Nederlands [Veranderen]

القرآن الكريم / جزئها ٧ / صفحة ١٢٤

Al-Ma'idah 96-103, Koran - Djuz' 7 - Pagina 124

Djuz'-7, Pagina-124 - Koran recitatie door Abu Bakr al Shatri
Djuz'-7, Pagina-124 - Koran recitatie door Maher Al Mueaqly
Djuz'-7, Pagina-124 - Koran recitatie door Mishary al Afasy
vorig
volgende
share on facebook  tweet  share on google  print  
أُحِلَّ لَكُمْ صَيْدُ الْبَحْرِ وَطَعَامُهُ مَتَاعًا لَّكُمْ وَلِلسَّيَّارَةِ وَحُرِّمَ عَلَيْكُمْ صَيْدُ الْبَرِّ مَا دُمْتُمْ حُرُمًا وَاتَّقُواْ اللّهَ الَّذِيَ إِلَيْهِ تُحْشَرُونَ ﴿٩٦﴾
5/Al-Ma'idah-96: Ohilla lakum saydu albahri wataAAamuhu mataAAan lakum walilssayyarati wahurrima AAalaykum saydu albarri ma dumtum huruman waittaqoo Allaha allathee ilayhi tuhsharoona
Toegestaan voor jullie is de jacht op de waterdieren, wat daarvan eetbaar is, als genieting voor jullie en voor de reizigers. En verboden voor jullie is de jacht op dieren van het land zolang jullie in de gewijde toestand zijn. En vreest Allah tot Wie jullie verzameld zullen worden. (96)
جَعَلَ اللّهُ الْكَعْبَةَ الْبَيْتَ الْحَرَامَ قِيَامًا لِّلنَّاسِ وَالشَّهْرَ الْحَرَامَ وَالْهَدْيَ وَالْقَلاَئِدَ ذَلِكَ لِتَعْلَمُواْ أَنَّ اللّهَ يَعْلَمُ مَا فِي السَّمَاوَاتِ وَمَا فِي الأَرْضِ وَأَنَّ اللّهَ بِكُلِّ شَيْءٍ عَلِيمٌ ﴿٩٧﴾
5/Al-Ma'idah-97: JaAAala Allahu alkaAAbata albayta alharama qiyaman lilnnasi waalshshahra alharama waalhadya waalqala-ida thalika litaAAlamoo anna Allaha yaAAlamu ma fee alssamawati wama fee al-ardi waanna Allaha bikulli shay-in AAaleemun
Allah maakte de Ka'bah, het Gewijde Huis, als een plaats voor de mensen om te staan, en de Heilige Maand en de offerdieren en de halsbanden. Dit opdat jullie weten dat Allah weet wat er in de hemelen en op de aarde is en dat Allah Alwetend is over alle zaken. (97)
اعْلَمُواْ أَنَّ اللّهَ شَدِيدُ الْعِقَابِ وَأَنَّ اللّهَ غَفُورٌ رَّحِيمٌ ﴿٩٨﴾
5/Al-Ma'idah-98: IAAlamoo anna Allaha shadeedu alAAiqabi waanna Allaha ghafoorun raheemun
Weet dat Allah streng is in de bestraffing en dat Allah Vergevensgezind, Meest Barmhartig is. (98)
مَّا عَلَى الرَّسُولِ إِلاَّ الْبَلاَغُ وَاللّهُ يَعْلَمُ مَا تُبْدُونَ وَمَا تَكْتُمُونَ ﴿٩٩﴾
5/Al-Ma'idah-99: Ma AAala alrrasooli illa albalaghu waAllahu yaAAlamu ma tubdoona wama taktumoona
Op de Boodschapper rust slechts (do plicht tot) de verkondiging, en Allah weet alles wat jullie openlijk doen wat jullie verbergen. (99)
قُل لاَّ يَسْتَوِي الْخَبِيثُ وَالطَّيِّبُ وَلَوْ أَعْجَبَكَ كَثْرَةُ الْخَبِيثِ فَاتَّقُواْ اللّهَ يَا أُوْلِي الأَلْبَابِ لَعَلَّكُمْ تُفْلِحُونَ ﴿١٠٠﴾
5/Al-Ma'idah-100: Qul la yastawee alkhabeethu waalttayyibu walaw aAAjabaka kathratu alkhabeethi faittaqoo Allaha ya olee al-albabi laAAallakum tuflihoona
Zeg (O Moehammad): "Het slechte en het goede zijn niet gelijk," hoewel de veelbeid van het slechte jou zal aantrekken. Vreest dus Allah, O bezitters van begrip, hopelijk zullen jullie welslagen." (100)
يَا أَيُّهَا الَّذِينَ آمَنُواْ لاَ تَسْأَلُواْ عَنْ أَشْيَاء إِن تُبْدَ لَكُمْ تَسُؤْكُمْ وَإِن تَسْأَلُواْ عَنْهَا حِينَ يُنَزَّلُ الْقُرْآنُ تُبْدَ لَكُمْ عَفَا اللّهُ عَنْهَا وَاللّهُ غَفُورٌ حَلِيمٌ ﴿١٠١﴾
5/Al-Ma'idah-101: Ya ayyuha allatheena amanoo la tas-aloo AAan ashyaa in tubda lakum tasu/kum wa-in tas-aloo AAanha heena yunazzalu alqur-anu tubda lakum AAafa Allahu AAanha waAllahu ghafoorun haleemun
O jullie die geloven! Vraagt niet naar zaken die, indien (ze) jullie uitgclegd worden, jullie zullen verontrusten. En wanneer jullie daarover vragen wanneer de Koran geopenbaard wordt, worden zij jullie uitgelegd. Allah vergaf dat. En Allah is Vergevensgezind, Zachtmoedig. (101)
قَدْ سَأَلَهَا قَوْمٌ مِّن قَبْلِكُمْ ثُمَّ أَصْبَحُواْ بِهَا كَافِرِينَ ﴿١٠٢﴾
5/Al-Ma'idah-102: Qad saalaha qawmun min qablikum thumma asbahoo biha kafireena
Waarlijk, een volk vóór jullie vroeg er naar en werd er daarna ongelovig door. (102)
مَا جَعَلَ اللّهُ مِن بَحِيرَةٍ وَلاَ سَآئِبَةٍ وَلاَ وَصِيلَةٍ وَلاَ حَامٍ وَلَكِنَّ الَّذِينَ كَفَرُواْ يَفْتَرُونَ عَلَى اللّهِ الْكَذِبَ وَأَكْثَرُهُمْ لاَ يَعْقِلُونَ ﴿١٠٣﴾
5/Al-Ma'idah-103: Ma jaAAala Allahu min baheeratin wala sa-ibatin wala waseelatin wala hamin walakinna allatheena kafaroo yaftaroona AAala Allahi alkathiba waaktharuhum la yaAAqiloona
Allah heeft (geen bijgeloof) ingesteld zoals Behîrah, Sâ'ibah Washîlah an Hâm; maar het zijn degenen die ongelovig zijn, die over Allah leugens verzinnen en de meesten van hen begrijpen het niet. (103)