Nederlands [Veranderen]

القرآن الكريم / جزئها ٤ / صفحة ٧٧

An-Nisa 1-6, Koran - Djuz' 4 - Pagina 77

Djuz'-4, Pagina-77 - Koran recitatie door Abu Bakr al Shatri
Djuz'-4, Pagina-77 - Koran recitatie door Maher Al Mueaqly
Djuz'-4, Pagina-77 - Koran recitatie door Mishary al Afasy
vorig
volgende
share on facebook  tweet  share on google  print  

سورة النساء

Soera An-Nisa

Bismi Allahi alrrahmani alrraheemi

يَا أَيُّهَا النَّاسُ اتَّقُواْ رَبَّكُمُ الَّذِي خَلَقَكُم مِّن نَّفْسٍ وَاحِدَةٍ وَخَلَقَ مِنْهَا زَوْجَهَا وَبَثَّ مِنْهُمَا رِجَالاً كَثِيرًا وَنِسَاء وَاتَّقُواْ اللّهَ الَّذِي تَسَاءلُونَ بِهِ وَالأَرْحَامَ إِنَّ اللّهَ كَانَ عَلَيْكُمْ رَقِيبًا ﴿١﴾
4/An-Nisa-1: Ya ayyuha alnnasu ittaqoo rabbakumu allathee khalaqakum min nafsin wahidatin wakhalaqa minha zawjaha wabaththa minhuma rijalan katheeran wanisaan waittaqoo Allaha allathee tasaaloona bihi waal-arhama inna Allaha kana AAalaykum raqeeban
O mens, vreest jullie Heer die jullie schiep uit één enkele ziel (en die) daaruit zijn echtgenote schiep en uit hen beiden vele mannen en vrouwen deed voortkomen. En vreest Allah in wiens Naam jullie elkaar (om hulp) vragen en (onderhoudt) de familiebanden. Voorwaar. Allah is de Waker over jullie. (1)
وَآتُواْ الْيَتَامَى أَمْوَالَهُمْ وَلاَ تَتَبَدَّلُواْ الْخَبِيثَ بِالطَّيِّبِ وَلاَ تَأْكُلُواْ أَمْوَالَهُمْ إِلَى أَمْوَالِكُمْ إِنَّهُ كَانَ حُوبًا كَبِيرًا ﴿٢﴾
4/An-Nisa-2: Waatoo alyatama amwalahum wala tatabaddaloo alkhabeetha bialttayyibi wala ta/kuloo amwalahum ila amwalikum innahu kana hooban kabeeran
En geeft de wezen (wanneer zij volwassen worden) hun bezittingen en verruilt het slechte (van jullie niet voor goede (van hen) en eet niet van hun eigendommen (gemengd) niet jullie eigendommen. Voorwaar, dat is een grote zonde. (2)
وَإِنْ خِفْتُمْ أَلاَّ تُقْسِطُواْ فِي الْيَتَامَى فَانكِحُواْ مَا طَابَ لَكُم مِّنَ النِّسَاء مَثْنَى وَثُلاَثَ وَرُبَاعَ فَإِنْ خِفْتُمْ أَلاَّ تَعْدِلُواْ فَوَاحِدَةً أَوْ مَا مَلَكَتْ أَيْمَانُكُمْ ذَلِكَ أَدْنَى أَلاَّ تَعُولُواْ ﴿٣﴾
4/An-Nisa-3: Wa-in khiftum alla tuqsitoo fee alyatama fainkihoo ma taba lakum mina alnnisa-i mathna wathulatha warubaAAa fa-in khiftum alla taAAdiloo fawahidatan aw ma malakat aymanukum thalika adna alla taAAooloo
En indien jullie vrezen (de vrouwen van) de wezen niet rechtvaardige te behandelen, trouwt dan met de vrouwen (niet de vrouwen van de wezen) die jullie aanstaan, twee, drie of vier. En als jullie vrezen hen niet rechtvaardig (te kunnen) verzorgen, dan één of wat jullie aan slavinnen bezitten. Dat is de beste wijze om niet onrechtvaardig te zijn. (3)
وَآتُواْ النَّسَاء صَدُقَاتِهِنَّ نِحْلَةً فَإِن طِبْنَ لَكُمْ عَن شَيْءٍ مِّنْهُ نَفْسًا فَكُلُوهُ هَنِيئًا مَّرِيئًا ﴿٤﴾
4/An-Nisa-4: Waatoo alnnisaa saduqatihinna nihlatan fa-in tibna lakum AAan shay-in minhu nafsan fakuloohu hanee-an maree-an
En geeft de vrouwen hun bruidschatten als een schenking, maar wanneer het hen belieft (van de bruidschat) terug te geven: eet er dan met plezier en welbehagen van. (4)
وَلاَ تُؤْتُواْ السُّفَهَاء أَمْوَالَكُمُ الَّتِي جَعَلَ اللّهُ لَكُمْ قِيَاماً وَارْزُقُوهُمْ فِيهَا وَاكْسُوهُمْ وَقُولُواْ لَهُمْ قَوْلاً مَّعْرُوفًا ﴿٥﴾
4/An-Nisa-5: Wala tu/too alssufahaa amwalakumu allatee jaAAala Allahu lakum qiyaman waorzuqoohum feeha waoksoohum waqooloo lahum qawlan maAAroofan
Geeft niet degenen (onder jullie hoede) die zwak van geest zijn jullie eigendommen, waarover Allah jullie als toezichthouder heeft aangesteld, maar onderhoudt hen daarvan en kleedt hen daarvan en spreekt tot hen met vriendelijke woorden. (5)
وَابْتَلُواْ الْيَتَامَى حَتَّىَ إِذَا بَلَغُواْ النِّكَاحَ فَإِنْ آنَسْتُم مِّنْهُمْ رُشْدًا فَادْفَعُواْ إِلَيْهِمْ أَمْوَالَهُمْ وَلاَ تَأْكُلُوهَا إِسْرَافًا وَبِدَارًا أَن يَكْبَرُواْ وَمَن كَانَ غَنِيًّا فَلْيَسْتَعْفِفْ وَمَن كَانَ فَقِيرًا فَلْيَأْكُلْ بِالْمَعْرُوفِ فَإِذَا دَفَعْتُمْ إِلَيْهِمْ أَمْوَالَهُمْ فَأَشْهِدُواْ عَلَيْهِمْ وَكَفَى بِاللّهِ حَسِيبًا ﴿٦﴾
4/An-Nisa-6: Waibtaloo alyatama hatta itha balaghoo alnnikaha fa-in anastum minhum rushdan faidfaAAoo ilayhim amwalahum wala ta/kulooha israfan wabidaran an yakbaroo waman kana ghaniyyan falyastaAAfif waman kana faqeeran falya/kul bialmaAAroofi fa-itha dafaAAtum ilayh
Onderzoekt (de lichamelijke en geestelijke vorderingen van) de wezen, totdat zij de leeftijd van het huwelijk bereiken en wanneer jullie bemerken dat zij (hiertoe) geschikt zijn, geeft hun dan hun eigendommen terug en eet er niet buitensporig en haastig van, voordat zij groot geworden zijn. Hij (de voogd) die voldoende heeft: laat hem het niet aanraken; en hij die arm is: laat hem er op redelijke wijze van gebruiken. En als jullie hun hun eigendommen teruggeven: laat er dan getuigen bij zijn. Er Allah is genoeg als Toezichthouder. (6)