Nederlands
[
Veranderen
]
Коран на български език
Коран на русском языке
Quran di Indonesia
Corán en español
Koran on-Nederlandse
Coran en français
Koran auf Deutsch
Quran in English
Kuran-ı Kerim Türkçe Meali
Koran
Soeras in de Koran
Juz' in de Koran
Luister Koran (nieuwe)
Dempen (Actief)
Abu Bakr al Shatri
Maher Al Mueaqly
Mishary al Afasy
القرآن الكريم / جزئها ٢٤ / صفحة ٤٨٠
القرآن الكريم
»
جزئها ٢٤
»
القرآن الكريم / جزئها ٢٤ / صفحة ٤٨٠
Fussilat 30-38, Koran - Djuz' 24 - Pagina 480
de Heilige Koran
»
Juz' in de Koran
»
Djuz' 24
»
Fussilat 30-38, Koran - Djuz' 24 - Pagina 480
Luister Koran Pagina-480
إِنَّ الَّذِينَ قَالُوا رَبُّنَا اللَّهُ ثُمَّ اسْتَقَامُوا تَتَنَزَّلُ عَلَيْهِمُ الْمَلَائِكَةُ أَلَّا تَخَافُوا وَلَا تَحْزَنُوا وَأَبْشِرُوا بِالْجَنَّةِ الَّتِي كُنتُمْ تُوعَدُونَ
﴿٣٠﴾
41/Fussilat-30: Inna allatheena qaloo rabbuna Allahu thumma istaqamoo tatanazzalu AAalayhimu almala-ikatu alla takhafoo wala tahzanoo waabshiroo bialjannati allatee kuntum tooAAadoona
Voorwaar, degenen die zeggen: "Onze Heer is Allah," en die vervolgens standvastig zijn: over hen zullen de Engelen neerdalen (en zeggen:) "Weest niet bevreesd en niet treurig, en weest verheugd met het Paradijs dat aan jullie is beloofd. (30)
نَحْنُ أَوْلِيَاؤُكُمْ فِي الْحَيَاةِ الدُّنْيَا وَفِي الْآخِرَةِ وَلَكُمْ فِيهَا مَا تَشْتَهِي أَنفُسُكُمْ وَلَكُمْ فِيهَا مَا تَدَّعُونَ
﴿٣١﴾
41/Fussilat-31: Nahnu awliyaokum fee alhayati alddunya wafee al-akhirati walakum feeha ma tashtahee anfusukum walakum feeha ma taddaAAoona
Wij zijn jullie helpers tijdens het wereldse kven en in het Hiernamaals en voor jullie is daarin wat jullie verlangen en voor jullie is daarin wat jullie vragen. (31)
نُزُلًا مِّنْ غَفُورٍ رَّحِيمٍ
﴿٣٢﴾
41/Fussilat-32: Nuzulan min ghafoorin raheemin
Als een ontvangst van de Vergevensgezinde, de Meest Barmhartige." (32)
وَمَنْ أَحْسَنُ قَوْلًا مِّمَّن دَعَا إِلَى اللَّهِ وَعَمِلَ صَالِحًا وَقَالَ إِنَّنِي مِنَ الْمُسْلِمِينَ
﴿٣٣﴾
41/Fussilat-33: Waman ahsanu qawlan mimman daAAa ila Allahi waAAamila salihan waqala innanee mina almuslimeena
En wiens woord is beter den dat van hem die oproept tot Allah en die goede werken verricht, en die zegt: "Voorwaar, ik behoor tot de Moslims." (33)
وَلَا تَسْتَوِي الْحَسَنَةُ وَلَا السَّيِّئَةُ ادْفَعْ بِالَّتِي هِيَ أَحْسَنُ فَإِذَا الَّذِي بَيْنَكَ وَبَيْنَهُ عَدَاوَةٌ كَأَنَّهُ وَلِيٌّ حَمِيمٌ
﴿٣٤﴾
41/Fussilat-34: Wala tastawee alhasanatu wala alssayyi-atu idfaAA biallatee hiya ahsanu fa-itha allathee baynaka wabaynahu AAadawatun kaannahu waliyyun hameemun
En het goede en het kwade zijn niet gelijk: beantwoord (het kwade) met wat beter is, dan zal degene met wie je in vijandschap leefde als een oprechte vriend worden. (34)
وَمَا يُلَقَّاهَا إِلَّا الَّذِينَ صَبَرُوا وَمَا يُلَقَّاهَا إِلَّا ذُو حَظٍّ عَظِيمٍ
﴿٣٥﴾
41/Fussilat-35: Wama yulaqqaha illa allatheena sabaroo wama yulaqqaha illa thoo haththin AAatheemin
Maar dit wordt slechts gegeven aan degenen die geduldig zijn en dit wordt slechts gegeven aan de bezitter van een geweldig geluk. (35)
وَإِمَّا يَنزَغَنَّكَ مِنَ الشَّيْطَانِ نَزْغٌ فَاسْتَعِذْ بِاللَّهِ إِنَّهُ هُوَ السَّمِيعُ الْعَلِيمُ
﴿٣٦﴾
41/Fussilat-36: Wa-imma yanzaghannaka mina alshshaytani nazghun faistaAAith biAllahi innahu huwa alssameeAAu alAAaleemu
En wanneer een verzoeking van de Satan jou treft, zoek dan je toevlucht bij Allah: voorwaar, Hij is de Alhorende, de Alwetende. (36)
وَمِنْ آيَاتِهِ اللَّيْلُ وَالنَّهَارُ وَالشَّمْسُ وَالْقَمَرُ لَا تَسْجُدُوا لِلشَّمْسِ وَلَا لِلْقَمَرِ وَاسْجُدُوا لِلَّهِ الَّذِي خَلَقَهُنَّ إِن كُنتُمْ إِيَّاهُ تَعْبُدُونَ
﴿٣٧﴾
41/Fussilat-37: Wamin ayatihi allaylu waalnnaharu waalshshamsu waalqamaru la tasjudoo lilshshamsi wala lilqamari waosjudoo lillahi alathee khalaqahunna in kuntum iyyahu taAAbudoona
En tot Zijn Tekenen behoren de nacht en de dag, en de zon en de maan. Knielt jullie niet neer voorde zon en niet voorde maan, maar knielt jullie neer voor Allah, Degene Die hen heeft geschapen, als jullie alleen Hem aanbidden. (37)
فَإِنِ اسْتَكْبَرُوا فَالَّذِينَ عِندَ رَبِّكَ يُسَبِّحُونَ لَهُ بِاللَّيْلِ وَالنَّهَارِ وَهُمْ لَا يَسْأَمُونَ*
﴿٣٨﴾
41/Fussilat-38: Fa-ini istakbaroo faallatheena AAinda rabbika yusabbihoona lahu biallayli waalnnahari wahum la yas-amoona
Als zij dan hoogmoedig min: degenen die zich bij jouw Heer bevinden prijzen dag en nacht Zijn Glorie en zij versagen niet. (38)