Nederlands [Veranderen]

القرآن الكريم / جزئها ٤ / صفحة ٧٤

Al-'Imran 181-186, Koran - Djuz' 4 - Pagina 74

Djuz'-4, Pagina-74 - Koran recitatie door Abu Bakr al Shatri
Djuz'-4, Pagina-74 - Koran recitatie door Maher Al Mueaqly
Djuz'-4, Pagina-74 - Koran recitatie door Mishary al Afasy
vorig
volgende
share on facebook  tweet  share on google  print  
لَّقَدْ سَمِعَ اللّهُ قَوْلَ الَّذِينَ قَالُواْ إِنَّ اللّهَ فَقِيرٌ وَنَحْنُ أَغْنِيَاء سَنَكْتُبُ مَا قَالُواْ وَقَتْلَهُمُ الأَنبِيَاء بِغَيْرِ حَقٍّ وَنَقُولُ ذُوقُواْ عَذَابَ الْحَرِيقِ ﴿١٨١﴾
3/Al-'Imran-181: Laqad samiAAa Allahu qawla allatheena qaloo inna Allaha faqeerun wanahnu aghniyaon sanaktubu ma qaloo waqatlahumu al-anbiyaa bighayri haqqin wanaqoolu thooqoo AAathaba alhareeqi
Voorzeker, Allah heeft de uitspraken gehoord van degenen die zeiden: "Voorwaar, Allah is arm en wij zijn rijk." Wij zullen opschrijven wat zij zeiden en ook het zonder recht doden van de Profeten en Wi zullen (tegen hen) zeggen: "Proeft de verbrandende bestraffing." (181)
ذَلِكَ بِمَا قَدَّمَتْ أَيْدِيكُمْ وَأَنَّ اللّهَ لَيْسَ بِظَلاَّمٍ لِّلْعَبِيدِ ﴿١٨٢﴾
3/Al-'Imran-182: Thalika bima qaddamat aydeekum waanna Allaha laysa bithallamin lilAAabeedi
Dat is vanwege hetgeen jullie handen deden en voorwaar, Allah is niet onrechtvaardig tegenover de dienaren. (182)
الَّذِينَ قَالُواْ إِنَّ اللّهَ عَهِدَ إِلَيْنَا أَلاَّ نُؤْمِنَ لِرَسُولٍ حَتَّىَ يَأْتِيَنَا بِقُرْبَانٍ تَأْكُلُهُ النَّارُ قُلْ قَدْ جَاءكُمْ رُسُلٌ مِّن قَبْلِي بِالْبَيِّنَاتِ وَبِالَّذِي قُلْتُمْ فَلِمَ قَتَلْتُمُوهُمْ إِن كُنتُمْ صَادِقِينَ ﴿١٨٣﴾
3/Al-'Imran-183: Allatheena qaloo inna Allaha AAahida ilayna alla nu/mina lirasoolin hatta ya/tiyana biqurbanin ta/kuluhu alnnaru qul qad jaakum rusulun min qablee bialbayyinati wabiallathee qultum falima qataltumoohum in kutum sadiqeena
(Zij zijn) degenen die zeiden: "Voorwaar, Allah heeft ons bevolen geen Boodschapper te geloven, totdat hij ons een offer liet zien dat door de Hel verteerd werd." Zeg (O Moehammad): "Er kwamen Boodschappers vóór mij tot jullie met de duidelijke (Tekenen) en met wat jullie zeiden. Waarom hebben jullie hen dan gedood, als jullie waarachtigen zijn?" (183)
فَإِن كَذَّبُوكَ فَقَدْ كُذِّبَ رُسُلٌ مِّن قَبْلِكَ جَآؤُوا بِالْبَيِّنَاتِ وَالزُّبُرِ وَالْكِتَابِ الْمُنِيرِ ﴿١٨٤﴾
3/Al-'Imran-184: Fa-in kaththabooka faqad kuththiba rusulun min qablika jaoo bialbayyinati waalzzuburi waalkitabi almuneeri
En als zij jou loochenen: waarlijk geloochend werden de Boodschappers vóór jou, (die) met de duidelijke (Tekenen) en de Zoeboer en de verlichte Boeken kwamen. (184)
كُلُّ نَفْسٍ ذَآئِقَةُ الْمَوْتِ وَإِنَّمَا تُوَفَّوْنَ أُجُورَكُمْ يَوْمَ الْقِيَامَةِ فَمَن زُحْزِحَ عَنِ النَّارِ وَأُدْخِلَ الْجَنَّةَ فَقَدْ فَازَ وَما الْحَيَاةُ الدُّنْيَا إِلاَّ مَتَاعُ الْغُرُورِ ﴿١٨٥﴾
3/Al-'Imran-185: Kullu nafsin tha-iqatu almawti wa-innama tuwaffawna ojoorakum yawma alqiyamati faman zuhziha AAani alnnari waodkhila aljannata faqad faza wama alhayatu alddunya illa mataAAu alghuroori
Iedere ziet zal de dood proeven, en voorwaar: pas op de Dag der Opstanding zullen jullie je beloning volledig ontvangen, en slechts degene die van de Het weggehouden wordt en het Paradijs binnengeleid wordt heeft waarlijk succes en het wereldse leven is slechts een misleidende genieting. (185)
لَتُبْلَوُنَّ فِي أَمْوَالِكُمْ وَأَنفُسِكُمْ وَلَتَسْمَعُنَّ مِنَ الَّذِينَ أُوتُواْ الْكِتَابَ مِن قَبْلِكُمْ وَمِنَ الَّذِينَ أَشْرَكُواْ أَذًى كَثِيرًا وَإِن تَصْبِرُواْ وَتَتَّقُواْ فَإِنَّ ذَلِكَ مِنْ عَزْمِ الأُمُورِ ﴿١٨٦﴾
3/Al-'Imran-186: Latublawunna fee amwalikum waanfusikum walatasmaAAunna mina allatheena ootoo alkitaba min qablikum wamina allatheena ashrakoo athan katheeran wa-in tasbiroo watattaqoo fa-inna thalika min AAazmi al-omoori
Jullie zullen zeker op de proef gesteld worden in jullie eigendommen en in jullie zelf en jullie zullen zeker van degenen die de Schrift vóór jullie gegeven was en degenen die deelgenoten (aan Allah) toekenden veel pijnlijks horen. En als jullie geduldig zijn en (Allah) vrezen: voorwaar, dat behoort tot de aanbevolen daden. (186)