَةُ وَلَهُمْ سُوءُ الدَّارِ ﴿٥٢﴾
40/Ghafir-52: Yawma la yanfaAAu alththalimeena maAAthiratuhum walahumu allaAAnatu walahum soo-o alddari
Op die Dag baat de verontschuldiging van de onrechtplegers hun niet. En voor hen is er de vervloeking en voor hen is er de slechtste verblijfplaats. (52)
وَلَقَدْ آتَيْنَا مُوسَى الْهُدَى وَأَوْرَثْنَا بَنِي إِسْرَائِيلَ الْكِتَابَ ﴿٥٣﴾
40/Ghafir-53: Walaqad atayna moosa alhuda waawrathna banee isra-eela alkitaba
En voorzeker, Wij hebben Môesa de Leiding gegeven en Wij hebben de Kinderen van Israël de Schrift doen erven. (53)
هُدًى وَذِكْرَى لِأُولِي الْأَلْبَابِ ﴿٥٤﴾
40/Ghafir-54: Hudan wathikra li-olee al-albabi
Als Leiding en als Vermaning voor de bezitters van verstand. (54)
فَاصْبِرْ إِنَّ وَعْدَ اللَّهِ حَقٌّ وَاسْتَغْفِرْ لِذَنبِكَ وَسَبِّحْ بِحَمْدِ رَبِّكَ بِالْعَشِيِّ وَالْإِبْكَارِ ﴿٥٥﴾
40/Ghafir-55: Faisbir inna waAAda Allahi haqqun waistaghfir lithanbika wasabbih bihamdi rabbika bialAAashiyyi waal-ibkari
Wees daarom geduldig: voorwaar, de belofte van Allah is waar. En vraag vergeving voor jouw zonde en prijs de Glorie van jouw Heer met Zijn lofprijzing, in de avond en in de ochtend. (55)
إِنَّ الَّذِينَ يُجَادِلُونَ فِي آيَاتِ اللَّهِ بِغَيْرِ سُلْطَانٍ أَتَاهُمْ إِن فِي صُدُورِهِمْ إِلَّا كِبْرٌ مَّا هُم بِبَالِغِيهِ فَاسْتَعِذْ بِاللَّهِ إِنَّهُ هُوَ السَّمِيعُ الْبَصِيرُ ﴿٥٦﴾
40/Ghafir-56: Inna allatheena yujadiloona fee ayati Allahi bighayri sultanin atahum in fee sudoorihim illa kibrun ma hum bibaligheehi faistaAAith biAllahi innahu huwa alssameeAAu albaseeru
Voorwaar, degenen die over de Verzen van Allah redetwisten zonder een bewijs dat tot hen is gekomen: in hun harten is niets dan hoogmoed waardoor zij het (doel) niet bereiken. Zoek daarom je toevlucht tot Allah: voorwaar, Hij is de Alhorende, de Alziende. (56)
لَخَلْقُ السَّمَاوَاتِ وَالْأَرْضِ أَكْبَرُ مِنْ خَلْقِ النَّاسِ وَلَكِنَّ أَكْثَرَ النَّاسِ لَا يَعْلَمُونَ ﴿٥٧﴾
40/Ghafir-57: Lakhalqu alssamawati waal-ardi akbaru min khalqi alnnasi walakinna akthara alnnasi la yaAAlamoona
De Schepping van de hemelen en de aarde is zeker groter dan de schepping van de mens, maar de meeste mensen weten het niet. (57)
وَمَا يَسْتَوِي الْأَعْمَى وَالْبَصِيرُ وَالَّذِينَ آمَنُوا وَعَمِلُوا الصَّالِحَاتِ وَلَا الْمُسِيءُ قَلِيلًا مَّا تَتَذَكَّرُونَ ﴿٥٨﴾
40/Ghafir-58: Wama yastawee al-aAAma waalbaseeru waallatheena amanoo waAAamiloo alssalihati wala almusee-o qaleelan ma tatathakkaroona
En de blinde en de ziende (van hart) zijn niet gelijk, en zij die geloven en goede werken verrichten zijn niet gelijk aan de kwaaddoeners. Gering is de lering die jullie eruit trekken. (58)