Nederlands [Veranderen]

القرآن الكريم / جزئها ٢٥ / صفحة ٤٨٨

Ash-Shura 45-51, Koran - Djuz' 25 - Pagina 488

Djuz'-25, Pagina-488 - Koran recitatie door Abu Bakr al Shatri
Djuz'-25, Pagina-488 - Koran recitatie door Maher Al Mueaqly
Djuz'-25, Pagina-488 - Koran recitatie door Mishary al Afasy
vorig
volgende
share on facebook  tweet  share on google  print  
وَتَرَاهُمْ يُعْرَضُونَ عَلَيْهَا خَاشِعِينَ مِنَ الذُّلِّ يَنظُرُونَ مِن طَرْفٍ خَفِيٍّ وَقَالَ الَّذِينَ آمَنُوا إِنَّ الْخَاسِرِينَ الَّذِينَ خَسِرُوا أَنفُسَهُمْ وَأَهْلِيهِمْ يَوْمَ الْقِيَامَةِ أَلَا إِنَّ الظَّالِمِينَ فِي عَذَابٍ مُّقِيمٍ ﴿٤٥﴾
42/Ash-Shura-45: Watarahum yuAAradoona AAalayha khashiAAeena mina alththulli yanthuroona min tarfin khafiyyin waqala allatheena amanoo inna alkhasireena allatheena khasiroo anfusahum waahleehim yawma alqiyamati ala inna alththalimeena fee AAathabin muqeemin
En jij zult zien hoe zij naar haar (de Hel) worden gesleept, vrezend door de vernedering. Zij kijken met een zwakke blik. En degenen die geloven zeggen: "Voorwaar, de verliezers zijn degenen die zichzelf en hun families verlies hebben toegebracht op de Dag der Opstanding." Weet dat de onrechtvaardigen in een eeuwige bestraffing zullen verken." (45)
وَمَا كَانَ لَهُم مِّنْ أَوْلِيَاء يَنصُرُونَهُم مِّن دُونِ اللَّهِ وَمَن يُضْلِلِ اللَّهُ فَمَا لَهُ مِن سَبِيلٍ ﴿٤٦﴾
42/Ash-Shura-46: Wama kana lahum min awliyaa yansuroonahum min dooni Allahi waman yudlili Allahu fama lahu min sabeelin
En er is voor hen naast Allah geen beschermer die hen kan helpen. En wie door Allah tot dwaling gebracht wordt, voor hem is er geen weg (om nog Leiding te vinden). (46)
اسْتَجِيبُوا لِرَبِّكُم مِّن قَبْلِ أَن يَأْتِيَ يَوْمٌ لَّا مَرَدَّ لَهُ مِنَ اللَّهِ مَا لَكُم مِّن مَّلْجَأٍ يَوْمَئِذٍ وَمَا لَكُم مِّن نَّكِيرٍ ﴿٤٧﴾
42/Ash-Shura-47: Istajeeboo lirabbikum min qabli an ya/tiya yawmun la maradda lahu mina Allahi ma lakum min malja-in yawma-ithin wama lakum min nakeerin
Geeft gehoor aan jullie Heer, voordat er een Dag komt van Allah die onafwendbaar is. Er zal voor jullie geen toevluchtsoord zijn en er is geen ontkenning voor jullie (van jullie zonden). (47)
فَإِنْ أَعْرَضُوا فَمَا أَرْسَلْنَاكَ عَلَيْهِمْ حَفِيظًا إِنْ عَلَيْكَ إِلَّا الْبَلَاغُ وَإِنَّا إِذَا أَذَقْنَا الْإِنسَانَ مِنَّا رَحْمَةً فَرِحَ بِهَا وَإِن تُصِبْهُمْ سَيِّئَةٌ بِمَا قَدَّمَتْ أَيْدِيهِمْ فَإِنَّ الْإِنسَانَ كَفُورٌ ﴿٤٨﴾
42/Ash-Shura-48: Fa-in aAAradoo fama arsalnaka AAalayhim hafeethan in AAalayka illa albalaghu wa-inna itha athaqna al-insana minna rahmatan fariha biha wa-in tusibhum sayyi-atun bima qaddamat aydeehim fa-inna al-insana kafoorun
En als zij zich dan afwenden: Wij hebben jou niet als waker over hen gezonden, jij bent niets dan een verkondiger. En voorwaar, wanneer Wij de mens een genieting van Ons laten proeven, dan is hij er blij meer. Maar als een tegenslag hem treft wegens wat zijn handen hebben voortgebracht: voorwaar, de mens is zeer ondankbaar. (48)
لِلَّهِ مُلْكُ السَّمَاوَاتِ وَالْأَرْضِ يَخْلُقُ مَا يَشَاء يَهَبُ لِمَنْ يَشَاء إِنَاثًا وَيَهَبُ لِمَن يَشَاء الذُّكُورَ ﴿٤٩﴾
42/Ash-Shura-49: Lillahi mulku alssamawati waal-ardi yakhluqu ma yashao yahabu liman yashao inathan wayahabu liman yashao alththukoora
Aan Allah behoort de heerschappij van de hemelen en de aarde. Hij schept wat Hij wil en hij schenkt meisjes aan wie Hij wil en Hij schenkt jongens aan wie Hij wil. (49)
أَوْ يُزَوِّجُهُمْ ذُكْرَانًا وَإِنَاثًا وَيَجْعَلُ مَن يَشَاء عَقِيمًا إِنَّهُ عَلِيمٌ قَدِيرٌ ﴿٥٠﴾
42/Ash-Shura-50: Aw yuzawwijuhum thukranan wa-inathan wayajAAalu man yashao AAaqeeman innahu AAaleemun qadeerun
Of Hij schenkt hun jongens en meisjes. En Hij maakt onvruchtbaar wie Hij wil. Voorwaar, Hij is Alwetend, Almachtig. (50)
وَمَا كَانَ لِبَشَرٍ أَن يُكَلِّمَهُ اللَّهُ إِلَّا وَحْيًا أَوْ مِن وَرَاء حِجَابٍ أَوْ يُرْسِلَ رَسُولًا فَيُوحِيَ بِإِذْنِهِ مَا يَشَاء إِنَّهُ عَلِيٌّ حَكِيمٌ ﴿٥١﴾
42/Ash-Shura-51: Wama kana libasharin an yukallimahu Allahu illa wahyan aw min wara-i hijabin aw yursila rasoolan fayoohiya bi-ithnihi ma yashao innahu AAaliyyun hakeemun
Het past de mens niet dat Allah tot hem spreekt, behalve door middel van een openbaring of van achter een scherm of door het zenden van een gezant (Djibrîl), die het dan openbaart met Zijn toestemming, zoals Hij wil. Voorwaar, Hij is Verheven, Alwijs. (51)