Nederlands [Veranderen]

القرآن الكريم / جزئها ٢٨ / صفحة ٥٤٩

Al-Mumtahanah 1-5, Koran - Djuz' 28 - Pagina 549

Djuz'-28, Pagina-549 - Koran recitatie door Abu Bakr al Shatri
Djuz'-28, Pagina-549 - Koran recitatie door Maher Al Mueaqly
Djuz'-28, Pagina-549 - Koran recitatie door Mishary al Afasy
vorig
volgende
share on facebook  tweet  share on google  print  

سورة الـمـمـتـحنة

Soera Al-Mumtahanah

Bismi Allahi alrrahmani alrraheemi

يَا أَيُّهَا الَّذِينَ آمَنُوا لَا تَتَّخِذُوا عَدُوِّي وَعَدُوَّكُمْ أَوْلِيَاء تُلْقُونَ إِلَيْهِم بِالْمَوَدَّةِ وَقَدْ كَفَرُوا بِمَا جَاءكُم مِّنَ الْحَقِّ يُخْرِجُونَ الرَّسُولَ وَإِيَّاكُمْ أَن تُؤْمِنُوا بِاللَّهِ رَبِّكُمْ إِن كُنتُمْ خَرَجْتُمْ جِهَادًا فِي سَبِيلِي وَابْتِغَاء مَرْضَاتِي تُسِرُّونَ إِلَيْهِم بِالْمَوَدَّةِ وَأَنَا أَعْلَمُ بِمَا أَخْفَيْتُمْ وَمَا أَعْلَنتُمْ وَمَن يَفْعَلْهُ مِنكُمْ فَقَدْ ضَلَّ سَوَاء السَّبِيلِ ﴿١﴾
60/Al-Mumtahanah-1: Ya ayyuha allatheena amanoo la tattakhithoo AAaduwwee waAAaduwwakum awliyaa tulqoona ilayhim bialmawaddati waqad kafaroo bima jaakum mina alhaqqi yukhrijoona alrrasoola wa-iyyakum an tu/minoo biAllahi rabbikum in kuntum kharajtum jihadan fee sabeelee waib
O jullie die geloven, neemt niet Mijn vijanden en jullie vijanden tot vrienden, aan wie jullie genegenheid betonen. Waarlijk, zij geloofden niet in wat tot jullie is gekomen van de Waarheid. Zij hebben de Boodschapper en jullie verdreven, omdat jullie in Allah, jullie Heer, geloven. Als jullie uittrekken, strijdend op Mijn weg, Mijn welbehagen zoekend, (bevriendt hen dan niet). Jullie verheimelijkten jullie genegenheid voor hen, maar Ik weet het beste wat jullie verborgen hielden en wat jullie openbaar maakten. En wie van jullie dit doet: waarlijk, die is afgedwaald van de rechte Weg. (1)
إِن يَثْقَفُوكُمْ يَكُونُوا لَكُمْ أَعْدَاء وَيَبْسُطُوا إِلَيْكُمْ أَيْدِيَهُمْ وَأَلْسِنَتَهُم بِالسُّوءِ وَوَدُّوا لَوْ تَكْفُرُونَ ﴿٢﴾
60/Al-Mumtahanah-2: In yathqafookum yakoonoo lakam aAAdaan wayabsutoo ilaykum aydiyahum waalsinatahum bialssoo-i wawaddoo law takfuroona
Als zij de overhand over jullie krijgen, zullen zij vijanden voor jullie zijn. En zij zullen jullie met het kwaad raken door hun handen en hun tongen, en zij verlangen ernaar dat jullie niet zouden geloven. (2)
لَن تَنفَعَكُمْ أَرْحَامُكُمْ وَلَا أَوْلَادُكُمْ يَوْمَ الْقِيَامَةِ يَفْصِلُ بَيْنَكُمْ وَاللَّهُ بِمَا تَعْمَلُونَ بَصِيرٌ ﴿٣﴾
60/Al-Mumtahanah-3: Lan tanfaAAakum arhamukum wala awladukum yawma alqiyamati yafsilu baynakum waAllahu bima taAAmaloona baseerun
Jullie bloedverwanten en jullie kinderen zullen jullie niet baten op de Dag der Opstanding. Hij (Allah) maakt een scheiding tussen jullie (en de ongelovigen). En Allah is Alziende over wat jullie doen. (3)
قَدْ كَانَتْ لَكُمْ أُسْوَةٌ حَسَنَةٌ فِي إِبْرَاهِيمَ وَالَّذِينَ مَعَهُ إِذْ قَالُوا لِقَوْمِهِمْ إِنَّا بُرَاء مِنكُمْ وَمِمَّا تَعْبُدُونَ مِن دُونِ اللَّهِ كَفَرْنَا بِكُمْ وَبَدَا بَيْنَنَا وَبَيْنَكُمُ الْعَدَاوَةُ وَالْبَغْضَاء أَبَدًا حَتَّى تُؤْمِنُوا بِاللَّهِ وَحْدَهُ إِلَّا قَوْلَ إِبْرَاهِيمَ لِأَبِيهِ لَأَسْتَغْفِرَنَّ لَكَ وَمَا أَمْلِكُ لَكَ مِنَ اللَّهِ مِن شَيْءٍ رَّبَّنَا عَلَيْكَ تَوَكَّلْنَا وَإِلَيْكَ أَنَبْنَا وَإِلَيْكَ الْمَصِيرُ ﴿٤﴾
60/Al-Mumtahanah-4: Qad kanat lakum oswatun hasanatun fee ibraheema waallatheena maAAahu ith qaloo liqawmihim inna buraao minkum wamimma taAAbudoona min dooni Allahi kafarna bikum wabada baynana wabaynakumu alAAadawatu waalbaghdao abadan hatta tu/minoo biAllahi wahdahu illa
Waarlijk, er was voor jullie een goed voorbeeld in Ibrâhîm en degenen die met hem waren, toen zij tot hun volk zeiden: "Wij zijn niet verantwoordelijk voor jullie en voor wat jullie naast Allah aanbidden. Wij geloven jullie niet en er is tussen ons en jullie vijandschap en haat ontstaan, voor altijd, tot jullie in Allah, de Enige geloven." Behalve het woord van Ibrâhîm tegen zijn vader: "Ik zal zeker voor u vergeving vragen, maar ik heb er voor u bij Allah niets over te zeggen." (Zij zeiden:) "Onze Heer, op U vertrouwen wij en tot U wenden wij ons in berouw en tot U is de terugkeer. (4)
رَبَّنَا لَا تَجْعَلْنَا فِتْنَةً لِّلَّذِينَ كَفَرُوا وَاغْفِرْ لَنَا رَبَّنَا إِنَّكَ أَنتَ الْعَزِيزُ الْحَكِيمُ ﴿٥﴾
60/Al-Mumtahanah-5: Rabbana la tajAAalna fitnatan lillatheena kafaroo waighfir lana rabbana innaka anta alAAazeezu alhakeemu
Onze Heer, maak ons niet tot een beproeving voor degenen die ongelovig zijn en vergeef ons. Onze Heer, voorwaar, U bent de Almachtige, de Alwijze." (5)