Nederlands [Veranderen]

القرآن الكريم / جزئها ٧ / صفحة ١٣٦

Al-An'am 69-73, Koran - Djuz' 7 - Pagina 136

Djuz'-7, Pagina-136 - Koran recitatie door Abu Bakr al Shatri
Djuz'-7, Pagina-136 - Koran recitatie door Maher Al Mueaqly
Djuz'-7, Pagina-136 - Koran recitatie door Mishary al Afasy
vorig
volgende
share on facebook  tweet  share on google  print  
وَمَا عَلَى الَّذِينَ يَتَّقُونَ مِنْ حِسَابِهِم مِّن شَيْءٍ وَلَكِن ذِكْرَى لَعَلَّهُمْ يَتَّقُونَ ﴿٦٩﴾
6/Al-An'am-69: Wama AAala allatheena yattaqoona min hisabihim min shay-in walakin thikra laAAallahum yattaqoona
En degenen die (Allah) vrezen zijn in niets verantwoordelijk voor hun rekening, maar het is een vermaning. Hopelijk zullen zij (Allah) vrezen. (69)
وَذَرِ الَّذِينَ اتَّخَذُواْ دِينَهُمْ لَعِبًا وَلَهْوًا وَغَرَّتْهُمُ الْحَيَاةُ الدُّنْيَا وَذَكِّرْ بِهِ أَن تُبْسَلَ نَفْسٌ بِمَا كَسَبَتْ لَيْسَ لَهَا مِن دُونِ اللّهِ وَلِيٌّ وَلاَ شَفِيعٌ وَإِن تَعْدِلْ كُلَّ عَدْلٍ لاَّ يُؤْخَذْ مِنْهَا أُوْلَئِكَ الَّذِينَ أُبْسِلُواْ بِمَا كَسَبُواْ لَهُمْ شَرَابٌ مِّنْ حَمِيمٍ وَعَذَابٌ أَلِيمٌ بِمَا كَانُواْ يَكْفُرُونَ ﴿٧٠﴾
6/Al-An'am-70: Wathari allatheena ittakhathoo deenahum laAAiban walahwan wagharrat-humu alhayatu alddunya wathakkir bihi an tubsala nafsun bima kasabat laysa laha min dooni Allahi waliyyun wala shafeeAAun wa-in taAAdil kulla AAadlin la yu/khath minha ola-ika allatheena
En laat degenen met rust die hun godsdienst tot spel en vennaak nemen, het wereldse leven misleidt hen. Maar vermaant met (de Koran) opdat niemand weggevaagd wordt door wat zij verrichten: hij zal zich buiten Allah geen Helper en geen Voorspreker vinden. En al zou hij iedere losprijs aanbieden: het wordt niet van hem aanvaard. Zij zijn degenen die zichzelf wcgvagen door wat zij verrichten. Voor hen is er een drank van gloeiend water en een pijnlijke bestraffing: vanwege wat zij plachten niet te geloven. (70)
قُلْ أَنَدْعُو مِن دُونِ اللّهِ مَا لاَ يَنفَعُنَا وَلاَ يَضُرُّنَا وَنُرَدُّ عَلَى أَعْقَابِنَا بَعْدَ إِذْ هَدَانَا اللّهُ كَالَّذِي اسْتَهْوَتْهُ الشَّيَاطِينُ فِي الأَرْضِ حَيْرَانَ لَهُ أَصْحَابٌ يَدْعُونَهُ إِلَى الْهُدَى ائْتِنَا قُلْ إِنَّ هُدَى اللّهِ هُوَ الْهُدَىَ وَأُمِرْنَا لِنُسْلِمَ لِرَبِّ الْعَالَمِينَ ﴿٧١﴾
6/Al-An'am-71: Qul anadAAoo min dooni Allahi ma la yanfaAAuna wala yadurruna wanuraddu AAala aAAqabina baAAda ith hadana Allahu kaallathee istahwat-hu alshshayateenu fee al-ardi hayrana lahu as-habun yadAAoonahu ila alhuda i/tina qul inna huda Allahi huwa alhuda waomirn
Zeg: "Roepen wij dat naast Allah aan dat ons geen goed kan doen en ons geen schade kan berokkenen, en keren wij op onze schreden terug nadat Allah ons geleid heeft? Zoals degene die door de Satans op aarde verdwaasd weggelokt is, terwijl hij metgezellen heeft die hem tot de Leiding oproepen: 'Kom tot ons!'" Zeg: "Voorwaar, Leiding van Allah is de (enige) Leiding en wij zijn bevolen ons te onderwerpen aan de Heer der Werelden. (71)
وَأَنْ أَقِيمُواْ الصَّلاةَ وَاتَّقُوهُ وَهُوَ الَّذِيَ إِلَيْهِ تُحْشَرُونَ ﴿٧٢﴾
6/Al-An'am-72: Waan aqeemoo alssalata waittaqoohu wahuwa allathee ilayhi tuhsharoona
En de shalât te onderhouden en Hem te vrezen en Hij is Degene tot Wie jullie verzameld worden." (72)
وَهُوَ الَّذِي خَلَقَ السَّمَاوَاتِ وَالأَرْضَ بِالْحَقِّ وَيَوْمَ يَقُولُ كُن فَيَكُونُ قَوْلُهُ الْحَقُّ وَلَهُ الْمُلْكُ يَوْمَ يُنفَخُ فِي الصُّوَرِ عَالِمُ الْغَيْبِ وَالشَّهَادَةِ وَهُوَ الْحَكِيمُ الْخَبِيرُ ﴿٧٣﴾
6/Al-An'am-73: Wahuwa allathee khalaqa alssamawati waal-arda bialhaqqi wayawma yaqoolu kun fayakoonu qawluhu alhaqqu walahu almulku yawma yunfakhu fee alssoori AAalimu alghaybi waalshshahadati wahuwa alhakeemu alkhabeeru
Hij is Degene Die de hemelen on de aarde schiep met de Waarheid. En op de dag waarop Hij zegt 'Wees,' en het is: Zijn Woord is de Waarheid. Ham behoort de heerschappij op de Dag waarop op de bazuin geblazen wordt, Kenner van het onwaarneembare on het waarneembare en Hij is de Alwijze, dc Alwetende. (73)